Podium

Die kaarten heb je sowieso nodig

Als tweede gemeente heeft Leiden begin september een complete Basisregistratie Grootschalige Topografie aangeleverd aan de Landelijke Voorziening van de BGT. Wat betreft de Leidse wethouder Marleen Damen niet zomaar een stap: "De BGT kan de motor zijn van veel andere ontwikkelingen die we belangrijk vinden."

Dat het juist Leiden was dat als een van de eersten kaartgegevens van het eigen grondgebied zou aanleveren aan de Landelijke Voorziening, kwam niet als een verrassing. Al in 2007 startte de Sleutelstad met het ontwikkelen van een visie op het gebruik van basis- en kernregistraties, zoals de BGT, een visie voortgekomen uit het NUP (Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid). “Op geo-gebied hadden we altijd al iets van: we willen meer dan alleen een kaart maken”, aldus Pascal Keij, coördinator inwinning en beheer basiskaarten bij de Zuid-Hollandse gemeente. “Toevallig kwam er in die tijd binnen de organisatie ook een aantal projecten bovendrijven waarin geo een belangrijke rol speelde en waarvoor middelen beschikbaar waren. Bijvoorbeeld vanuit Stedelijk Beheer en de geo in de BAG. Dat betekende dat we op een andere manier naar die kaart zijn gaan kijken en bedacht hebben hoe we dat voor onszelf slimmer beheersbaar konden maken. Voorheen hadden we allemaal losse kaartjes en bestandjes. We kwamen tot inzicht dat het echt anders moest.”

Breedgedragen

Een visie op het gebruik van basis- en kernregistraties is één, maar mooier is het als dat in de organisatie ook nog eens breed wordt gedragen. Wat betreft de BGT was dat in Leiden zeker het geval. “Ik denk dat het alleen lukt als je ziet wat de meerwaarde is van zo’n basisregistratie. Noodzakelijk om een dergelijk implementatietraject vol te kunnen houden”, zo geeft Marleen Damen aan. Sinds begin mei van dit jaar is zij wethouder in Leiden met de portefeuilles Werk & Inkomen, Wijken en Financiën (inclusief Bedrijfsvoering). “Wij hebben het geluk dat er een groep mensen zit die het belang ziet. Dan zie je ook wat het kan opleveren. Het is natuurlijk mooi dat bestuur en management van deze stad enthousiast is over de BGT, maar alleen daarmee kom je er niet. Er moeten ook mensen zijn die er langdurig mee aan de slag gaan en het uiteindelijk gewoon doen.”

Kelder

Wat in Leiden geholpen heeft om bestuur en management te overtuigen, was een bezoek aan de kelder van het Stationsplein, waar gewerkt wordt aan een brede basiskaart. Aan de hand van die basiskaart wordt pas echt duidelijk wat het effect is van een BGT. “Ik vond het mooi om te zien hoe dat werkt en hoe het toegepast kan worden, vooral in relatie tot Stedelijk Beheer of bijvoorbeeld met het thema veiligheid. In die ruimte zie je ook ons hele ruimtelijke investeringsprogramma in kaart gebracht, zowel ontwikkelplannen als ook beheerplannen. Dat zorgt ervoor dat je een veel beter beeld krijgt op welke terreinen je bezig bent en hoe al die verschillende ontwikkelingen zich tot elkaar verhouden. Dat betekent ook dat je dingen veel efficiënter kunt organiseren. Ik heb me nooit gerealiseerd, zeker als burger niet, dat bij openbaar beheer iedereen voor zijn deelgebied eigen kaarten aan het bijhouden was. Je wil gewoon dat je straat en de openbare ruimte er netjes uitziet. Je staat er niet bij stil wat daar voor nodig is.”

Basiskaart

De basiskaart wordt in Leiden inmiddels voor een aantal processen ingezet. Zo zijn de gemeentelijke landmeters uitgerust met GPS-apparatuur, waarbij de maximale 30 centimeter GBKN-afwijking is teruggebracht naar centimeters of zelfs millimeters. Die stap levert bij bouwexploitaties en ruimtelijke investeringen kostenbesparing en tijdwinst op. Een ander proces betreft de afdeling Stedelijk Beheer. Door middel van de basiskaart kan zij het areaal van haar beheerdomeinen groen, wegen en water beter bepalen. Met de koppeling van de administratie aan de kaart komt een gespecificeerde begroting tot stand, die daarmee gefundeerde meerjarenramingen en realistische beheerplannen mogelijk maken. Als onderdeel van die ruimtelijke agenda werkt Leiden met een Nieuwbouwmonitor. De bouwcapaciteit en de daarbij behorende planning wordt twee keer per jaar gemonitord en op de basiskaart geprojecteerd. De geprognosticeerde bouwproductie wordt vertaald ten behoeve van de Algemene Uitkering in het Gemeentefonds. Als afgeleide hiervan kan de belastingcapaciteit worden berekend, informatie die cruciaal is voor de Leidse begrotingsonderhandelingen.


Wethouder Marleen Damen: “De BGT dwingt je om integraler naar de stad te kijken.”

Anders werken en denken

Het ontwikkelen van een visie op het gebruik van basis- en kernregistraties, zoals de BGT, heeft binnen de Leidse organisatie deels geleid tot een andere manier van werken en denken. Marleen Damen: “We zijn hier al een aantal jaren bezig om te kijken hoe we efficiënter kunnen werken. Uit financieel oogpunt, maar ook omdat je daarmee een kwaliteitsimpuls kunt geven aan je werk. De BGT dwingt je om integraler naar de stad te kijken. Een bekend probleem bij de overheid is dat het vaak verkokerd naar dingen kijkt. Neem bijvoorbeeld de ‘muur’ tussen de meer fysieke afdelingen en de sociale afdelingen. Nu de basis staat ben ik benieuwd of we nog meer de verbinding tussen die afdelingen weten te maken. De BGT helpt bijvoorbeeld voorkomen dat er besloten wordt om in een wijk of straat iets met de openbare ruimte te doen, juist op een moment dat daar ook gebouwd wordt. Met behulp van de basis kun je dat beter op elkaar afstemmen en bijvoorbeeld zorgen dat het werken aan de openbare ruimte pas begint nadat de bouw is afgerond. Voor onze planning is dat enorm belangrijk en de BGT helpt ons daarbij.”

Efficiënter

Dat het gros van de gemeenten op dit moment voor grote (financiële) uitdagingen staat, maakt het belang van de BGT eigenlijk alleen nog maar groter, zo geeft Damen aan. Met name vanwege het verbindende aspect van de basisregistratie. “Omdat gemeenten het financieel moeilijk hebben zullen ze hun werk efficiënter moeten doen. Aan de andere kant heb je ook te maken met nieuwe colleges die bijna stuk voor stuk ambitieuze plannen hebben met hun gemeenten. Dat betekent dat het niet alleen een kaalslag binnen je eigen organisatie kan zijn. Het betekent ook dat je dingen anders moet gaan doen. De BGT vind ik een mooi voorbeeld van iets dat kan helpen om dingen binnen je organisatie anders aan te pakken, waarbij je veel meer gezamenlijk gebruikmaakt van bron- en basisdocumenten die op meerdere terreinen toepasbaar zijn. Maar misschien nog wel belangrijker is dat de BGT je organisatie kan helpen bij het buiten-naar-binnen werken. Dat begint bij je inwoners te laten weten waar je als gemeente mee bezig bent. Laat hen dat zelf zien, doen en ervaren. Een BGT biedt daar de mogelijkheden voor. Het kan de motor zijn voor veel andere ontwikkelingen die we belangrijk vinden.”

‘Kom eens bij ons kijken’

“Wat ik collega-bestuurders wil adviseren die zich nog afvragen of ze iets met de BGT zouden moeten? Kom eens bij ons kijken, hoor wat wij er aan hebben en praat ook eens met de mensen die het nu gebruiken. Realiseer je dat de afdelingen die er nu geen gebruik van maken ook allemaal werk, tijd en dus geld kwijt zijn aan het maken van kaarten. Die kaarten heb je sowieso nodig, want anders kun je je werk niet doen. Dus waarom zou je het níet doen? Misschien omdat het tijd en energie kost. Bedenk dan dat het op de lange termijn baten oplevert en bij kan dragen aan doelen die veel gemeenten hebben. En ja, dat het moet van de Rijksoverheid? Ik zou zeggen: doe er je voordeel mee. Zie het als een kans en leer vooral van de fouten die wij gemaakt hebben…”

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren