AcICT: Minister van Digitale Zaken noodzakelijk in nieuwe toekomstagenda
Het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT) dringt er bij formateurs Wijers en Van Haersma Buma op aan om digitalisering een centrale plek te geven in de nieuwe toekomstagenda van het kabinet. In een brief benadrukt het college dat digitalisering een sleutelrol speelt in vrijwel alle grote maatschappelijke vraagstukken en dat Nederland steeds afhankelijker wordt van digitale systemen en infrastructuur.
Volgens het AcICT biedt digitalisering grote kansen voor innovatie, economische ontwikkeling en zelfontplooiing, maar raakt zij tegelijkertijd aan essentiële thema’s zoals digitale soevereiniteit, autonomie, privacy en cyberveiligheid. Het college stelt dat visies zoals Ons Digitaal Fundament en de Nederlandse Digitaliseringsstrategie al zijn geformuleerd, maar dat het nu aankomt op daadwerkelijke realisatie. Hiervoor zijn volgens het AcICT doorzettingsmacht, samenwerking, snelheid en financiële middelen nodig.
Richting geven
Een minister van Digitale Zaken moet hierin richting geven en zorgen dat digitalisering een krachtige bouwsteen vormt voor een sterke samenleving en economie. De brief schetst dat zo’n minister verantwoordelijk zou moeten zijn voor het versterken van digitale autonomie en veiligheid, het realiseren van een toegankelijke en betrouwbare overheid, het actief sturen op het benutten van de mogelijkheden van ICT door kennis, kunde en innovatie te bevorderen, en het voorkomen dat verouderde ICT-systemen het functioneren van de overheid belemmeren.
Het AcICT wijst erop dat de introductie van een nieuw ministerie niet hoeft te leiden tot veel extra overhead, omdat in de afgelopen kabinetsperiode is gebleken dat staf en bedrijfsvoering kunnen worden gedeeld met een ander departement. De formateurs krijgen daarom mee dat juist nu de kans ligt om deze positie te creëren. Het college biedt aan de brief mondeling toe te lichten en wenst de formateurs succes bij hun opdracht.
Lees meer:
