Inwoners en ondernemers praten steeds vaker digitaal met de overheid. In veel gevallen kan het ook niet meer anders. Toch is álleen digitaal niet de oplossing, zo werd duidelijk op een bijeenkomst in Capelle aan den IJssel, waar driehonderd inwoners op af waren gekomen. “We móeten aandacht blijven houden voor de mensen die niet mee kunnen of willen.”
Beeld: VNG Realisatie
Laaggeletterdheid. Dat was het woord dat het meest terugkwam tijdens de bijeenkomst die gehouden werd in het Isala Theater en georganiseerd was door Themater, een lokale organisatie die drie keer per jaar thema-avonden houdt. Thema van de bijeenkomst van woensdag 21 februari was ‘de digitale burger’.
Steven Luitjens, directeur Informatiesamenleving en Overheid bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ging in zijn bijdrage niet alleen in op de kansen van digitalisering (“Het kan leiden tot een grote kostenbesparing, maar het kan bijvoorbeeld ook mooie dingen doen in de zorg”), maar ook op de schaduwzijde ervan. “Zoals het risico dat straks onze gegevens op straat liggen, de zorg over privacy of de zorg over wanneer er grote storingen zijn (zoals de recente DDoS-aanvallen). Het zijn deze twee kanten die mij fascineren en dan met name waar de balans tussen die twee kanten zit.”
Luitjens deed ook een klemmend beroep om de tweeënhalf miljoen inwoners en ondernemers in ons land niet buiten te sluiten die om wat voor reden dan ook (nog) geen aansluiting hebben met de digitale wereld. “Ik ben erg geschrokken van dat aantal en daarbij gaat het niet alleen om de mensen van boven de zeventig. Waar wij bij de Rijksoverheid in ieder geval hard over nadenken is wat wij kunnen doen. Een van de manieren is om de bibliotheek in de 21ste eeuw een nieuwe missie te geven. Bibliotheken zijn veel laagdrempeliger dan gemeentehuizen. Waarom zouden zij niet eenzelfde rol kunnen spelen als gemeenten om mensen ook in het digitale tijdperk mee te laten komen?”, aldus Luitjes, die geconstateerd heeft dat schaamte een grote rol speelt in het niet mee kunnen of willen komen met de digitaliseringsslag. “Vaak willen mensen aan hun buren of hun mede-inwoners niet laten merken dat zij niet weten wat zij met deze technologie aan moeten.”
Dat zoveel mensen niet mee willen of kunnen met de digitaliseringsslag, heeft er toe geleid dat het huidige kabinet besloten heeft dat iedereen ‘recht heeft op post’. “Dat is gedaan om ook die groep mensen te helpen om te participeren in de samenleving. Als overheid zijn wij ook op dat gebied nog zoekende. Zoekende naar een manier waarop wij inwoners en ondernemers mee kunnen nemen. Zodanig dat wij niet óver hen praten, maar mét hen.”
Steven Luitjens verwees naar Estland op het moment Frénk van der Linden, die de themavond aan elkaar praatte, hem een vraag stelde of er een verzekering te geven is dat persoonsgegevens niet worden misbruikt. “In Nederland is het nu zo dat de politiek in ‘Den Haag’ beslist over wat er wel of niet mag worden uitgewisseld. In Estland hebben inwoners en ondernemers zelf de regie over hun gegevens. Zij bepalen zelf wie inzage krijgt en is ook exact te achterhalen wie op welke moment heeft ingelogd om jouw gegevens in te zien.”
VNG Realisatie
Veilig omgaan met (persoons-)gegevens kwam ook terug in de bijdrage van Ellen Koster, accountmanager Digitale Agenda bij VNG Realisatie. Koster noemde daarbij als voorbeeld het gebruik van apps. “We installeren allemaal apps op onze smartphone of tablet zonder dat we ons realiseren dat we daarmee gegevens van onszelf prijsgeven die we misschien liever voor ons zelf willen houden. Aan de andere kant verwachten burgers wel dat een gemeente snel en efficiënt werkt en zorgvuldig met hun gegevens omgaat.”
In het streven om veilig en op een moderne manier gegevens te kunnen uitwisselen en te kunnen verwerken, zijn gemeenten steeds vaker op zoek naar nieuwe technologieën. Een van die technologieën is blockchain.
Zuidhorn is een van die gemeenten die flink heeft ingezet op blockchain. De Groningse gemeente zet blockchaintechnologie in bij het zogenaamde Kindpakket, een budget dat ter beschikking wordt gesteld aan ouders met gezinnen die een minimuminkomen hebben. Van dat budget kunnen de gezinnen dingen doen voor de kinderen, bijvoorbeeld deelnemen aan sociale activiteiten of het aanschaffen van schoolboeken of sportkleding. “De afgelopen drie jaar was dat een ingewikkeld, arbeidsintensief bonnensysteem, met daarin een groot aantal controlestappen. Blockchaintechnologie zorgt dat het minder arbeidsintensief is. Als VNG Realisatie vinden wij dat een mooie ontwikkeling en wij proberen dan ook gemeenten te ondersteunen die dit soort innovatieve ideeën hebben om dat verder te ontwikkelen.”
Jasper van Kuijk
Een komische noot met een serieuze, kritische ondertoon. Zo valt de bijdrage het best te kwalificeren van Jasper van Kuijk, onder meer universitair docent werkzaam bij de TU Delft, columnist van de Volkskrant en winnaar in 2010 van de publieksprijs op het Cameretten-festival. In rap tempo liet hij een groot aantal voorbeelden zien van gebruiksvriendelijke ontwerpen. Onder andere van consumentenelektronica, maar ook van de OV-chipkaart. “Een vrouw van tachtig had een OV-kaartje gekocht, maar had niet ingecheckt. Op een station, halverwege de reis, stuurt de conducteur haar naar een OV-paal beneden in de hal om alsnog in te checken, waardoor zij niet op tijd bij haar dochter in Den Haag is die haar staat op te wachten. Ook dat is digitalisering.”
Ook de blauwe brief van de Belastingdienst kwam terug in de bijdrage van Van Kuijk. “De Belastingdienst dacht dat mensen dezelfde informatie zouden krijgen op het moment de e-mail de blauwe brief zou vervangen. Maar dat was niet waar. Die brief is voor menigeen ook een geheugensteuntje. Je ziet ‘em liggen en weet dat je nog betalen moet. Als je een e-mailtje krijgt, gebeurt er niets.” Van Kuijk haalde ook voorbeelden aan die wél goed gaan. Zoals de OV-fiets. “Om in te checken was eerst vijf minuten nodig, nu nog drie seconden.”
Omdat de overheid een monopoliepositie heeft, zou wat Jasper van Kuijk betreft er een mogelijkheid moeten bestaan om elke dienst van de overheid te meten. “Net zoals dat gedaan wordt door bijvoorbeeld partijen in het bedrijfsleven. Wat mij betreft zou elke overheid zijn eigen ‘flubbertje’ moeten hebben, een feedbackservice waarmee je aangeeft wat je van diensten of de dienstverlening van de overheid vindt.”
Aan het eind van zijn bijdrage vatte Van Kuijk zijn betoog nog eens kernachtig samen: “Digitalisering is een verandering, geen bezuiniging.”
Digitale vaardigheden
Na de pauze liet Conny Reijngoudt, directeur van Bibliotheek aan den IJssel, zien hoe intensief de bibliotheken zich tegenwoordig bemoeien met het bevorderen van digitale vaardigheden. Dat is een onderdeel van het bredere moderniseringsproces dat de bibliotheken de laatste jaren doormaken. Net als de andere sprekers legde ook zij het verband met laaggeletterdheid, dat ook in het niet-digitale domein een probleem is.
Wethouder Jean-Paul Meuldijk van de Zuid-Hollandse gemeente liet voor de pauze de zaal even schrikken door aan te kondigen dat de gemeente Capelle aan den IJssel met ingang van 2019 alleen nog digitaal aanspreekbaar zal zijn voor zijn burgers. Eenmaal aan het woord na de pauze maakte hij duidelijk wat vrijwel iedereen al dacht: niet dus. Het moet en zal voor inwoners van Capelle aan den IJssel altijd mogelijk blijven om bij de gemeente met mensen te praten. Niet alleen als die inwoner niet digivaardig is, maar ook als die iets wil bespreken wat zij liever oog in oog met een ambtenaar doen.
Met dank aan Rob Vermeulen (Themater)