Kennis is macht. Tot voor kort hield de overheid de informatiekaarten voor de borst, maar inmiddels waait er een nieuwe wind. Het ministerie van Justitie en Veiligheid (tot voor kort Veiligheid en Justitie) voert een actief open databeleid. “Delen is een kracht”, stelt Siebe Riedstra, secretaris-generaal (SG). “Wij hebben een schat aan data in huis en die willen we graag geanonimiseerd en volgens de regels van open data actief delen met burgers en bedrijven, zodat zij er hun voordeel mee kunnen doen.”
Beeld: Lex Draijer/De Beeldredaktie
Vraag Siebe Riedstra naar zijn drive voor open data en hij begint spontaan te glimmen. Hier zit duidelijk een liefhebber. “Ik heb vele hobby’s en dit is er één van”, zegt hij enthousiast. Hij ervaart het als een voorrecht om juist in deze tijd op deze stoel te zitten, waardoor hij met zijn neus bovenop de enorme veranderingen zit die het ministerie doormaakt en waar hij mede vorm aan mag geven. Open data maken daar een wezenlijk onderdeel van uit. De veranderingen laten zich prima schetsen aan de hand van zijn eigen ervaring. “Toen ik dertig jaar geleden bij de overheid ging werken, hadden we het idee dat we een paar jaar vooruit konden kijken en met enige zekerheid konden zeggen wat ons de komende jaren te wachten zou staan. Dat is nu wezenlijk anders. De ontwikkelingen gaan razendsnel. En het gaat nog veel sneller doordat er ook crossovers ontstaan met andere sectoren. Bedrijven en organisaties van wie je tot voor kort niet kon verzinnen dat je daarmee samen zou kunnen werken.” Digitalisering speelt daarbij een sleutelrol. “Toen ik ruim twee jaar geleden deze functie ging bekleden, was technologie in de bestuurskamer bepaald geen topprioriteit. Toen ging de discussie over vragen als: gaan we een samenwerkingsverband aan met TNO? Inmiddels zijn we volop bezig met proeftuinen met big data en horen we geregeld: kunnen we niet meer en sneller? Dat is echt een omslag.”
Het belang van data, en dus ook van open data, is groot, stelt Siebe Riedstra. Zowel voor de overheid, als voor de samenleving. “Informatie en data behoren tot ons primaire proces. Data helpen ons om ons werk goed te doen en door ze actief te delen, kunnen we onze dienstverlening verder verbeteren.” Het thema open data staat dan ook hoog op de beleidsagenda. Er is een duidelijke relatie met ‘VenJ verandert’ en de Strategische Kennis- en Innovatieagenda (SKIA). ‘VenJ verandert’ is een meerjarig veranderprogramma met zes lijnen: informatie en communicatie, continu leren, professionaliteit, visie en strategie, interne verbinding en verbinding met buiten. “Dat vormt ons handelingsperspectief, terwijl SKIA gaat over de concrete invulling van dat beleid”, stelt Riedstra. “SKIA draait om vijf strategische uitdagingen: justice, governance, smart, weerbaarheid en veerkracht, en globalisering. Op al die punten willen we het been bijtrekken en het liefst drie benen vooruit steken. Open data zijn daarbij onmisbaar omdat ze de effectivi- teit van ons handelen in hoge mate verhogen.” Het onderwerp staat in het teken van kennisontwikkeling en innovatie, waar- bij de verschillende onderdelen van de strategische agenda nauw verbonden zijn en elkaar kunnen versterken. “Criminaliteit houdt niet op bij Bergen op Zoom. Een onderwerp als cybercrime vraagt om aandacht voor globalisering. Maar ook om good governance en smart technology. Die thema’s etsen overal dwars doorheen.”
Behalve als vliegwiel voor het verhogen van de eigen effectiviteit, fungeren open data ook als inspiratiebron voor derden. “Het beschikbaar stellen van onze data biedt burgers en bedrijven de kans om informatie uit verschillende hoeken te verbinden. Het combineren daarvan kan leiden tot verrassende inzichten en nieuwe toepassingen, waarmee echte meerwaarde voor de samenleving wordt gecreëerd.” En, ook niet onbelangrijk, open data dragen bij aan de gewenste openheid en transparantie van de overheid.
Privacy en veiligheid
Het delen van data heeft grote voordelen. Toch zijn er ook nadelen denkbaar. Die liggen vooral op het vlak van privacy en veiligheid. Veel van wat de overheid doet, heeft een vertrouwelijk karakter en het ministerie van JenV beschikt over gevoelige gegevens. Je moet er niet aan denken dat die in verkeerde handen komen en dat jouw naam ineens op straat ligt. Siebe Riedstra begrijpt de zorg, maar die is volgens hem niet nodig. Mits er sprake is van goede procedures. Veiligheid staat of valt met zorgvuldigheid. “Open data kunnen een kans vormen voor de veiligheid, maar ook een bedreiging. Dat is inherent aan nieuwe ontwikkelingen. Neem drones. Eerst vroegen we ons af: wat moeten we daar in vredesnaam mee? Toen ontstond het idee van crowd management en zagen mensen het als een kans. Vervolgens werd het een potentiële bedreiging: wat als de besturing werd overgenomen en zo’n drone neer zou storten op de menigte? Als antwoord ontstond het idee om een zeearend in te schakelen die een drone uit de lucht kan halen. Dit type ontwikkelingen is een permanente ratrace tussen positief gebruik en negatief misbruik. Het is steeds een afweging in de driehoek veiligheid, openheid en privacy. Dat is een doorgaand proces.”
Goed open databeleid begint met bewustwording
Dat proces zit voor open data nog maar in de beginfase. Het ministerie is constant bezig om te kijken welke data je waarvoor mag gebruikten. De grens wordt gevormd door veiligheid en privacy. “Data mogen nooit terug te voeren zijn op een persoon en openbaarheid mag ook geen veiligheidsrisico’s voor individuen met zich meebrengen. Dat betekent dat je goed moet nadenken over de filters. In de Randstad is de postcode een prima filter, maar in dunbevolkte gebieden werkt dat niet. En als je van elf SG’s de woonplaats vermeldt, kom je al snel bij mij uit. Goede spelregels en ijkpunten zijn cruciaal. Daarom gebeurt het openbaar maken van verkeersboetes op de A2 zonder de naam van de verkeersovertreder te vermelden en vermelden we bij teruggekeerde Syriëgangers niet hun adres. Het gebruik van open data vraagt om grote zorgvuldigheid van de eigenaar van de data.” Dat is niet vrijblijvend. In mei 2018 moeten overheden voldoen aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Deze wet vervangt de Wet bescherming persoonsgegeven (Wbp) en zorgt ervoor dat er in de hele Europese Unie dezelfde privacyregels gelden. JenV is nu al druk bezig zich daarop voor te bereiden.
Werk in uitvoering
“Er gebeurt al veel”, verzekert de secretaris-generaal. Waren er twee jaar geleden nog ingewikkelde Wob-verzoeken nodig om informatie over verkeersboetes boven water te krijgen, tegenwoordig brengt JenV die zelf actief naar buiten. Hetzelfde geldt voor de vreemdelingenketen, bijvoorbeeld over informatie met betrekking tot incidenten in asielzoekerscentra. Maar het is allemaal nog wel werk in uitvoering. Een proces van leren, toepassen en aanpassen en weer bijleren. Goed open databeleid begint met bewustwording. Veel ambtenaren realiseren zich, volgens Riedstra, niet dat het materiaal waar zij dagelijks mee werken, ook voor burgers of bedrijven van betekenis kan zijn. “Die bewustwording is belangrijk. Werken met open data betekent organisatieverandering. Bij alles wat je doet, moet je je afvragen: kunnen we dit beschikbaar stellen voor de maatschappij? Dat doen we nog te weinig.” De Kinderbescherming is een voorbeeld van een organisatie die dat bewustzijn al wel heeft. “Deze organisatie maakt een verandertraject door, waardoor ze nu voorop lopen met open, transparant beleid en het delen van gegevens. Maar het is technisch nog niet uitgekristalliseerd, waardoor je of cieel nog niet kunt spreken van open data.”
Mindset: delen
Behalve de techniek is ook de instelling van de mensen die ermee moeten werken, een uitdaging. Werken met open data vraagt om een andere mindset: delen! Een principe dat Siebe Riedstra enthousiast omarmt. “Een voordeel van data delen is dat ik niet naar het Museumplein ga als dat al volstaat omdat iedereen daar naar een wedstrijd van Ajax in Stockholm wil kijken. Data delen in de privésfeer vinden we inmiddels gewoon, maar op het werk is het voor sommigen nog even slikken. Op enig moment waren er twee organisaties die wel data wilden hebben, maar hun eigen data niet wilden afstaan. Dat werkt niet. De opgave is: samen delen. Als je krampachtig met data omgaat, zoals we in het verleden hebben gedaan, kom je op achterstand en laat je kansen liggen. Daarom zijn we nu bezig met een inhaalslag. Dat past ook binnen de professionalisering van ons departement. Het is een leerproces. Tot voor kort was het normaal om informatie voor jezelf te houden omdat het idee bestond dat delen kwetsbaar maakt. Maar ik ben overtuigd van het tegendeel: delen is een kracht! Samenwerken en data delen werkt verbindend en creëert draagvlak voor plannen. Daardoor krijgen wij meer van de grond en kunnen wij veiligheidsproblemen beter oplossen.”
Dat blijkt onder meer in de provincie Noord-Brabant, waar allerlei partijen hun krachten bundelen en informatie uitwisselen om de criminaliteit te ondermijnen. “Gemeenten hebben allerlei nuttige informatie in huis die wij kunnen gebruiken voor strafrecht en politie. Zij weten waar mensen wonen, corporaties zijn op de hoogte van hun inkomen, het energiebedrijf weet welk energiegebruik past binnen huishoudens. Door dergelijke gegevens naast elkaar te leggen, ontdekken we patronen die we anders niet zou zien en kunnen we dingen opsporen die niet kloppen. Een opmerkelijke energiepiek op een adres zonder verhuurder kan wijzen op een wietplantage en is reden om een kijkje te gaan nemen.’
Nieuw elan
Er is ook sprake van interessante ‘bijvangst’ in de vorm van nieuw elan. Werken met open data blijkt voor de meeste medewerkers zeer motiverend. “Smart werken spreekt velen aan. De proeftuinen rondom het gebruik van big data zijn populair. Ook voor het werken met Scrum, waarbij in korte tijd doorbraken geforceerd kunnen worden, lopen mensen warm. Logisch, want het gaat om professionele eer. Als je ziet dat je meer voor elkaar kunt krijgen door samen te werken, worden mensen enthousiast. De uitdaging voor de komende tijd is de informatie nog sneller en beter beschikbaar te maken.”