Artikel

Zsolt Szabo: ‘Ik zie versnelling op het ICT-dossier’

Het Kabinet Rutte III is halverwege de rit. Een mooi moment om de tussenbalans op te maken van de Agenda Digitale Overheid. We doen dat met Zsolt Szabo van Capgemini, als vice-president verantwoordelijk voor business innovaties binnen de publieke sector. Hij is tevens oud-Kamerlid en was in die rol woordvoerder digitale overheidsdienstverlening.

Zsolt Szabo, vice-president business innovaties binnen de publieke sector Capgemini. Beeld: Marnix Klooster.

Zsolt, op welke wijze volg jij vanuit Capgemini nog het dossier van de digitalisering van de overheidsdienstverlening?

“Op vele verschillende manieren en met veel interesse! Vanuit meerdere invalshoeken hoor en lees ik hoe de digitale agenda van de overheid zich ontwikkelt, onder meer via onze relaties, de media en de debatten in de Tweede Kamer. Zo krijg ik vanuit verschillende opinies een goed beeld van de voortgang rond de digitalisering van onze samenleving. Recent was ik deelnemer aan de handelsmissie naar de Verenigde Staten die werd geleid door premier Rutte. Daarbij werd onder meer een bezoek gebracht aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT), dat kan worden gezien als de geboorteplek van de ontwikkelingen rond artificial intelligence (AI). MIT kreeg onlangs nog een miljard aan investeringen voor onderzoek rond AI. Indrukwekkend, maar als ik naar de initiatieven rond AI in Nederland kijk zie ik dat we hier ook op de goede weg zijn.

Als Kamerlid publiceerde jij al in 2003 de beleidsnotitie ‘De Belgen Voorbij’ ; een stappenplan voor de modernisering van de dienstverlening van de overheid tot 2010. Terugkijkend, waar staan we nu?

“De voorstellen die in het rapport stonden beschreven waren ambitieus maar noodzakelijk en nog steeds actueel. Zo wilde ik bijvoorbeeld dat een aantal trajecten zou worden ingezet rond het beter beleggen van het ICT-dossier binnen de overheid; onderzoek hoe uitvoeringsketens beter op elkaar zouden kunnen worden afgestemd, een beschrijving van een basisinfrastructuur, introductie van een elektronische identiteitskaart (eNIK), verplicht gebruik van authentieke bronnen en eenmalige gegevensopvraag. Terugkijkend, wil ik een drietal conclusies trekken. Allereerst moest ik toen nog wel wat zendingswerk verrichten over het belang van het digitaliseren van de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Ten tweede zijn uiteindelijk de geformuleerde beleidsvoorstellen linksom danwel rechtsom in de loop der jaren opgepakt. Tot slot zie ik met name in de afgelopen jaren een versnelling op dit dossier.

Een versnelling?

“Zeker. Waar we nu staan is het beste te illustreren via de brief aan de Kamer die door staatssecretaris Knops (BZK) in juli is toegezonden over NL DIGIbeter. NL DIGIbeter richt zich op onder meer digitale inclusie, de burger centraal, transparantie en toegankelijkheid; onderwerpen die ook terug zijn te vinden in ‘De Belgen Voorbij’. NL DIGIbeter vind ik een document met samenhang en nog belangrijker, geschreven vanuit het perspectief van de ontvanger, burgers en ondernemers. Knops schrijft in de Kamerbrief over NL DIGIbeter onder meer; ‘Ik wil merkbare resultaten voor burgers en ondernemers’. Het digitaliseringsdossier lééft anno 2019, wat dus in mijn Kamertijd minder het geval was. Daar mag je dit kabinet lijkt mij een pluim voor geven. Maar wij zijn er nog niet samen.”

We zijn er nog niet samen?

“Ja, samen. Ik citeer een alinea uit NL DIGIbeter ‘Binnen de overheid spreken we af hoe we de dienstverlening aan burgers en ondernemers voor verschillende generieke functies inrichten. Die afspraken leggen we vast in beleidskaders, als uitwerking van het ‘Beleidskader digitale basisinfrastructuur’. Er komt een beleidsnotitie digitale portalen (zoals MijnOverheid) en er komen beleidskaders voor berichtenverkeer (formele correspondentie), basisregistraties, regie op gegevens en voor machtigen.’ Allemaal onderwerpen die ondersteund zullen worden met digitale oplossingen die de private sector kan leveren. Daarnaast kan de Digicampus een belangrijke rol gaan spelen in de verdere digitalisering van de overheidsdienstverlening. Dit is een nieuw initiatief waarin overheid, bedrijfsleven en wetenschap samen werken aan vernieuwing, waardoor burgers en ondernemers weer beter worden bediend door die overheid.”


2003 ligt al weer een tijdje achter ons. Wat is er nu wezenlijk veranderd op dit dossier?

“In mijn beleidsnotitie uit 2003 verwees ik naar België als land dat proactief was in het digitaliseren van de overheidsdienstverlening. Inmiddels zien we wereldwijd waardevolle voorbeelden van overheden die technologische ontwikkelingen rond bijvoorbeeld Data & Analytics, Robot Proces Automation, Internet of Things, Cloud Computing en Blockchain beproeven en gebruiken om de dienstverlening aan burgers en bedrijven te optimaliseren. Daar waar in mijn Kamertijd overheden vaak zelf op zoek moesten naar passende ICT-oplossingen, kan nu dus gebruik worden gemaakt van een schat van ervaringen, opgedaan in andere landen.”

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren