Markt en overheid
Artikel

Nieuwe kansen voor open source binnen de overheid

Overheidsinitiatieven rond het gebruik van open source software zijn niet nieuw, zowel op landelijk als Europees niveau. Op 21 oktober dit jaar nam de Europese Commissie de nieuwe Open Source Software Strategy 2020 - 2023 aan. Dit lijkt weer nieuwe kansen te bieden voor open source bij de overheid. We spreken erover met Jan Wildeboer, open source evangelist en overheidsexpert bij Red Hat.

Wie de ontwikkelingen in open source volgt, weet dat deze manier van software ontwikkelen de laatste tien jaar de wereld heeft veroverd. Inmiddels is open source software overal in ons leven aanwezig, van smartphones en slimme televisies tot talloze cloudapplicaties in wereldwijde datacenters. En zelfs op de investeringsbalans van bedrijven en burgers; in de vorm van de cryptomunt bitcoin. Heeft open source ook binnen de Nederlandse overheid zo’n grote opmars gemaakt? Volgens Jan Wildeboer is dit zeker zo, maar er valt nog veel winst te behalen. Ook wat betreft Europese samenwerking ziet hij kansen.

Toen Wildeboer in 2005 in dienst kwam bij Red Hat speelde er veel op open source gebied. Zo was zijn woonplaats München bezig met een groot project om de gemeente van Windows over te zetten naar een eigen Linux-distributie genaamd LiMux. Daarnaast werd in Nederland in 2007 het actieplan Nederland Open in Verbinding (NOiV) door de Tweede Kamer aangenomen, dat het gebruik van open source software en open standaarden binnen de overheid moest bevorderen. Beide projecten waren uiteindelijk niet succesvol, maar volgens Wildeboer was dat te verwachten: “Bij alle grote veranderingen moet je geduldig zijn. Dat geldt zowel binnen de overheid als het bedrijfsleven, zeker als het gaat om dingen als openheid en samenwerking. Maar de open source gedachte is diep verankerd in de overheid. Er wordt al vele jaren over gesproken. Het is een soort cyclus van tien jaar, waarbij het nu weer naar boven komt omdat het populair is en iedereen weet dat de overheid uiteindelijk toch naar open source beweegt.”
Hij ziet de nieuwe open source strategie van de Europese Commissie dan ook als een voortzetting van de beweging die tien jaar geleden in gang is gezet. “Terwijl iedereen aan het vechten was over besturingssystemen, frontend software en documentstandaarden, heeft open source sindsdien de hele backend overgenomen, zonder dat men het door had. Zonder open source was er geen cloud computing geweest. En zonder cloud was de huidige software-defined wereld of DevOps er niet gekomen. In feite hebben we alle grote veranderingen van de afgelopen zeven jaar aan open source te danken.”

Open karakter

Een IT-stack bestond tien jaar geleden nog vooral uit heel veel hardware en een klein deel software. Inmiddels is dat beeld volledig omgedraaid. “Alles is tegenwoordig software”, stelt Wildeboer. “Van besturingssystemen en virtuele machines tot containers, databases en networking. Zo’n 80 procent van de functionaliteit is generiek en slechts 20 procent bestaat uit software waar een organisatie zijn productiviteit en onderscheidend vermogen uit haalt. Open source software is dan de logische keuze voor die 80 procent. Je bespaart er geld mee en door het open karakter kan je het in principe in elke gestandaardiseerde omgeving inzetten. Dat is de grote gedachte erachter en dat staat nu in het programma van de Europese Commissie, terwijl dat tien jaar geleden nog enkel in een programma van de Nederlandse overheid stond. En die vooruitgang is nog lang niet afgelopen.”
Open source begint steeds meer gemeengoed te worden in de backends. Door zo’n gestandaardiseerde omgeving zo vroeg mogelijk in de keten in te zetten, verhoog je de efficiëntie en versnel je de ontwikkeling van nieuwe functionaliteit.

Een belangrijke verandering in de perceptie van open source is het businessmodel erachter. Net als bij elke zakelijke software moet je niet zelf proberen zelf het wiel uit te vinden, terwijl andere partijen dat al lang voor je hebben gedaan. Wildeboer: “Geen enkele overheidsinstantie haalt het nu nog in zijn hoofd om zelf een eigen Linux-distributie samen te stellen en al zijn ambtenaren ermee te laten werken. Dat werkt niet. Je kunt je tijd beter besteden aan het ontwikkelen van software waar je het verschil mee maakt. Dat onderscheidt een open source softwareproject van een enterprise open source product. De leverancier zorgt dan dat de software betrouwbaar functioneert, inclusief professionele ondersteuning en een systeem dat de software op een gecontroleerde manier van patches en updates voorziet.”

Partner-ecoysteem

Het ecosysteem rond open source software is ook enorm gegroeid, wat een belangrijk onderdeel is van het succes. Het aanbod van open source projecten en ontwikkeltools is gigantisch, en er zijn talloze professionele partijen die de open source software leveren, implementeren en ondersteunen. Binnen de Nederlandse overheid wordt open source software inmiddels op allerlei niveaus ingezet. “Ik zeg altijd: een evolutie is ook maar een revolutie zonder de R”, aldus Wildeboer. “Red Hat is al 27 jaar bezig om het ‘open’ gedachtegoed in de praktijk te brengen. Voor overheidsinstanties die al jaren hun IT outsourcen is het een lastige beslissing om zelf weer controle te nemen over de IT-stack en voor een vorm van open samenwerking te kiezen. Daarom moet je een partij in de hand nemen die daar goed in is en die je daarbij kan begeleiden. Dat heeft de Europese Unie heel goed begrepen en daarom bestaat nu dit open source programma. Maar het gaat niet werken als 27 EU-landen dit elk op een eigen manier gaan doen. We moeten samenwerken en standaardiseren.”

Jan Wildeboer, open source evangelist en overheidsexpert bij Red Hat: “Bij alle grote veranderingen moet je geduldig zijn. Dat geldt zowel binnen de overheid als het bedrijfsleven, zeker als het gaat om dingen als openheid en samenwerking. Maar de open source gedachte is diep verankerd in de overheid.”

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren