Artikel

Samen bouwen aan een infrastructuur voor iedereen

We hebben al veel bouwstenen voor een sterke e-overheid. Er ontbreken echter een aantal essentiële elementen die deze bouwstenen met elkaar verbinden tot een krachtig geheel.

Een groep leidinggevenden vanuit de e-overheid publiceerde onlangs een voorstel op de website van iBestuur. Zij waren op bezoek in Estland en vertaalden hun bevindingen in dit voorstel voor de nieuwe regeerperiode. Larissa Zegveld, directeur van KING, maakte deel uit van deze Estland-delegatie en schreef mee aan het voorstel. “Wat we zien is dat de Nederlandse overheid de bouwstenen heeft voor een sterke e-overheid, maar er ontbreken een aantal essentiële elementen die deze bouwstenen samensmeden tot een krachtig geheel.” De groep pleit voor het maken van één overheidsbreed gedragen visie op de e-overheid die leidt tot verplicht stellende afspraken. “Het ontbreekt in Nederland niet aan visie, maar we hebben er nogal veel. Iedereen heeft zijn eigen digitale agenda, ook wij als VNG en KING. Wij raden aan om te komen tot één visie die voor de hele overheid geldt en waar iedereen in samenhang aan kan werken. Daarbij hebben we een organisatie nodig die de noodzakelijke bevoegdheden krijgt om overheidsbreed te sturen dat deze afspraken daadwerkelijk worden nagekomen.”

Verbinden wat er al is

De digicommissaris heeft de afgelopen jaren hard gewerkt om meer samenhang aan te brengen en duidelijke afspraken te maken over de financiering en governance van de generieke digitale infrastructuur, de basis van de e-overheid, stelt Zegveld. “Nu is het tijd om de e-overheid zodanig te versterken dat we gaan werken als één efficiënte overheid.” Het voorstel van de Estlanddelegatie bevat een aantal punten om dit te bereiken. Volgens Zegveld is er veel te leren van het Baltische land, al is de situatie daar anders dan in Nederland. Zo kon Estland min of meer vanaf nul beginnen, terwijl Nederland al een uitgebreide infrastructuur heeft. “Daarom benadrukken we het belang van het leggen van verbindingen tussen wat er al is. Juist door te benutten wat we al hebben, kunnen we snel grote stappen maken.” De Estlanddelegatie stelt onder meer voor om verder bouwen aan een stelsel van generieke bouwstenen, een uitbreiding van de GDI met onder meer portalen, kanalen voor gegevensuitwisseling en online identificatiemiddelen.

Samen organiseren

Het pleidooi om veel meer samen te doen haakt aan bij een trend die al bestaat onder gemeenten. Op de Buitengewone Algemene Ledenvergadering van de VNG afgelopen november stemden gemeenten met grote meerderheid voor een aanpak van samen organiseren, in lijn met de bestaande Digitale Agenda 2020. VNG en KING ondersteunen gemeenten daarbij. Gezamenlijk inkopen doen gemeenten al: de eerste gezamenlijke inkoop ging over mobiele datacommunicatie en de inkoop voor vaste telefonie loopt. Zo zullen er meer volgen, zegt Zegveld: “Alles wat voor gemeenten een commodity is, kunnen we gezamenlijk inkopen.”

Het ontbreekt in Nederland niet aan visie, maar we hebben er nogal veel

Ook op het gebied van gemeentelijke producten en diensten worden nu grote stappen gezet. De webdiensten waarmee mensen een verhuizing online doorgeven en de webdienst waarmee begrafenisondernemers digitaal een overlijden melden, zijn inmiddels gegund aan Decos. Dat bedrijf gaat voor deze diensten de e-formulieren en de achterliggende technologie maken. Dat resulteert in twee landelijke webdiensten die alle gemeenten kunnen gebruiken. In 2017 volgen er meer gemeentelijke diensten die op deze manier aanbesteed en vervolgens gebouwd gaan worden. Zoals het aanvragen van uittreksels. Een andere generieke voorziening is Govroam, waarmee ambtenaren veilig kunnen inloggen op wifi-netwerken van andere deelnemende overheidsorganisaties. KING spant zich er voor in dat alle gemeenten zich hierbij aansluiten, zodat er een landelijk dekkend Govroamnetwerk komt.

Leefwereld wordt leidend

Dit is allemaal werk onder de motorkap van de e-overheid, zegt Zegveld. Het is noodzakelijk dat het gebeurt, maar de Estlanddelegatie pleit voor een bredere visie. “Wat ons opviel in Estland is de open en positieve houding ten opzichte van digitalisering. Men ziet het echt als een kans voor nieuwe en betere dienstverlening.” Daarom pleit de delegatie onder meer voor innovatie als norm bij de ontwikkeling van de digitale overheid. Met andere woorden: digitaliseer niet alleen bestaande dienstverlening, maar innoveer de dienstverlening. Zegveld geeft een voorbeeld uit de gemeentelijke praktijk: “Als we de webdienst voor uittreksels collectief gaan oppakken, dan zullen we onderzoeken of we deze dienst zo kunnen vormgeven dat deze niet meer vraagt ‘welk uittreksel heeft u nodig?’, maar dat aan de hand van de levensgebeurtenis van de inwoner wordt aangegeven welke uittreksels nodig zijn.”

Een goed werkende e-overheid is echter meer dan dienstverlening die zich voegt naar de leefwereld van inwoners en ondernemers. “Uiteindelijk moeten al onze inspanningen leiden tot één efficiënt werkende overheid, die optimaal aansluit bij de samenleving. Als een onderdeel van die samenleving, aangehaakt op een infrastructuur die van die hele samenleving is. En die overheid, markt en inwoners gebruiken voor het vergroten van hun welvaart en hun welzijn. We hebben in Estland gezien hoe dit kan werken. Dat moet in Nederland ook mogelijk zijn.”

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren