Bevolkingskrimp, vergrijzing en de transities in het sociale domein vragen om een radicaal andere inrichting van de gezondheidszorg. Gezamenlijk optrekken van lokale- en regionale partijen is essentieel. Daarbij is een grote behoefte aan data als basis voor samenwerking en afstemming. Het gebruik van geodata biedt inzicht in de ruimtelijke patronen en verschillen tussen gebieden, kernen en buurten.
De Achterhoek is een regio met een afnemend bevolkingsaantal. Ten gevolge van twee ontwikkelingen verandert daar de opbouw van de populatie: door ontgroening neemt de komende vijftien jaar het relatieve aandeel 0 – 20 jarigen af, en door vergrijzing stijgt het relatieve aandeel 65-plussers sterk (bron: CBS) . Met name aan de randen van de kernen en in grote delen van de buitengebieden. Juist daar staat het voorzieningenaanbod nu al onder druk en zal de bereikbaarheid van die voorzieningen steeds belangrijker worden.
Sturing
De decentralisatie van zorgtaken in het sociale domein heeft als doelstelling de kwaliteit van zorg op peil te houden en efficiënter in te richten: goedkoper en op maat. Dat vergt samenwerking van alle betrokken instanties. Het risico is dat betrokken instanties hun eigen koers blijven varen en niemand eindverantwoordelijk is voor het geheel. Enige vorm van sturing is daarom noodzakelijk, een taak die op het bordje ligt van gemeenten.
De positie van de zorgvrager en zorgaanbieder is sterk in beweging. Een vraaggerichte in plaats van een aanbodgerichte benadering is de kern van het kabinetsbeleid en vergt een andere en open opstelling. De cliënt/patiënt moet in zijn kracht worden gebracht. Preventie is de basis voor een sterke, zelfvoorzienende burger. Zorgverzekeraars zetten in op betaalbare zorg in de buurt, waarbij ‘ontzorgen’ en zelfmanagement steeds meer aandacht krijgen. Voor de eerstelijnszorg betekent dit onder meer het vermijden van dubbele diagnostiek, gerichte aanpak van chronische aandoeningen, voorkomen van heropnames en gerichte medicatie. In De Achterhoek is een taakverzwaring van 30 tot 40 procent te verwachten doordat meer mensen zorg vragen. De sector moet zich goed voorbereiden op deze opgave, want als zij de zorg niet in de wijk leveren, zullen patiënten gebruikmaken van duurdere ziekenhuizen. Een ongewenste ontwikkeling.
Meer verantwoordelijkheden naar de eerste lijn vraagt van de tweede lijn een mentaliteitsverandering. Het voorkomen van verrichtingen wordt belangrijker, evenals het niet overdragen van de patiënt naar de tweede lijn. Dat vraagt ook een verandering van het financieringssysteem. Het moet financieel aantrekkelijk worden om weinig of niet te behandelen. Wat betreft wonen en vastgoed kan worden geconstateerd dat het verzorgingshuis, zoals we dat tot nu toe kenden, passé is. In de plaats komen thuiszorg en allerlei typen geclusterde woonvormen. Alleen cliënten met een zware zorgvraag en ernstig verstandelijk gehandicapten komen volgens de opvolger van de AWBZ, de LIZ (Langdurige Intensieve Zorg), nog in aanmerking voor zorg met verblijf.
Oost Gelre
De gemeente Oost Gelre, een van de acht gemeenten in de Achterhoek, heeft circa 30.000 inwoners verspreid over twee grotere kernen (Lichtenvoorde en Groenlo) en vijf kerkdorpen. Demografisch gezien is de gemeente een doorsnede van de Achterhoek: de komende jaren neemt de bevolking af en vergrijst sterk. In 2020 is bijna 25 procent van de inwoners van Oost Gelre 65 jaar of ouder en is 10 procent 75-plus. De jaren daarna stijgt deze (vaak kwetsbare) laatste groep nog sterk, ten koste van jongeren (bronnen: CBS, Primos Prognoses ABF Research via ROS-wijkscan Caransscoop).
Oost Gelre kampt met gezondheidsproblemen, zoals overgewicht en depressie. In Nederland heeft 43,6 procent van de mensen overgewicht, wat samenhangt met leefstijl en diverse chronische aandoeningen. Overgewicht heeft gevolgen voor het functioneren en psychisch welzijn: mensen met overgewicht hebben bijvoorbeeld vaker diabetes of een depressie. In Oost Gelre is dat bijna 50 procent, vooral volwassen en 65-plussers.
Hetzelfde beeld zien we bij een aantal andere aandoeningen en risicofactoren. Ondanks de bevolkingsafname lijkt de zorgvraag onverminderd hoog. Met behulp van geïntegreerde (geo)data ontstaat de mogelijkheid met een gebiedsgerichte aanpak op tijd te anticiperen op de veranderingen. Zo komt het opstellen en uitvoeren van integraal gezondheidsbeleid binnen bereik van de verantwoordelijke partijen.
Vraagkaarten
De afgelopen periode hebben verschillende partijen, ieder vanuit hun eigen invalshoek, data en kaarten verzameld en bij elkaar gebracht. Dat blijkt een aanzet te geven tot concretisering en prioritering van de opgaven. Zo is gekeken waar sprake is van lacunes in voorzieningen en infrastructuur. Voor het bepalen van de vraag is gebruikgemaakt van een aantal sociaal-economische en demografische indicatoren. Deze zijn op een gedetailleerd ruimtelijk schaalniveau in kaart gebracht, waarbij enerzijds patronen binnen wijken nog goed zichtbaar zijn en anderzijds de privacy van individuele bewoners niet in gevaar komt. Vervolgens zijn deze indicatoren gecombineerd tot zogenaamde vraagkaarten voor de situatie nu en in 2030.
Deze kaarten geven inzicht in welke gebieden binnen de regio de vraag al hoog is en in de komende jaren verder zal toenemen. Aan de aanbodkant is op adresniveau een breed aanbod van voorzieningen geïnventariseerd, van eerstelijnszorg tot voorzieningen als openbaar vervoer en supermarkt. Met een netwerkanalyse zijn ook de afstanden van alle woningen in de regio naar deze voorzieningen berekend, om zo een goed beeld te geven van de bereikbaarheid van deze voorzieningen. Door confrontatie van vraag en aanbod is in kaartvorm te zien waar nu en/of straks een substantiële vraag zal zijn naar woon-, zorg- en welzijnsvoorzieningen, en waar de belangrijkste voorzieningen niet goed bereikbaar zijn. Deze gebieden zijn de aandachtsgebieden genoemd. Denk bijvoorbeeld aan de hoeveelheid levensloopbestendige woningen, leefbaarheid van de wijken, enzovoorts. Deze bevindingen hebben bijgedragen aan oplossingsrichtingen voor verschillende vraagstukken en projecten op de Achterhoek Agenda 2020.
Samenwerken
De decentralisaties en grote veranderingen in cure en care leiden bij ongewijzigd beleid, en te weinig samenwerking, tot ongewenste maatschappelijke effecten. Zoals te weinig geschikte woningen voor dementerenden en hoogbejaarden, eenzaamheid bij ouderen, afwezigheid van de eerstelijns gezondheidszorg in kleine kernen, geen vervoer, gebrek aan vrijwilligers, et cetera. Door bij de discussie over deze opgaven verschillende databronnen en kaarten vanuit ‘wonen, welzijn, zorg’ samen te brengen en te gebruiken, wordt nog beter zichtbaar hoe veelomvattend deze zijn. Deze informatie maakt ook duidelijk dat samenwerking tussen betrokkenen vanuit gemeenten, vastgoed, zorg- en welzijn onontbeerlijk is en dat oplossingen vooral in het nemen van integrale (beleids-)maatregelen en meer samenwerken gezocht moeten worden.
Aan dit verhaal is meegewerkt door Anneke Ros (Werkplaats Vitale Leefomgeving voor De Achterhoek 2020); Martin van der Beek (Object Vision); Paul Reijn (Wijkscan.com); Karin Neeleman-van der Steen (ROS Caransscoop); Arnout Siegelaar (Coresta); Bert Gerlofs (Geon) en Paul Padding (Geonovum).