Artikel

Werk aan de winkel voor de politiek

Mede door corona digitaliseert de samenleving in sneltreintempo. Ook de digitalisering van de overheidsdienstverlening staat hierdoor weer volop in de belangstelling. Wat heeft het nieuw aangetreden kabinet nodig om op dit dossier succes te boeken? Interview met Zsolt Szabo, Vice-President Business Innovaties bij Capgemini Nederland en oud-Tweede Kamerlid.

Zosolt Szabo: “Ik ben benieuwd hoe de commissie Digitale Zaken de debatten met het kabinet wil gaan voeren, gelet op het feit dat veel van de thema’s departementoverstijgend zijn”| Beeld: Marnix Klooster

U was politicus, ambtenaar en bent werkzaam in het bedrijfsleven. Kunt u aangeven waar we nu staan met de digitalisering van onze samenleving?
“Laat ik beginnen met het regeer­akkoord. Daar wordt ruim één pagina ingeruimd voor het onderwerp digitalisering. Dat is volkomen terecht. Ingegaan wordt onder meer op de kansen die digitalisering biedt voor onze samenleving, de positie van Nederland als digitaal knooppunt en de versterking van de internationale samenwerking. Stuk voor stuk onderwerpen die onze welvaart en ons welzijn kunnen versterken. Maar er gebeurt nog meer: na mijn vertrek uit de Kamer in 2006 hebben overheden belangrijke stappen gezet op dit dossier en met name op het gebied van samenhangend beleid. Ikzelf vind de instelling van een CIO Rijk met de daarbij behorende overleg­organen een belangrijke sleutel om te komen tot de gewenste ordening op dit dossier.”

Is de Kamer klaar voor de digitale transformatie?
“Nu wel. Zie de instelling van de vaste commissie Digitale Zaken. Als je kijkt naar de thema’s waarmee ze aan de slag gaan, zoals rond opkomende technologieën, data-ethiek, de digitaliserende overheid en digitale infrastructuur, denk ik dat we nu een ordening op onderwerpen hebben aangebracht waarmee we op een gestructureerde wijze met elkaar het debat kunnen aangaan. Ik ben trouwens wel benieuwd hoe de commissie de debatten met het kabinet wil gaan voeren, gelet op het feit dat veel van de thema’s departementoverstijgend zijn. Daarnaast is het waardevol dat gezaghebbende instanties als de Raad van State en de Algemene Rekenkamer buitengewoon serieus de ontwikkelingen rond digitalisering volgen.”

“Mijn adagium: Standaardiseren helpt innoveren.”

Waarom is dat belangrijk volgens u?
“Denk in het bijzonder aan de totstandkoming van conceptwetteksten met een digitale component, zoals de Omgevingswet of de ontwikkelingen rond autonoom rijden. Belangrijk is dat in een vroeg stadium op het juiste niveau met de juiste kennis ecosystemen bij elkaar komen om de haalbaarheid van beleid tijdig te toetsen. Zo voorkom je dat de Tweede Kamer maar ook de Eerste Kamer niet achteraf worden verrast met tekortkomingen als bijvoorbeeld het niet tijdig beschikbaar zijn van uitvoerings­systemen of problemen rond de privacy van burgers.”

Dit betekent dus ook dat de informatiehuishouding van de overheid op orde dient te zijn?
“Zeker! En daarom was ik heel blij om te horen dat Arre Zuurmond op 1 januari werd benoemd als regeringscommissaris Informatiehuishouding en zich zal gaan richten op het programma ‘Open op Orde’ met als doel de verbetering van de informatiehuishouding binnen de Rijksoverheid. Beschikbaarheid, bruikbaarheid en betrouwbaarheid van overheidsinformatie zijn namelijk voorwaardelijk aan een goede dienstverlening aan burgers en bedrijven. Ik weet dat Arre, sinds ik hem aan het begin van deze eeuw ben gaan volgen, een passie heeft voor dit onderwerp. Als ik op zijn plek zou zitten zou mijn adagium zijn: ‘standaardiseren helpt innoveren’.”

Er is dus nog een hoop werk aan de winkel. U heeft in uw carrière aan beide kanten van de tafel gezeten; wat zou u het nieuwe kabinet mee willen geven?
“Ik ben niet zo een fan van ‘het typisch Hollands vingertje’ dus ben ik zeer terughoudend om de overheid zaken mee te geven. Maar ik onderken wel twee aandachtspunten waar overheid en bedrijfsleven samen over in gesprek zijn. Dat is in de eerste plaat schaarste aan IT-kennis en ten tweede van buiten naar binnen denken met de burger centraal. De digitalisering van onze samenleving versnelt. Behoeften tot digitalisering nemen toe, sneller dan beschikbare productiemiddelen, zoals IT-expertise. Deze schaarste lijkt een blijvertje. Dat betekent dus keuzes maken. Wat doe je zelf en wat kun je aan derden overlaten? Cruciaal hierbij is dat overheden en IT-bedrijven continu met elkaar in gesprek zijn over de behoeftebepaling en wijze van capaciteitsafname door overheden. Gaat dit bijvoorbeeld via een uurtarief, sourcing of via cloud-dienstverlening. Het tweede punt gaat dus over van buiten naar binnen denken. Een voorbeeld: de introductie de komende jaren van nieuwe vervoersmodaliteiten als bemande en onbemande drones. Een onomkeerbare ontwikkeling met een gigantische impact op hoe wij de openbare ruimte opnieuw gaan inrichten, de bestaande infrastructuur, IT-dienstverlening, het milieu en maatschappelijke vraagstukken rond ethiek en privacy. Voldoende munitie voor politici om de komende 30 jaar via stapels uit te zetten onderzoeken over te debatteren. Maar die tijd hebben we niet.”

Hoe dan wel?
“Zoek elkaar, overheid en bedrijfsleven, tijdig op, zowel nationaal als internationaal. Werk samen met elkaar aan grensoverschrijdende beleidsdomeinen. De digitale wereld vraagt om andere vormen van samenwerking. Laat het bedrijfsleven daarin proactief meedenken.”

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren