De Basisregistratie Personen wordt een beetje open source. Op aandringen van het Tweede Kamerlid Roald van der Linde (VVD) zegde minister Ronald Plasterk gisteren toe de broncode vrij te geven, zij het op verzoek.
Door vrijgave van de broncode zou het GBA-moderniseringsprogramma zich verzekeren van ‘gratis steun van eigenwijze mensen’, aldus Van der Linde, die wel eens zouden kunnen bijdragen aan de bewaking of misschien zelfs verhoging van de kwaliteit. Plasterk was daarvan niet overtuigd. Je moet meer weten dan de broncode en bovendien komen er allerlei onafhankelijke kwaliteitscontroles. Maar hij had er ‘geen bezwaar’ tegen. Aan het eind van het overleg met de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken voegde hij er wel aan toe dat de code niet zou worden gepubliceerd, maar belangstellenden erom moeten verzoeken. Of vervolgens een besluit valt zo’n verzoek wel of niet te honoreren, dan wel iedere verzoeker de code bezorgd krijgt, al dan niet onder bepaalde voorwaarden, bleef onduidelijk.
Dit was de meest opmerkelijke uitkomst van een bespreking in de Kamer van de voor de tweede maal vastgelopen modernisering van de bevolkingsboekhouding. In 2008 werd het programma al eens stilgelegd. Na een grondige heroriëntatie werd vervolgens een herstart ondernomen. Dit voorjaar bleek opnieuw dat het zonder forse ingrepen niet zou lukken. De ontwikkeling van de Basisregistratie Personen (BPR) was aanzienlijk complexer dan gedacht, waardoor het moderniseringsprogramma duurder zou uitpakken en langer zou duren.
De huidige stand van zaken is dat alle gemeenten hun eigen GBA bijhouden en een landelijke kopie van al die lokale systemen, de GBA-V, gegevens verstrekt aan afnemers. De BRP moest een landelijk systeem worden waaruit afnemers niet alleen persoonsgegevens verstrekt krijgen, maar waarin gemeenten de gegevens over hun inwoners ook bijhouden. In april was van dit landelijke bevolkingsregister nog maar 32 procent gerealiseerd.
Plasterk heeft onderzoeksbureau Gartner scenario’s laten bekijken om uit de impasse te komen. De optie de GBA-V te verbouwen tot BRP (en er dus bijhoudingsfunctionaliteit aan toe te voegen) heeft hij verworpen. Hij kiest daarentegen ervoor de nieuwbouw van de BRP af te ronden, waarbij deze optie in de woorden van Plasterk ‘redeneert vanuit het invoegen van de huidige GBA-V in de nieuwe centrale voorzieningen van de basisregistratie personen’. Met beide mogelijkheden kan worden voorkomen dat de oude en nieuwe werkwijze langdurig naast elkaar moeten functioneren (wordt onwenselijk geacht), maar ‘afronden nieuwbouw’ heeft op ‘verbouw’ voor dat dit op termijn een hogere gegevenskwaliteit en een eenvoudiger te onderhouden en flexibeler systeem oplevert. Wijzingen laten zich dan makkelijker en goedkoper aanbrengen.
Het eerder gereserveerde budget van 44,4 miljoen euro wordt vermeerderd met 29,3 miljoen voor ontwikkeling, overhead, kwaliteitsborging en integratietesten. Daarnaast is 6,4 miljoen nodig voor de implementatie. Gemeenten betalen daarvan 3 miljoen, afnemers de overige 3,4 miljoen. De beheerkosten bedragen tot en met 2018 114 miljoen euro. Volgens Plasterk komt dat ‘nagenoeg overeen met de huidige beheerkosten van de bestaande GBA-voorzieningen’.
De behandeling van de problemen rond de GBA-modernisering gebeurde in een vergadering met een overladen agenda (onder meer: Visiebrief digitale overheid 2017, Visie en actieplan open overheid, Stand van zaken open data, Stand van zaken digitale overheid), waarvoor drie uur was uitgetrokken. De Kamer had aan een uur en drie kwartier genoeg. Madeleine van Toorenburg (CDA) was aangenaam verrast (‘ik heb er zelf helemaal niets mee’) door de grote belangstelling op de publieke tribune. “Als we niet al een parlementair onderzoek naar overheids-ICT hadden, zouden we er nu wel een kunnen beginnen,” zei ze over de GBA-modernisering. Zij, genoemde Van der Linde en Astrid Oosenbrug (PvdA) namen in hun inbreng de BRP-perikelen mee (D66, GroenLinks en PVV niet) en lieten zich deels inspireren door een blog van René Veldwijk op de sites van Computable en iBestuur.
Volgens Plasterk moesten ze niet alles geloven wat geschreven wordt. Hij reageerde slechts op de bewering dat de door hem aangestelde gedelegeerd opdrachtgever een honorarium van enkele malen de Balkenendenorm toucheert. De gedelegeerd opdrachtgever, Cor Franke, blijft daar echter ‘keurig onder’. Hij zal vijf dagen per week bovenop de ontwikkelingen zitten, verzekerde Plasterk. Dan moet de BRP eind 2016 gereed zijn, waarna tot eind 2018 de implementatie kan volgen en Nederland bijna 19 jaar nadat toenmalig minister Roger van Boxtel zijn ‘Adviesaanvraag Modernisering GBA’ (februari 2000) naar de Commissie-Snellen stuurde, een vernieuwde persoonsregistratie hebben.