Agnotologie

De dag dat ik dit schrijf is het 9/11. Iedereen weet nog wat hij die dag deed. Of, als je van mijn generatie bent, zelfs wat je deed op 22 november 1963, de dag dat Kennedy werd vermoord; ik zie mezelf staan in een bedrukt kringetje op het plein van mijn lagere school. Op 9/11 rond 15.00 uur had ik een overleg op het Amsterdamse stadhuis. Iemand kwam in de deuropening staan: het WTC staat in brand. Vliegtuig. Eerste reactie: onmogelijk, een flauwe grap. De rest is geschiedenis.

Ons geheugen werkt met horten en stoten, maar dié momenten beklijven. Een interessant artikel in De Gids rept van agnotologie, de studie van de onwetendheid. Hoe wij door uitgekiende vergeetstrategieën dom worden gehouden door ons eigen brein. Kennis kan in het volle licht beschikbaar zijn, maar toch over het hoofd worden gezien. Het is een kleine stap naar het mechanisme van verdringing dat we kennen sinds Sigmund Freud.

Er blijken altijd weer onvermoede kanten te zitten aan het fenomeen collectief geheugen. Archieven dienen om het soms vastgedraaide gesprek over het verleden te voorzien van een feitelijke basis. Niet zozeer om een objectieve waarheid vast te stellen, maar wel om te zien hoe wij op een bepaald moment dachten, afwegingen maakten en handelden. Altijd levert dat fascinerende speurtochten op. Vaak naar feiten die we al kenden, feiten die soms jaren terug ‘opnieuw’ boven water gekomen zijn en daarna toch weer onder de oppervlakte verdwenen. Zo marcheren we door de geschiedenis en ons geheugen: van kennen naar verdringen naar kennen. Je hoort wel eens dat we de geschiedenis niet kunnen herschrijven, maar dat is precies wat we altijd doen. Gelukkig. Maar de geschiedenis veranderen, dat kunnen we niet.

U leest de voorbeelden van dit mechanisme in de krant. Sinds vorig jaar wordt het nieuwe ‘definitieve’ onderzoek uitgevoerd naar structureel extreem geweld tijdens de oorlog in Indonesië (1945-1949). De eerste keer dat hier overtuigend door een ex-militair over verteld werd was in 1969. Nu volgt het NIOD-onderzoek in de archieven en start de discussie opnieuw met dezelfde verontwaardiging (over de onderzoekers!), verbijstering en ontkenning. Denk ook aan de parlementaire enquête over de gaswinning in Groningen. Wanneer voorspelden geologen voor het eerst dat bodemdaling risico’s met zich mee kon brengen? 1960? Ook hierover komt grootschalig archiefonderzoek om de parlementaire enquêtecommissie te voorzien van documentatie. Niet van de feiten, maar van de kennis die er toen was en de afwegingen die gemaakt werden. En als je de ogen opent voor alledaagse agnotologie zie je overal voorbeelden. Denk aan roken. Of klimaatverandering. Het is interessant te beseffen dat het een dunne grens is tussen echt niet weten en doen alsof.

Niettemin zijn vergeten en verdringen een onmisbare vaardigheid. Heilzaam. Een voorwaarde voor een gezond leven. Maar als we er dan toch aan moeten geloven en het brein laat het afweten, moeten we een beroep kunnen doen op ons gedocumenteerde geheugen, op het archief. Wij, als archiefinstellingen in Nederland, dragen een steentje bij aan de strijd tegen agnotologie en daar ben ik trots op.

Marens Engelhard is Algemeen Rijksarchivaris

Dit artikel staat ook in iBestuur magazine 32

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren