De informatievoorziening bij Rijkswaterstaat moet stabieler en meer gestandaardiseerd, om ook in de toekomst bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid te kunnen garanderen. Alleen dan kan de infrastructuur slimmer worden en dus op peil blijven, legt de CIO van Rijkswaterstaat uit.
Verslag van de iBestuur Congres-sessie
Nat, droog en digitaal. Degelijke én innovatieve samenwerking
Perry van der Weyden – Hoofdingenieur-directeur CIV & CIO Rijkswaterstaat
Hans Deijkers – Executive Partner Public Sector, IBM
Water, wegen en werken. Zo afficheert Rijkswaterstaat zich tegenover de buitenwereld. Aan meer dan 3000 kilometer snelweg, 7000 kilometer vaarweg en ruim 500 objecten (bruggen en sluizen) heeft dit bestuursorgaan zijn handen vol. Maar er is nog een vierde factor die van groot belang is – en steeds meer: informatievoorziening (IV).
Na Hongkong, Singapore en de Verenigde Arabische Emiraten staat Nederland vierde op de ranglijst van ‘beste infrastructuur’, “maar die eerste drie zijn geen echte landen”, grapt Perry van der Weyden, CIO van Rijkswaterstaat. Maar of dat zo blijft, zal waarschijnlijk niet afhangen van nog méér (vaar)wegen. Van der Weyden schetst een toekomst met wegen die barstensvol sensoren zitten, zelfrijdende auto’s, het verdwijnen van verkeersborden omdat alle informatie ín de auto beschikbaar is, onderling communicerende voertuigen (platooning), intelligente transportsystemen en het internet of things.
Die ontwikkelingen wil Rijkswaterstaat omarmen om zijn taken ook in de toekomst goed uit te kunnen voeren, maar daarvoor is dan wel een stabiele basis nodig op het gebied van de IV. Daarom is in 2015 de i-Strategie opgesteld. “We hadden last van de oude decentrale organisatiestructuur. Er zijn nog steeds 193 asset-systemen en vier verkeerscentrales met verschillende software.” Dat levert een flinke beperking op van de flexibiliteit; er is simpelweg standaardisatie nodig.
In de i-Strategie is daarom het afgelopen jaar vastgelegd dat er een ‘robuuste basis’ moet komen, met een ‘flexibele schil’. “We gaan ons concentreren op de strategische IV-assets van Rijkswaterstaat, op onze kerntaken.” De focus ligt daarbij op standaardisatie en uniformering. “Voor elk object werd bijvoorbeeld steeds opnieuw software ontwikkeld. Daar gaan we wat aan doen.”
Maatwerk of confectie
De nieuwe aanpak brengt ingrijpende veranderingen met zich mee, zoals organisatorisch: “Medewerkers zullen horizontaal moeten gaan denken. Ze zullen moeten wennen aan het feit dat ze meer standaard oplossingen krijgen.”
De inkoop wordt ook geraakt: “Nu koopt RWS nog functioneel in. Dan wordt het lastig aan te sluiten op een groter geheel.” De opdrachtgever heeft bij functioneel inkopen immers geen grip op de benodigde standaardisatie, omdat de opdrachtnemer geheel mag bepalen hóe hij iets uitvoert.
Financieel moet het eveneens anders. “De oude IV-budgetten waren niet meegeprogrammeerd. Dus bij een nieuwe snelweg was er geen geld voorhanden oor het IV-onderhoud. Terwijl zestig procent van de problemen op zon’ snelweg wordt veroorzaakt door software.”
Voor het beheren van het applicatielandschap is Rijkswaterstaat in zee gegaan met IBM. Dat vergt veel domeinkennis, legt Hans Deijkers van IBM uit. IBM heeft een wereldwijd competence center op het gebied van watermanagement en verder doet IBM ook veel op het gebied van applicatiebeheer in de sector waar Rijkswaterstaat actief in is. Deijkers noemt ook The Weather Company, een door IBM overgenomen bedrijf dat het weer voorspelt met een hoge mate van lokale precisie. “Als je precies weet waar en wanneer het gaat regenen of ijzelen kun je veel sneller ingrijpen.”
Scenario’s
Er is een aantal scenario’s waarin een betere informatievoorziening kan bijdragen aan de taken van Rijkswaterstaat. Veilige dijken zijn bijvoorbeeld mogelijk door slimme IT in de dijk te verwerken om de (stijgende) kosten te kunnen beperken. Door dijken op een elektronische manier in de gaten te houden zijn slimme, kostenefficiënte onderhoudsplannen op te stellen.
Een ander voorbeeld – goed aansluitend bij het toekomstbeeld dat Van der Weyden schetste, is de doorstroming in het verkeer. In een proef heeft IBM in 200 auto’s een chip aangebracht die alle bewegingen van de auto en de handelingen van de bestuurder registreerde. “Op basis van het gebruik van remlichten kun je zo files voorspellen. Als de ruitenwissers aangaan, kan dat betekenen dat het glad wordt op de weg.”
Terugkomend bij de samenwerking met Rijkswaterstaat (waarbij ook Deltares, TU Delft en het Waterschap Delfland betrokken zijn) wijst Deijkers erop dat 30 tot 60 procent van de projectkosten doorgaan te wijten zijn aan het feit dat iedere keer van de grond af opnieuw begonnen wordt. “Die innovatiekosten kunnen omlaag door samenwerking en investeren in domeinkennis.” Die kennis kan ook in een expertsysteem van IBM worden bijgehouden, stelt Deijkers.
Van der Weyden krijgt uit de zaal nog de vraag naar wat de IV-inspanningen van Rijkswaterstaat betekenen voor lagere overheden. “Bij Rijkswaterstaat denken we landelijk. Ik zie wel veel gemeenten die een smart city-concept neer willen zetten. Maar je moet verder denken. Een smart city meot informatie krijgen van een groter netwerk, anders werkt het niet.”