Blog

Alle begin is moeilijk, ook voor het BIT!

Het door minister Blok nogal afgezwakte BIT heeft haar eerste advies afgeleverd. Dat blijkt nogal voorzichtig van aard en weinig inhoudelijk.

Eerst even terug in de tijd. De Commissie Elias stelde onder andere vast dat de CIO Rijk over te weinig bevoegdheden beschikte om ICT-projecten te kunnen beheersen. Ook liep die regelmatig aan tegen de autonomie van departementen. De betrokkenheid van minister Blok bij de onderhavige problematiek kwalificeerde Elias als te klein. Vanuit die vaststellingen beoordeeld zijn de ontwikkelingen sindsdien opmerkelijk te noemen.

Het BIT werd door minister Blok alsnog ingepast in het bestaande CIO-stelsel en de CIO Rijk, werkend onder zijn ministeriële verantwoordelijkheid, werd benoemd tot hoofd van het BIT en stelt als zodanig formeel de BIT-adviezen vast. Let wel, geen dwingende besluiten die, lag het aan Elias, opdrachtgevers desnoods konden verplichten met hun project te stoppen, maar adviezen die ‘expliciet bij de besluitvorming inzake IT-projecten dienen te worden meegewogen.’ De noodzakelijke onafhankelijkheid en doorzettingsmacht van het BIT, alle ongetwijfeld goed bedoelde intenties van de CIO Rijk en diens BIT-medewerkers ten spijt, zijn met die opzet eenvoudig onvoldoende geborgd. Een bijkomend punt van zorg daarover vormt een wijziging in de tekst van het Instellingsbesluit tijdelijk Bureau ICT-toetsing. Stond in het concept-besluit nog dat de minister van Wonen en Rijksdienst geen aanwijzingen zou geven met betrekking tot onder meer de inhoud van de BIT-adviezen, nu staat in het Instellingsbesluit dat de minister daarover geen afzonderlijke aanwijzingen geeft. Een opmerkelijk adjectief dat de mogelijkheid opent dat hij zich intern wel in algemene termen over een advies uitlaat. Als hij dat, in de departementale hiërarchische lijn, ook inderdaad zou doen onttrekt zich dat bovendien volledig aan het zicht van de buitenwacht.

Het Instellingsbesluit bevat trouwens nog een andere opvallende aanvulling. Een concept-advies van het BIT wordt nu eerst voor hoor en wederhoor aan de minister wie het aangaat gezonden. Pas daarna is sprake van een definitief BIT-advies. Of het concept-advies in de tussentijd aan de reactie van de betrokken minister kan worden aangepast, is niet duidelijk. Het alsnog aangebrachte onderscheid tussen concept en definitief advies doet dat logischerwijs wel vermoeden, al was het maar omdat alleen het definitieve BIT-advies openbaar wordt gemaakt. Ik kan mij echter goed voorstellen dat de Kamer vooral in het concept-advies van het BIT zal zijn geïnteresseerd en dat ook direct zou moeten kunnen krijgen. Wat de betrokken minister van het concept-advies van het BIT vindt, hoort men ongetwijfeld later wel.

Ten slotte de praktijk, want inmiddels is er een eerste advies van het BIT, namelijk over Operatie BRP, eerder nog Modernisering GBA geheten.
Vooropgesteld dit. Een BIT-advies lijkt mij toch in de eerste plaats bedoeld om ‘minder deskundigen’ een heldere en begaanbare weg in de vaak complexe IT-problematiek te wijzen. Daarvoor moet het dan, zou ik menen, leesbaar en begrijpelijk voor relatieve buitenstaanders zijn en bij voorkeur concrete aanwijzingen tot verbetering bevatten. Die vaardigheden mogen, gelet op de veronderstelde bijzondere expertise van leiding en medewerkers van het BIT, dunkt me, ook van hen worden verwacht. Wie met dat verwachtingspatroon aan het lezen slaat wordt teleurgesteld.
De hamvraag of het historisch belaste ICT-project Operatie BRP met succes kan worden uitgevoerd, beantwoordt het BIT positief, zij het met de kritische kanttekening dat een aantal risico’s en onzekerheden dan wel veel meer aandacht moet krijgen. Wat dan volgt is een reeks van te vrijblijvende noties. Zo zou de politiek onvoldoende besef hebben van de impact van door haar voorgestelde wijzigingen, kent het programma onvoldoende transparantie, is de planning daarvan kwetsbaar en heeft het BIT de indruk dat de complexiteit in het ontwerp groter is dan noodzakelijk. Tsja, denk je dan als aandachtig lezer, zover waren we voor het BIT ook al. Voorts blijkt dat het BIT ‘de roerige geschiedenis’ van het programma bewust buiten beschouwing heeft gelaten. Maar ligt nu juist daarin niet een wijze les voor de toekomst verscholen? Doorlezend valt op dat het eerste BIT-advies in belangrijke mate van procedurele en beheersmatige en slechts bij uitzondering van inhoudelijke aard is. Zeker de constatering dat het ontwerp van het BRP op sommige plaatsen zeer complex is, complexer zelfs dan noodzakelijk, wekt verwachtingen die gaande de rit niet worden ingelost.

Het eerste advies van het BIT wekt al met al de indruk dat men aan de voorzichtige kant heeft willen blijven en niet al te kritisch voor de opdrachtgever heeft willen zijn. Of dat bij een beladen project als BRP een verstandige insteek was en wat dat betekent voor toekomstige adviezen, zal moeten blijken.

  • Nico Beenker (nicobeenker.nl) | 10 december 2015, 15:58

    Ik ben het eens met de conclusie dat het BIT aan de voorzichtige kant heeft willen blijven en niet al te kritisch voor de opdrachtgever heeft willen zijn. Het advies van het BIT is gericht is aan Gert-Jan Buitendijk, de verantwoordelijke DG voor het programma operatie BasisRegistratie Personen (oBPR).
    Kort samengevat is het advies aan de DG:
    • Zorg ervoor dat er geen wijzigingen meer komen;
    • Maak een nieuwe planning en werk ingeval van onzekerheden met bandbreedtes;
    • Laat onnodige wensen varen;
    • Betrek de beheerders en voorkom verrassingen in de planning.
    Duhh, bent u daar nog? Heb je ergens last van in een complex IT-programma? Dan adviseert het BIT om daar onmiddellijk mee op te houden. Wat heeft een DG aan een dergelijk advies? Wat moet Gert-Jan Buitendijk nu gaan doen? Veel beter zou het zijn om een advies aan de DG te geven dat hem instaat stelt het oBPR beter te richten en gericht te houden, want dat is wat er kennelijk al jaren mis gaat in het oBPR. Concreet zou het advies aan Gert-Jan Buitendijk suggesties voor maatregelen moeten bevatten die er toe leiden dat hij het oBPR beter kan laten omgaan met wijzigingen en onzekerheden in de planningen en met requirements (wensen). Maar dat doet het BIT niet. Het BIT legt de verantwoordelijkheid voor de problemen enerzijds bij de politiek (die maar eens even terughoudend moet zijn met wijzigingen) en anderzijds bij de programmaleiding (die beter moet plannen en transparanter moet zijn over de gevolgen van een wijziging). Wanneer het BIT een moderne kijk op systeemontwikkeling en het programmamanagement daarvan zou hanteren, zouden ze dit niet zo stellen. Het BIT lijkt nog vast te zitten in het oude denken: eerst specificeren, dan realiseren. In het advies stuit ik op een tweede probleem. Het BIT hanteert een toetskader dat op zichzelf modern oogt, maar dat door datzelfde BIT ondeskundig wordt uitgelegd. Ik geef een voorbeeld. Dat is de oriëntatie op lange fasen. Het BIT speekt bijvoorbeeld van ‘Implementatie en overdracht naar de lijn’. Het BIT vindt dat de ‘na uiterlijk 2 jaar de implementatie bij eindgebruikers moet zijn begonnen’. Deze periode is absurd lang en in strijd met het eigen toetskader dat Agile/Scrum predikt. Wanneer blijkt dat alleen het ontwerpen al maanden gaat duren en het dus jaren duurt voor er software geïmplementeerd kan worden bij eindgebruikers, moeten er direct alarmbellen gaan rinkelen. Een IT-ontwerp dat maanden in beslag neemt, is voor een foutloze uitvoering meestal té complex. En dat blijkt ook zo te zijn in het oBPR programma (en al die andere overheidsfiasco’s).Wijzigingen kunnen heel valide zijn en een IT-programma moet daar mee om kunnen gaan. Maar, een wijziging moet door/voor de projecteigenaar geprioriteerd worden en er moet een positieve business case voor zijn. In een gezond IT-programma toont de eigenaar van het programma (als deze goed gecast is, is dat de belangrijkste representant uit de lijnorganisatie) zélf aan dat de wijziging doorgevoerd moét worden. En rekent voor (of laat dat doen) dat de wijziging zakelijk verantwoord is. Het is niet de programmaleiding die het nut van doorvoeren van een wijziging (en de gevolgen voor tijd en geld daarvan) moet uitleggen, zoals het BIT beweert, het is de eigenaar/opdrachtgever die dat moet doen.
    Dát had de conclusie van het BIT moeten zijn. Het BIT had moeten zeggen: “Gert-Jan, ga eens eigenaarschap nemen en kom uit je ivoren toren, want er gebeuren dingen in jouw programma die zakelijk onverantwoord blijken te zijn”.

  • P.J. Westerhof | 15 december 2015, 17:03

    @NB : Het gehalte van het BIT-advies over oBRP is overeenkomstig de ophanging van het BIT en het Toetsingskader. Daarover is hier en elders reeds het nodige gezegd. Een BIT-advies zal in principe daar niet bovenuit kunnen stijgen.

    De problematiek bij oBRP lijkt mij echter nogal wat fundamenteler dan in het advies aangegeven en hierboven aangedragen. Vraag is echter ook wanneer een advies over gaat doceren.

    Overigens is het de toon die de muziek maakt.
    ‘succesvol kan worden afgerond [..] mits’ tegenover ‘grote kans dat [..] de verwachtingen niet gaat waarmaken, (tenzij)’. Wellicht heeft het gewicht van oBRP tegenover OLO daar het verschil gemaakt.
    Ik vraag mij af welk gewicht aan Idensys wordt toegekend.

  • Louis Kossen | 16 december 2015, 18:08

    Hmm, ik heb ook het BIT oordeel over het oBRP project gelezen maar ik vond het een heel scherp (zelfs vernietigend) oordeel met een aantal goede adviezen en suggesties. De vrijblijvendheid zit niet in het oordeel zelfmaar in wat je er mee doet. Het vevolg hierop vond ik juist veel pijnlijker, vanuit het oBRP project was het antwoord, wat het BIT constateert en wat betreft de adviezen: dat doen wij allang al. In de brief van Plasterk over dit project stond uiteindelijk, het gaat goed met het project en met en paar aanpassingen gaat het lukken en dat vindt het BIT ook. Hoe een kritische rapport zo omgebogen wordt in de zegen van het BIT over het oBRP project. Dat was niet het oordeel van het BIT naar mijn mening.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren