Nieuws

‘Het moet wel wat concreter’

iBestuur vraagt een aantal betrokkenen om hun visie op de kabinetsreactie op het rapport-Elias. PvdA-Kamerlid Astrid Oosenbrug is positief, maar vindt de aangedragen maatregelen nog niet helder genoeg. “Het moet wel een BIT met een bite zijn.” Zij wil de maatregelen in een debat met minister Blok nog verder aanscherpen.

PvdA-Kamerlid Astrid Oosenbrug: “De Kamer mag ook naar zichzelf kijken.”

Minister Blok stuurde namens het kabinet vorige week de reactie op het rapport ‘Grip op ICT’ van de tijdelijke commissie ICT. ‘Grote waardering’ viel de commissie-Elias ten deel en veel van de aanbevelingen worden overgenomen, waaronder het Bureau ICT Toetsing (BIT), dat onder Bloks eigen ministerie komt te hangen. Maar Oosenbrug, ICT-specialist in de PvdA-Kamerfractie, wil nog niet tevreden achterover leunen. “Op zich ben ik blij dat men het grooste deel van de aanbevelingen overneemt die wij belangrijk vinden, onder andere het BIT. Maar de vraagt blijft waar die nu geplaatst moet worden. En we hebben gezegd: het moet een BIT met een bite zijn. Als je het onder Wonen en Rijksdienst hangt dan is het de vraag of het wel goedkomt. We gaan het debat nog aan met Blok om het wat concreter te krijgen.” Het rapport moet volgens Oosenbrug immers zorgen voor een mentaliteitsverandering.

“Zelf wil ik dat er uit dat debat komt wat we precies met dat BIT gaan doen; het moet echt iets toevoegen en niet weer een tussenlaag worden waarvan niet duidelijk is welke bevoegdheden die heeft, of er wel of geen doorzettingsmacht is. Mogen ze nu wel of niet zeggen dat een wens van de Kamer niet uitvoerbaar is?” Ze neemt het CBP als voorbeeld. “Een toezichthouder moet iets kunnen tegenhouden of dwingend advies geven.” Als Kamerleden als ‘opdrachtgevers’ voor ICT-projecten een negatief BIT-advies gewoon naast zich neer kunnen leggen moet je je afvragen wat de meerwaarde is van het BIT, stelt Oosenbrug. “Ik wil dat heel helder afgebakend hebben.”

PGB-problemen

Desnoods wil ze in het eerstvolgende debat over de kwestie (waarschijnlijk tijdens een Algemeen Overleg) met moties komen om de verdere concretisering gestalte te geven. “Én: de kamer mag ook naar zichzelf kijken. Als je nu naar de PGB-problemen kijkt: dat is natuurlijk ook een enorm ICT-project. De SVB moet opeens PGB’s uitbetalen maar daar zitten hele specifieke vragen bij. Daar zijn die systemen helemaal niet op ingericht. Dan wordt er meteen geroepen ‘ICT-faal’ en ‘het gaat nooit goed met die ICT-projecten’ maar als je even goed nadenkt snap je dat als een systeem opeens iets heel anders moet kunnen dan waarvoor het gemaakt is, daar wel wat programmeerwerk bij komt kijken en dat dat niet in drie dagen af is. Daar moet de Kamer zelf ook naar kijken. En dat was ook duidelijk een conclusie van het rapport-Elias. Met transparantie weet de Kamer ook wanneer iets te veel gevraagd is.”

Open source

Hoewel het in de brief nauwelijks ter sprake komt, benadrukt ze ook de het belang van het werken met opensourcesoftware, een aanbeveling die ook de commissie doet. “Dat blijft een mooi streven en dat hebben we al lang geleden gedacht maar het gebeurt gewoon niet. Ook daar wil ik meer concretisering. Hoe zorg je nu dat je van die afhankelijkheid afkomt? Een aantal ministeries is echt afhankelijk van één leverancier, dus die kan vragen wat ze wil. Je moet dus een exit-plan maken. Je kunt niet morgen al afscheid nemen van bepaalde leveranciers, maar je kunt wel een plan bedenken waarmee je over vier jaar kunt besluiten ook voor een andere leverancier te gaan.”

  • Riks van Dijk | 6 februari 2015, 14:05

    Niks BIT met een bite! Gewoon niet aan beginnen, symptoombestrijding die niks oplost. In plaats van BIT is het B én I én T: Bedrijfsvoering én Informatie én Technologie. En daarnaast zijn er T-projecten. Die gaan ook vaak goed maar er zijn er te weinig van.

    Eerst B&I&T: Zolang Bedrijfsvoering (‘de business’) niet aan de Techneuten duidelijk maakt om welke Informatie het gaat en wat ermee moet worden gedaan, wordt het niks met die projecten. Of ze nu groot zijn of klein.

    Een toetsing door een BIT aan de voorkant haalt niks uit. De keuzes zijn allang gemaakt en als het op te lossen probleem maar groot genoeg is, gaat het project toch wel door. Misschien een beetje in stukjes geknipt vanwege span of control maar reken maar dat de tijdsdruk onverminderd groot zal zijn. En dan beginnen we weer te snel, is niet duidelijk over welke bedrijfsprocessen we het hebben en welke valkuilen daarin verborgen zitten tot we gaan testen en blijkt het project aan het eind zeven keer zo groot als aanvankelijk gedacht.

    Geen toetsing vooraf dus, wel alertheid en toetsen onderweg. Een goede ketenbeheersing kent toetsen (of “slagbomen”) van B naar I en vervolgens naar T. Deze zijn op zijn minst bij een deel van de overheid bekend en vastgelegd in methodieken. Eventuele twijfel ze zuiver worden gehanteerd is terecht en hierop toetsen zou een kwaliteitsverbetering kunnen initiëren.

    De “ICT-projecten” “die altijd fout gaan” zijn dus B&I&T-projecten.
    Een andere vorm van een “ICT-project” is het T-project. Dat is een project waar alleen de techniek onderhanden wordt genomen en daarvan zijn er te weinig geweest en zijn er waarschijnlijk nog steeds te weinig. Gevolg: verouderde technieken, veel te veel en soms zwaar verouderde versies in beheer en enorme risico’s voor de informatiehuishouding van de overheid. Hoewel potentiële “misgelopen maatschappelijke effecten” (zie de onderzoeksvragen), door de tijdelijke commissie volledig genegeerd!

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren