Digitalisering van de overheid. Er gaat veel goed, maar er gaan ook dingen fout. Bijvoorbeeld door fraude. Burgers, bedrijven, maar ook de overheid zijn daarvan het slachtoffer. Capgemini zocht uit welke problemen en oplossingen bestuurders in de publieke sector zien als het gaat om fraude, fouten en vergissingen.
‘De traditionele scheiding tussen dienstverlening en handhaving is ontwikkeld in een achterhaalde realiteit. De nieuwe realiteit vereist fundamentele en permanente samenwerking tussen dienstverlening en handhaving’. Dat is een van de aanbevelingen die wordt gedaan in het rapport Eén front tegen fraude , een onderzoek van Capgemini over fraude, fouten en vergissingen dat tijdens het iBestuur-congres centraal stond in de sessie van Norbert Jansen (programmamanager Fraudebestrijding Capgemini) en Gerdine Keijzer-Baldé (directeur Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten – vanaf 1 maart: Rijksdienst voor Identiteitsgegevens).
Fraude, bedrog, oplichting: het is een verschijnsel van alle tijden. Om fraude, fouten en vergissingen tegen te gaan, wordt door de overheid sinds 2013 zwaar ingezet op fraudebestrijding. Ook bij opdrachtgevers in de publieke sector leeft het thema en is er een stijgende behoefte aan kennis en inzichten met betrekking tot het tegengaan van (digitale) fraude. Om daar in te voorzien heeft Capgemini een onderzoek uitgevoerd onder veertien topbestuurders en adviseurs in de publieke sector. “We hebben twintig bestuurders uitgenodigd om hun mening te geven en veertien van hen waren direct enthousiast”, zo hield Norbert Jansen de deelnemers aan de iBestuur-sessie voor.
De bestuurders werden bevraagd aan de hand van drie dilemma’s/stellingen (dienstverlening/handhaving; gegevensuitwisseling ketenpartners/eigen organisatie; innovatie/eigen organisatie), waarmee geprobeerd is om het probleem af te pellen. Dat leverde een reeks aan vragen, inzichten en aanbevelingen op. Zo werd door de bestuurders onder meer aangegeven moeite te hebben met het tempo van innovaties. Jansen: “Innovatie is lastig in dit veranderende tijdperk. Er zijn veel veranderingen en met name grote overheidsorganisaties houden ervan om dingen te borgen. Tegen de tijd dat zij het allemaal in hun organisatie hebben ingericht, staat de volgende verandering alweer voor hun deur of is alweer voorbij. Hoe ga je als organisatie daarmee om?”
In de gesprekken met de veertien bestuurders kwam ook naar voren dat samenwerking een lastig thema is. “Je ziet veel organisaties worstelen met de opdracht die ze hebben. Organisaties hebben vaak te maken met eigen regel- en wetgeving en andere organisaties hebben dat ook. Wanneer je wil samenwerken, moet je daar overheen gaan kijken. Dat is best ingewikkeld”, aldus Jansen.
Agentschap BPR
Een van de bestuurders die positief reageerde op de uitnodiging van Capgemini, was Gerdine Keijzer-Baldé (Agentschap BPR).
Aan de hand van de grootschalige (Bulgaarse) toeslagenfraude die begin 2013 breed werd uitgemeten in de pers, ging Keijzer-Baldé onder meer in op de activiteiten die haar organisatie uitvoert in het kader van adresfraude. De Toeslagenuitkering, die gebaseerd wordt op adresgegevens, heeft volgens Keijzer-Baldé een omwenteling teweeggebracht met betrekking tot de kwaliteit van de Basisregistratie Personen (waarover BPR het beheer heeft), maar ook hoe afnemers kijken naar en omgaan met gegevens.
Vorig jaar bedroeg het landelijk percentage correct geregistreerde personen op een adres 97,09 procent. Dat schreef minister Plasterk (BZK) eind vorig jaar bekend in een brief aan de Tweede Kamer. “Die drie procent is een groep waar wij moeilijk vat op krijgen. Dat zijn burgers die verhuizen en vaak niet weten dat je een adreswijziging moet doorgeven. Of dat zijn mensen die een tijdje naar het buitenland gaan, bijvoorbeeld langer dan vier maanden, maar dat niet doorgeven. Het gaat in veel gevallen om mensen die het onbewust niet melden. Dat is waarschijnlijk niet de groep waar we ons zorgen over hoeven te maken. Op enig moment komen ze er wel achter en krijgen ze er last van. Dan krijgen ze bijvoorbeeld geen post of geen uitkering meer. Het gaat ons om de groep die bewust een ander adres opgeeft dan het correcte adres. Voor ons als houder van die basisregistratie is het moeilijk om het percentage (97) omhoog te krijgen. Juist het feit dat er overheidsregelingen zijn die het adres als criterium hebben om te bepalen of er wel of geen toeslag moet worden uitgekeerd, maakt het fraudegevoelig.”
In haar bijdrage somde Keijzer-Baldé ook een aantal activiteiten op die BPR uitvoert in het kader van de bestrijding van adresfraude. Zo wordt er binnen gemeenten awareness gecreëerd bij ambtenaren om adresfraude nog beter te herkennen. “Het is echt een omslag die ambtenaren moet maken. Van oudsher zijn het dienstverleners en worden ze vooral gestuurd op snelheid, tempo aan de balie. En nou moeten ze opeens opletten dat mensen zijn die ze zeggen te zijn.” In dat kader worden ambtenaren getraind in de omgang met personen waarbij fraude wordt vermoed en wordt er nagedacht hoe fraude aan de ‘digitale gemeentebalie’ sneller kan worden herkend. Verder adviseert BPR gemeenten over hoe zij adresfraude nog beter kunnen aanpakken. “Inmiddels hebben we 120 gemeente bezocht om te vragen hoe zij omgaan met de bestrijding van fraude“, aldus Keijzer-Baldé, die duidelijk maakte dat het bestrijden van fraude niet iets is dat een organisatie in zijn eentje kan oplossen. “Organisaties moeten daarin samenwerken.”
Dat de bestrijding van adresfraude de overheid geen windeieren legt, blijkt uit de business case die is gemaakt. Een jaarlijkse investering van 13 miljoen euro in een risicogerichte aanpak van adresfraude zou de overheid naar verwachting jaarlijks 42 miljoen euro aan baten opleveren vanwege de opgespoorde fraude.
Tot slot had Gerdine Keijzer-Baldé ook nog een punt wat waar haar betreft meer energie in gestopt zou mogen worden om fraude te bestrijden. “Probeer terughoudend te zijn met regelgeving waarin criteria worden vastgelegd die gebaseerd zijn op gegevens die makkelijk te manipuleren zijn. Zoals adresgegevens. Of probeer checks and balances in te bouwen. Dat is iets dat de wetgevers moeten doen, de departementen.”
L.S. Kunt u mij zeggen hoe ik als particulier moet omgaan met frauduleuze handelingen verricht door belastingambtenaren?
Voor mij gebezigd:
-14 belastingdienstkantoren
-4 Ontvangers
-15 zorgtoeslagkantoren (zijn het de bulgaren???)
-5 BSN-nrs. , waarvan 2 aan mij bekend en het van mijn Man, i.v.m. nog te aanvaarden en af te wikkelen nalatenschap, nog niet mag worden vrijgegeven. Drie(3) ervan zijn totaal ONBEKEND en zelfs middels één dezer word ik ook nog gekort op mijn AOW-uitkering met persoonsverwisseling c.q. identiteitsfraude!!!
Als burger en éénling kun je hier niet tegenop.!
Zeg mij a.u.b. hoe ik verder kan, fraude helpdesk etc. helpen niet, ministeries wijzen alles van de hand etc.etc.
In afwachting van uw serieuze bericht, verblijf ik, met vriendelijke groet, mw.lesman
.