Nieuws

“Overheid moet radicaal veranderen”

De overheid moet zijn houding ten opzichte van digitalisering radicaal veranderen. Dat is de alarmistische boodschap van ‘Maak Waar’, het rapport van de Studiegroep Informatiesamenleving en Overheid. De studiegroep pleit voor ministeriële aansturing onder voorzitterschap van de minister-president. Digitalisering moet ‘Chefsache’ worden. En de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) moet worden bestempeld tot een vitale infrastructuur.

Politici, bestuurders en ambtenaren vinden digitalisering belangrijk maar niet urgent. Ten onrechte, aldus de Studiegroep Informatiesamenleving en Overheid. Deze groep – met een opvallend hoge dichtheid aan SG’s – maakt zich ernstig ongerust over het ontbreken van politieke aandacht voor digitalisering. De Nederlandse overheid scoort weliswaar goed in internationale vergelijkingen, maar is volgens de studiegroep onvoldoende toegerust om het voortouw te nemen om de verdere digitale transformatie vorm te geven. Dit vergt strakkere aansturing, meer investeringen in technologie en een veel kleinere afhankelijkheid van externe deskundigen en bedrijven.

Met het huidige personeel gaat dat niet lukken, aldus de Studiegroep. Er zou een omvangrijke personele transformatie nodig zijn “om ruimte te maken voor fors meer en nieuw digitaal talent van werkvloer tot en met de top.”
Het rapport is in hoog tempo tot stand gekomen. “We hebben ons inderdaad gehaast om nog een rol te kunnen spelen bij de kabinetsformatie,” bevestigt Richard van Zwol, secretaris-generaal van het ministerie van BZK én voorzitter van de studiegroep. “Maar je moet dit niet zien als de zoveelste claim om meer geld. Dit is geen rapport met als hoofdboodschap dat er meer geld moet komen. Integendeel eigenlijk. De kernboodschap is dat digitalisering ‘Chefsache’ moet worden.”

Verbrokkeling

Het rapport richt zich op de digitale basisinfrastructuur, op de digitale dienstverlening en op het digitale leiderschap van de overheid. De studiegroep wijst op de gerealiseerde verbeteringen in de aansturing en uitvoering van grote ICT-projecten. Maar een groot probleem blijft de verbrokkeling: “Digitalisering is nog altijd in belangrijke mate een kwestie van afzonderlijke departementen, uitvoeringsorganisaties en gemeenten, die voornamelijk de eigen processen automatiseren. Hierdoor ontstaat overlap, wordt onnodig veel geld besteed en ontstaat een onoverzichtelijk en inefficiënt geheel.”

“Wij komen van ‘kluitjesvoetbal’, volop beweging, geen doelpunten,” beschrijft Digicommissaris Bas Eenhoorn de situatie tijdens de bijeenkomst ter gelegenheid van de presentatie van het rapport. Het is hem ook duidelijk geworden dat het gepolder niet op deze manier door moet gaan. De studiegroep, waarvan Eenhoorn lid was, stelt: ”In het huidige bestuurlijke landschap, waarin het consensusprincipe geldt, wordt slagkracht gemist om het vereiste tempo te maken.”
Eenhoorn adviseert in een eigen persbericht om één bewindspersoon de regie in handen te geven van zijn huidige taken, mét de doorzettingsmacht om afspraken te maken die voor de hele overheid bindend zijn. Eenhoorn kondigde aan terug te treden zodra een nieuwe minister die taak op zich neemt én het nieuwe kabinet de adviezen van de stuurgroep overneemt. Zijn aanstelling loopt formeel tot in 2018.

Ministeriële commissie

Van Zwol: ”De boodschap is niet dat er een minister van ICT moet komen. Wel, dat er een minister moet komen die het voortouw neemt bij de inrichting van de digitale overheid. En zo dient een andere minister de verantwoordelijkheid te nemen voor cybersecurity en weer een andere voor de digitalisering van de economie. Die drie ministers moeten samen met de minister-president de kern vormen van een dergelijke ministeriële commissie. Maar ook vakministers bij wie in de organisaties grote ICT-vraagstukken spelen, moeten deelnemen.”

Het advies is weliswaar geen pleidooi voor meer geld, maar de studiegroep bepleit wel structurele financiering van de GDI. Van Zwol: “We stellen vast dat de GDI een vitale infrastructuur is. De financiering daarvan moet daarom structureel geborgd zijn. De huidige kosten daarvan zijn zo’n 380 miljoen euro per jaar, die overigens mede door de gebruikers worden opgebracht. Een andere component is een structureel budget voor innovatie. Daar hebben we een drietal scenario’s voor geschetst.” De totale kosten van de GDI lopen in het maximale scenario op tot ruim 500 miljoen in 2020.

Permanent bêta

Volgens de studiegroep moet de overheid radicaal zijn houding wijzigen ten opzichte van de ontwikkeling van digitale dienstverlening. Meer zoals bedrijven als BOL opereren, waar de klant en niet de organisatie het vertrekpunt vormt voor de ontwikkelaar. Volgens BOL-directeur Daniël Ropers, lid van de studiegroep, moet ook de overheid overstappen naar een evolutionair ontwikkelparadigma: “Van ‘First Time Right’ naar ‘Permanent Bêta’. First Time Right is dood in de pot. Dat werkt absoluut niet meer.”
Dat is ook de visie van de gehele stuurgroep. Van Zwol: “Burgers en bedrijven zijn er aan gewend geraakt dat online-diensten zich voortdurend ontwikkelen. Bovendien is de samenleving zo complex geworden dat het een illusie is om te denken dat je alle fouten vooraf kunt voorkomen. Dingen gaan juist gigantisch fout als je niet op tijd durft toe te geven dat iets niet goed gaat.”

Leveranciers

Opvallend kritisch is de studiegroep over de afhankelijkheid van grote ICT-aanbieders. Die vormt een belangrijke belemmering voor verdere digitale transformatie. Van Zwol: “Dit rapport is geen pleidooi tegen uitbesteden. Maar wij zeggen wel dat we alleen dingen zouden moeten uitbesteden die we in principe ook zelf kunnen doen. Dat impliceert dat onze expertise tenminste gelijkwaardig moet zijn aan die van de markt.”

Zo ver is het nog lang niet. En waar moeten al die duizenden informatici vandaan komen, om die kennis wel in huis te hebben? Bij BOL is eenderde van de medewerkers een ICT-er, aldus Ropers: Als we bij de overheid nu eens uitgaan van tien procent. Op 120.000 rijksambtenaren betekent dat dat er 12.000 ICT’ers geworven moeten worden. Dat klinkt als een astronomisch getal, maar ik weet zeker dat het geld ervoor nu ook ergens wordt uitgegeven. Je moet ergens beginnen.”

Maar ook nu al heeft de overheid moeite om gekwalificeerd personeel te werven. Van Zwol erkent het probleem: “Ja, dat wordt zeker hard werken. Maar het helpt je op de arbeidsmarkt als je een duidelijke boodschap uitstraalt. Het aantrekken van topkwaliteit gaat nu al beter dan enkele jaren geleden. Zo is onze eigen pool van interimmanagers al verdubbeld. En we hebben successen bij het terugdringen van het aantal externen, mede door hen in dienst te nemen.”

  • PJ Westerhof | 1 mei 2017, 15:48

    Als 30 jaar overheidsinformatisering íets heeft duidelijk gemaakt is dat de subtiele aanpak niet werkt. Zoals meestal.

    Een eenvoudige oplossing kan een doorbraak forceren : nu eens áf van de hokjes, kolommen en koninkrijkjes : 1 CIO per departement in 1 CIO-board onder voorzitterschap van de Minister-President, vice-voorzitterschap van de CIO-Rijk en secretariaat van de bureaumanager BIT.

    Dat dwingt om de besluitvorming tot de kernpunten te brengen en geeft de benodigde besluitvormingskracht.

  • Jan Willem Boissevain | 3 mei 2017, 00:43

    Waarom valt de overheid bij doorvoeren van veranderingen steeds terug op (hiërarchische) structuren? Als de overheid echt werk wil maken van digitalisering dan zou ik adviseren: stel ambitieuze (maar realistische) doelen, ga aan de slag en werk daarin samen (binnen de overheid en met burgers en private partijen).

  • Louis Kossen | 3 mei 2017, 15:55

    Het is een worsteling ICT en overheid. Ten overvloede nog maar een keer, als er 1 ding duidelijk is geworden uit het rapport van de commissie Elias is dat ICT door de overheid volledig is uitbesteed in al zijn facetten. Van beslissers, management tot uitvoering of al die audits achteraf. Externe partijen moeten het doen. Het mag inmiddels duidelijk mag zijn dat private partijen hele andere belangen hebben. Gelukkig daar sijpelt nu ook wat van door in de stukken die ik lees, zoals het bovenstaande. Maar hoe en wat blijft vaag en onduidelijk. Denk dat de overheid weer de verantwoordelijkheid over wat en hoe weer voor zijn rekening moet nemen. Gebruiker Bertus B gaf in een reactie op deze site al een link naar een stuk van Danny Mekic wat naar mijn mening verplichte leesvoer is voor iedereen die met ICT en overheid te maken heeft:

    http://www.nrc.nl/nieuws/20…

    Een paar opmerkingen over bovenstaand artikel. Nee, ik geloof ook niet dat het zoeken in de hierarchie, een ICT minister of ICT onderdelen splitsen over departementen de oplossing is, de clou zit in de uitvoering. Daar de verantwoordelijkheid over nemen als overheid. Uiteindelijk staat de ICT haaks op alle onderdelen van de overheid heeft ermee te maken met overlap. De Rijks ICT Dienst?

    In het artikel staat ook dat de overheid zaken die het zelf kan uitvoeren maar moet uitbesteden. Is dat echt geen tikfout? Dus de dingen die je niet zelf kan doe je dan maar zelf? Aan aanbesteden ga je niet ontkomen maar kies ze dan logisch. Dus dat je je infrastructuur (werkplekken) of je systemen extern betrekt klinkt logisch. Net zoals je voor bepaalde kennis (bv security, specialistische techniek) het ook extern zoekt. Het gaat om beheer en ontwikkelen van al die administratieve systemen die de overheid laat draaien. Daar wordt het geld verbrand.

    Een ander opmerking is over het paradigma ‘First Time Right’ vs ‘Permanent Beta’. Misschien ingegeven door het hippe fenomeen van het moment van de huidige softwarefabriek, ieder sprintje weer nieuwe software hup hup in productie. Al scrummend, devopsend met uiteraard continuous delivery en uiteraard alles agile. Dat kan toch niet! Je kan gebruikers/burgers toch niet opzadelen met ‘permanent beta’. De diensten die je aanbiedt moeten altijd ‘right’ zijn. Dat hoort het niveau te zijn, niet beta. Ik denk meer dat de meneer bedoelt dat sofware zich in de tijd ontwikkelt en dat je zou moeten nadenken of er altijd in projecten gedacht moeten worden. Software systemen ontwikkelen zich in de tijd.

    Tot slot staat er in het stuk dat om de overheid weer de ICT naar zich toe te trekken er 12.000 medewerkers aangetrokken moeten worden. Is dat zo en hoe kom je bij zo een getal? Ik denk dat er als er een gouden wet van de ICT is, je kan het altijd met de helft van de mensen af. Dus 6000 kan ook voldoen.

  • Louis Kossen | 4 mei 2017, 16:32

    Het blijft een worsteling die ICT. Uit het stuk wordt wel duidelijk dat de rol van de private partijen ter discussie staat. Dat is niet verwonderlijk, als er een één ding is duidelijk geworden uit het eindrapport van de ICT commissie is dat de overheid als het om ICT gaat werkelijk alles uitbesteed. Beslissers, management, uitvoering of de audits als het niet zo lekker loopt: over de schutting ermee. Geen wonder dat het dan met je aan de loop gaat en bakken met geld kost. De overheid moet het heft weer in eigen handen nemen en zelf de verantwoordelijkheid nemen over het wat (funcioneel) en hoe (technisch) van de ICT systemen. Een paar dagen terug stond er op deze site een link naar een artikel van Danny Mekic. Hij het over het weer in leven roepen van het Rijks Computer Centrum. Een heel goed idee:

    http://www.nrc.nl/nieuws/20…

    Sluit ook prima aan bij het idee dat de ICT een ondersteunde en overlappende activiteit is die haaks staat op de departementen.

    In het artikel staat zaken dat vooral uitbesteed moeten worden die men zelf ook kan. Is dat geen tikfout? Wat je uitbesteed zijn naar mening ondersteunende zaken (infrastructuur, systemen) of het inhuren van specialistische kennis. Het gaat juist om al die ondersteunde en administratieve systemen die de overheid draaiende moeten houden, dat lijkt me iets waar je zelf de verantwoordelijkheid over neemt. En die nu allemaal uitbesteed worden.

    Nog twee opmerkingen. First time right vs permanent beta. Het is niet te hopen dat de overheid die benadering overneemt. Software moet altijd right zijn, zeker in het geval van de overheid. Het past wel in de trend van de software fabriek waarbij het zelfsturende multidisciplinaire team agile scrummend van sprintje naar sprintje continuously deliverend software live gooit. Permanent beta dat kan je de gebruikers en burgers niet aandoen. Stabiliteit en betrouwbaarheid, dat lijkt me belangijker voor overheids systemen.

    Tot slot, er staat dat er geschat wordt dat er 12000 medewerkers aangenomen moeten worden om het tekort aan ICT kennis en vaardigheden aan te vullen. Dat is nogal wat en vraag me af hoe je aan zo een getal komt. Als er een regel in de ICT geldt is dat je het altijd met de helft van de mensen af kan. Daarom is 6000 een even logischer schatting. Beter lijkt me, je haalt in huis wat je nodig hebt en je ziet wel wat je nodig hebt. Is dat niet agile? Maar eerst dat RCC.

  • Jan Willem Boissevain | 4 mei 2017, 22:09

    Opmerkelijke uitspraak:
    “… Maar wij zeggen wel dat we alleen dingen zouden moeten uitbesteden die we in principe ook zelf kunnen doen.”
    Het omgekeerde lijkt mij logischer.

  • P.J. Westerhof LL.D MIM | 30 juli 2017, 16:47

    Met bijna 30 jaar ervaring in uitbesteding, en alles wat daarmee te maken heeft, kan ik alleen maar zuchten bij bovenstaande reacties.
    Ik heb ooit een paar keer gesolliciteerd bij het RCC. Maar een IT-/bestuurs-jurist en bestuurlijk informatiekundige, met IT-kennis en projectmanagement-kunde, met kennis en kunde van systeemontwikkeling en – beheer (o.a. testen en ITIL) ….. daar had men nog nóóit van gehoord en daar wist men ook geen raad mee.

    Met alle consequenties van dien.

    De 1e Wet van Uitbesteding is :
    ‘Nóóit je primaire bedrijfsprocessen uitbesteden’
    De 2e Wet van Uitbesteding is :
    ‘Nóóit uitbesteden als je niet ook weer kunt inbesteden.’
    De 3e Wet van Uitbesteding is :
    ‘Alléén uitbesteden als een ander het aantoonbaar en consequent a) beter of b) goedkoper kan.’
    De 4e Wet van Uitbesteding is :
    ‘Bij gelijkblijvend service level wordt uitbesteding meestal duurder, de marge voor de provider zit er immers tussen wil er immers ook aan verdienen
    De 5e Wet van Uitbesteding is :
    ‘Hands off, eyes on’
    De 6e Wet van Uitbesteding is :
    ‘Vertrouwen is goed, contracten zijn beter’
    De 7e Wet van Uitbesteding is :
    ‘Als een SLA niet op één A4 past doe je iets niet goed’.

    Alle zeven de wetten, en nóg een paar, werden en wórden door de overheid – maar ook bedrjfsleven – vanaf het begin systematisch genegeerd. Lees de vele rapporten.
    Ook alle voorhanden literatuur werd en wordt systematisch genegeerd, het ‘Handboek Privatisering’ had en heeft het merendeel van de beleidsvoorbereiders en besluitvormers nooit gehoord.
    Deze gaven de voorkeur aan een wildgroei aan seminars en workshops.
    Lees de vele rapporten.

    Met alle consequenties van dien.

    Met de verkoop van de Postgiro is een kritische betalingsinfrastructuur verloren gegaan, die de Nederlandse samenleving miljarden had kunnen besparen.
    In vele ‘op afstand geplaatste’ semi-overheidsorganisaties heerst een bonuscultuur die ten koste gaat van de dienstverlening.
    Een RCC of PCC komt zachtjesaan weer terug.
    Maar daarmee ook de vroegere managementcultuur van ‘Wij managen de toko wel, die ICT is iets voor nerds’.

    “… Maar wij zeggen wel dat we alleen dingen zouden moeten uitbesteden die we in principe ook zelf kunnen doen.” is dan ook een gotspe.
    “afhankelijkheid van grote ICT-aanbieders” is de consequentie van jaren lang liggen in één bed.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren