Blog

Wakker geschrokken maar ook gebleven?

Ronddwalend op het ICT-dashboard viel mijn oog op een project van het ministerie van Veiligheid en Justitie genaamd ToR. Dat project gaat mede over de doorontwikkeling van Radar.

Op een recent symposium over mislukte IT-projecten luidde een van de stellingen: “Doorgeslagen juridificering van IT-projecten maakt meer kapot dan drank ooit kan goedmaken”. Ik stel daar graag het volgende tegenover: “Ondermaats management heeft de afgelopen jaren meer kapot gemaakt dan juristen ooit kunnen herstellen”.

Zeker, de eerste stelling valt moeilijk te weerleggen als het gaat over de aanbesteding van IT-projecten door de overheid die inderdaad soms kenmerken van een ‘doorgeslagen juridificering’ vertoont. Maar verder spelen juristen bij IT-projecten voornamelijk een rol bij de formulering van de overeenkomst en bij het oplossen van tussentijdse conflicten. Kortom: enige bescheidenheid past ons beroepshalve maar dat geldt evenzeer voor wie over de impact van ons werk op IT-projecten oordeelt. Wie juristen verantwoordelijk stelt voor het mislukken van IT-projecten, overdrijft niet alleen, maar negeert bovendien een werkelijkheid zoals die door de Commissie Elias helder over het voetlicht is gebracht met als belangrijke bevinding dat de verantwoordings- en besluitvormingsstructuur bij ICT-projecten zeer gebrekkig is en de cultuur rondom IT-projecten niet deugt. Daarbij ging het over een foute managementcultuur en niet over een doorgeslagen juridificering van IT-projecten. Los daarvan oordeelde diezelfde commissie ook dat te weinig wordt gedaan met de adviezen van juristen en dat de overheid meer gebruik moet durven maken van het juridisch momentum.

Inmiddels zijn we twee jaar verder en is de ophef over het rapport van de Commissie Elias verstomd. Zeker zijn er sindsdien extra maatregelen getroffen maar zijn politiek en overheidsmanagement na alle aanvankelijke schrik en soms ook irritatie over de bevindingen van de commissie, nadien ook wakker gebleven ?
Het doorbladeren van wat Jaarrapportages Bedrijfsvoering Rijk gevolgd door een blik op het vernieuwde ICT-dashboard, doet vrezen dat dat nauwelijks het geval is.

Grote IT-projecten, weten we, kennen grotere risico’s dan kleine. Het wekte dan ook geen verbazing dat de toenmalige Rijks CIO in 2014 tegenover de commissie Elias verklaarde dat grote projecten tot het verleden behoorden. Opknippen of gewoon niet aan beginnen, was inmiddels de norm. Zijn verklaring vond steun in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2014 waarin nog ‘slechts’ 22 grote projecten stonden vermeld. In de Jaarrapportage over 2015 daarentegen was plotseling weer sprake van 60 projecten groter dan 10 miljoen, 13 groter dan 50 miljoen en 6 zelfs groter dan 100 miljoen waarvan diverse zelfs kort voor of na het horen van de Rijks-CIO waren gestart.

Over geen van die grote projecten is, anders dan de Commissie in de Kamer voorstelde, alsnog advies door het BIT uitgebracht. Kortom, het management mag dan niet meer in grote projecten geloven maar ze bestaan nog steeds wel! Tegelijkertijd doet het debat deze week in de Kamer met staatssecretaris Wiebes van Financiën, dat in belangrijke mate over ICT vernieuwing ging, opnieuw vrezen dat dergelijke projecten nog altijd niet adequaat worden aangestuurd.

Ronddwalend op het ICT-dashboard viel mijn oog vervolgens op een project van het ministerie van Veiligheid en Justitie genaamd ToR. Dat project blijkt mede over de doorontwikkeling van Radar te gaan, een IT-project dat eerder veel aandacht van politiek en media kreeg. Radar, zoveel werd daarbij duidelijk, was op niets uitgelopen en uiteindelijk gestopt. Op het ICT-dashboard staat dat Radar op 3 december 2012 is ‘afgerond’. Klaarblijkelijk geldt een project dus ook als ‘afgerond’ als de overeenkomst wordt beëindigd omdat niet is opgeleverd wat is afgesproken.

ToR, blijkt uit het ICT-dashboard, is vervolgens aansluitend op de ‘afronding’ van Radar gestart. Waaruit die doorontwikkeling van Radar bestaat en welke leverancier daarvoor door VenJ kon worden ingeschakeld, is niet duidelijk. Jammer, want juist dat is wetenswaardige informatie omdat Radar al snel vooral een maatwerkproject bleek zodat voor doorontwikkeling daarvan de medewerking of tenminste toestemming van de oorspronkelijke leverancier is vereist. Om het over de vraag wat voor zin het heeft iets door te ontwikkelen dat initieel is mislukt, maar niet te hebben. ToR zou zich volgens het ICT-dashboard, versie 31 oktober 2015, in een laatste fase bevinden en met een uitloop van enkele weken kunnen worden afgerond maar is volgens het ICT-dashboard in de versie van een jaar later, nog altijd ‘in uitvoering’. Heeft die kennelijke vertraging wellicht te maken met de grote problemen die eerder tot de beëindiging van Radar hebben geleid ? Vragen waarop het dashboard geen duidelijkheid geeft.

Nu maar hopen dat ToR, als bekend een luguber netwerk waarop men zonder sporen achter te laten anoniem kan communiceren, niet stiekem model heeft gestaan bij de vernieuwing van het ICT-dashboard. Elias vond het ICT-dashboard ongeloofwaardig maar achtte de kwalificatie ‘misleiding’ een te groot woord omdat de gegevens er wel op stonden maar ‘alleen buitengewoon beroerd werden gepresenteerd’. Laten we het er maar op houden dat dat met het ICT-dashboard nieuwe stijl dan niet is veranderd.

  • Peter Westerhof | 21 oktober 2016, 13:40

    “ToR, als bekend een luguber netwerk”? Dat past in de lange historie van misvattingen bij digibete juristen en bestuurders.
    Een historie minstens zo lang als die van falende overheidsprojecten, krakkemikkige ICT-contracten, uitbestedingsconstructies en combinaties daarvan.

    Wat ècht luguber is?
    – politiek-inhoudelijke sturing welke niet of onvoldoende tot stand komt
    – investeringsbeslissingen welke niet, te laat of onvoldoende onderbouwd worden genomen
    – burgers en bedrijfsleven welke nadelen ondervinden als gevolg van slecht functionerende informatiesystemen
    – verspilling van gemeenschapsgelden
    – een overheid welke verder overbelast raakt en een grotere kwetsbaarheid van het openbaar bestuur.

    Luguber, omdat deze als “mogelijke” gevolgen werden genoemd van een aantal knelpunten in de openbare sector (TK20644;1-2 Par. 2.3).
    Die ‘mogelijke’ gevolgen zijn inmiddels – 30 jaar later – zeer reëel gebleken.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren