De zomer is lekker zonnig begonnen. Met het regeerakkoord en de hoofdlijnenbrief van het kabinet worden uiterst hoopvolle stippen op de horizon geplaatst. Maar intussen trekken zich toch ook wat grauwgrijze wolken samen boven het digitale landschap van Nederland. Bij wijze van zomeroverdenking licht ik er drie uit.
De zomer is lekker zonnig begonnen. Met het regeerakkoord en de hoofdlijnenbrief van het kabinet worden uiterst hoopvolle stippen op de horizon geplaatst. Maar intussen trekken zich toch ook wat grauwgrijze wolken samen boven het digitale landschap van Nederland. Bij wijze van zomeroverdenking licht ik er drie uit.
Natuurlijk ben ook ik blij dat er een staatssecretaris Digitalisering en een vaste Kamercommissie Digitale Zaken zijn. Dat zijn stappen voorwaarts waar we in de toekomst de vruchten van zullen plukken. Maar het heeft nog niet geleid tot een samenhangende agenda voor de komende jaren.
1. Digitale infrastructuur
Allereerst de gang van zaken rond onze digitale infrastructuur. Dit samenhangende geheel van zeekabels, zendmasten, datacenters en glasvezelnetwerken is cruciaal voor onze digitale samenleving met een groeiende ICT-vraag en toenemende databehoefte. Tegelijkertijd kampen we met een stroomprobleem, een woningtekort en een energietransitie. Het verbinden van deze kansen en uitdagingen vraagt een ambitieuze beleidsagenda maar dit dikke dossier dreigt tussen de wal en het schip van de betrokken ministeries (EZK, RO, Klimaat, BZK) te belanden. Veel verder dan een bouwstop voor datacenters is het kabinet nog niet gekomen. Dit terwijl België, Frankrijk, Duitsland en de Nordics juist grote ambities tonen op het vlak van digitale technologie.
2. Digitale soevereiniteit
Ten tweede staat onze digitale soevereiniteit op het spel. We zijn bijna van het Russische gas af maar onze afhankelijkheid van Amerikaanse cloudaanbieders en Chinese 5G-antennes is onverminderd groot. Daar komt de Europese afhankelijkheid op het gebied van zonnepanelen en ‘grote stopcontacten’ nog bij. De Europese Commissie werkt aan een Europese dataspace bestaande uit een reeks wetten (GDPR, DMA, DSA, DGA, DA en de AI act) maar de vraag is natuurlijk of regulering wel genoeg is om autonoom te kunnen blijven in de digitale geopolitieke orde. Dit vraagstuk gaat over onze economische welvaart en democratische waarden maar politiek Den Haag maakt nog niet echt duidelijke keuzes op dit cruciale domein. Terwijl de uitvoering door steden (smart cities) en overheden (aanbestedingen) gewoon doorgaat.
3. Democratische rechtstaat
Ten derde maak ik me zorgen over onze democratische rechtsstaat. Die staat onder druk van de datagedreven controlezucht waar onze eigen bestuurders in het digitale tijdperk aan lijden. Het verhaal van de Belastingdienst en de toeslagenaffaire kennen we allemaal maar ook de inlichtingendiensten, defensie, politie en NCTV gaan steeds verder in het controleren en bespioneren van burgers. Te ver, want ze overtreden daarbij niet zelden de wet. Het kabinet fluit deze organisaties niet terug maar dient doodleuk spoedwetten in om de ontbrekende speelruimte alsnog te regelen (herziene wiv, datawet WGS, NCTV-wet). Het is de wereld op zijn kop maar de – versnipperde en mediagerichte – Tweede Kamer doet er weinig tegen.
Ik wil uw zomervakantie niet bederven met een te donkere kijk op de zaak maar een roze zonnebril lijkt me ook niet op zijn plaats. Laten we als publieke en private partijen onder ogen zien wat beter kan en intensiever samenwerken om stappen voorwaarts te zetten.
Kees Verhoeven is eigenaar Bureau Digitale Zaken, adviseur Digitale Transformatie bij Dutch Data Center Association (DDA), voorzitter KNVI en voormalig lid Tweede Kamer voor D66.