Uiteindelijk is het aan de Kamer om een beslissing te nemen over het BIT. En die is van links naar rechts voor méér BIT.
Een artikel op de website van Computable met de kop ’BZK vindt verlenging BIT niet nodig’ zorgde in ieder geval nog voor enig gevoel van urgentie. Verder was de hoorzitting van de vaste Kamercommissie voor BZK over ‘Het voorkomen van mislukte ICT-projecten bij de overheid’ vooral een tamelijk warrig déjà vu.
Natuurlijk heeft de Tweede Kamer een hoog Korsakov-gehalte – inherent aan de vierjaarlijkse stoelendans – maar er viel niet zo heel veel te vernemen dat niet ook vijf jaar eerder aan de commissie Elias was meegegeven. Niet voor niets dat bijna alle draadjes dan ook uitkwamen bij wat de meest concrete aanbeveling van Elias was: het Bureau ICT-Toetsing.
Het BIT heeft een aarzelende start gekend maar sindsdien gaat met enige regelmaat de knoet er over. Inmiddels werd 45 IT-projecten de maat genomen. En plein public! Dat zorgt bovendien voor transparantie waarmee ook de Kamer zijn voordeel kan doen. Het BIT als tegellichter.
Daar wordt vast niet iedereen vrolijk van, maar als het aan de gehoorde experts en oud-topambtenaren ligt gaat het BIT zeker niet verdwijnen, integendeel. Samengevat moet het BIT zich met nog veel meer zaken bemoeien, wordt het op afstand geplaatst – vergelijk de Onderzoeksraad voor Veiligheid – en krijgt het een heuse kill-switch. De Computable-soep wordt niet zo heet gegeten als de kop werd opgediend. In de geactualiseerde Strategische I-agenda waar het artikel naar verwees, staat niets dat niet ook al in het instellingsbesluit van het BIT stond. Namelijk dat het BIT ‘tijdelijk’ is: tot 2020 met een eventuele verlenging van twee jaar.
Uiteindelijk is het aan de Kamer om een beslissing te nemen over het BIT. En die Kamer, zo leerde de hoorzitting, is van links naar rechts voor méér BIT.
