Wat is nu eigenlijk de bijdrage van de BGT aan de BV Nederland? het gebruik van dezelfde kaart levert veel voordelen op voor overheidsorganisaties, zowel intern als onderling.
Het vormen van een basisregistratie is een enorme uitdaging. De BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) is daar een exponent van, met name omdat er zeven partijen bij betrokken zijn. In totaal zijn 432 bronhouders (393 gemeenten, 23 waterschappen, 12 provincies, ProRail, het ministerie van Defensie, het ministerie van Economische Zaken en Rijkswaterstaat) bezig om hun aandeel in de BGT in kaart te brengen. Het creëren van samenwerking tussen deze partijen is een unieke uitdaging.
Het SVB–BGT is door de bronhouders opgericht om deze samenwerking vorm te geven en de transitie naar de BGT te regisseren. Gelukkig gaat het goed. Ik ben enorm trots op alles wat we samen met de bronhouders tot stand hebben kunnen brengen. We zijn nog niet klaar, en er zijn nog moeilijkheden te overwinnen, maar er komt een erg mooi product aan.
Basisregistraties zijn cruciaal om tot een efficiënte en effectieve overheid te komen. De BGT is één van die basisregistraties. Ik hoor u denken: ‘maar wat is nu de bijdrage van de BGT aan de BV Nederland’? Welnu, alle overheden verstrekken diensten, waarbij de locatie een belangrijk gegeven is. Met de BGT gebruiken alle overheden vanaf 2016 dezelfde kaart. Dat levert veel voordelen op voor overheidsorganisaties, zowel intern als ook in de onderlinge samenwerking.
Vakmensen in verbinding
Waar ik ook trots op ben is dat we niet vanuit een ivoren toren werken, maar met de vakmensen van de werkvloer. We zijn erin geslaagd om deze mensen met elkaar in verbinding te brengen. Deze geo-vakmensen hebben één taal geleerd (het BGT-model) om met elkaar tot een eenduidige kaart te komen. Ze doen dat vanuit verschillende achtergronden en motieven. Zo kijken gemeenten naar de BGT als basis voor het integraal beheer van de openbare ruimte. Waterschappen willen dat hun legger goed is opgenomen in de BGT en Economische Zaken kijkt met name naar de oppervlakte van de landbouwpercelen. Dit verschil in kijken levert regelmatig een verschil van inzicht op over de diverse bronhouderbelangen.
Het is onze taak om dit afstemmingsproces te faciliteren en de juiste discussie op tafel te brengen door het afstemmen te regisseren en een aantal spelregels toe te passen. Zo gaan we met bronhouders om tafel, stemmen digitaal af en passen zogenaamde assemblageregels toe. In het afstemmen zijn we ook flexibel geweest, door oog te hebben voor verschil in tempo en ambitie. Dat maakte dat ieder bronhouder enige vrijheid had om de samenwerking aan te gaan.
Deze manier van samenwerken vind ik bijzonder, want de algemene opinie is dat overheden makkelijk langs elkaar heen werken. Samenwerken gaat ook niet vanzelf. De bronhouders van de BGT hebben vanaf het begin een goed besluit genomen om dit echt gezamenlijk te willen doen. Op basis van dit gemeenschappelijke inzicht is er een succesvolle samenwerking ontstaan. In de transitie naar de BGT plukken we daar nu de vruchten van en we hopen dat ook door te zetten in het bijhouden van de kaart.
Er zijn veel meer voorbeelden waarin samenwerking tussen organisaties en ketenpartijen noodzakelijk is. Hopelijk is de BGT in dat opzicht ook een inspirerend voorbeeld voor anderen.
Jan Bruijn is directeur van SVB–BGT (SamenwerkingsVerband Bronhouders BGT).
Tijdens het BGT Congres van donderdag 11 juni in ’s-Hertogenbosch is hij een van de plenaire sprekers. SVB–BGT verzorgt tijdens het congres verder een aantal inhoudelijke sessies.