Minister Plasterk wil ongetwijfeld dat er mooie apps komen voor inwoners en ondernemers. Aan ambitie ontbreekt het vast niet; de overheid wil tenslotte ook met haar tijd mee. Zoals vaak zal het gaan om de rekening. Doorontwikkelen kost geld en geeft vaak ook extra beheerlast. Zeker als je kijkt naar de opzet van DigiD gaat deze vlieger op.
‘…Ik kan er niet omheen, ik kan het niet, ik kan het niet alleen’, zingt Huub van der Lubbe in het schitterende lied van De Dijk. Nu weet ik natuurlijk niet of u mijn smaak deelt, maar de tekst klinkt als een klok en blijkt ook inhoudelijk loepzuiver. Van der Lubbe schrijft in zijn tekst dat ergens alleen voor staan soms heel lastig kan zijn. De afgelopen periode moet minister Plasterk iets dergelijks hebben ervaren. Hij staat namelijk voor een schier onmogelijke opgave.
Als minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is hij verantwoordelijk voor het beheer en de ontwikkeling van de elektronische dienstverlening van de Overheid. Hardop liet hij weten hoeveel voordelen er te behalen zijn door verdergaande digitalisering binnen de overheid. De ambities liegen er niet om: ‘een volledig digitale overheid in 2017’.
Tegelijkertijd heeft minister Plasterk ook het monopolie op de bijbehorende identificatievoorziening DigiD. Dit jaar is DigiD al miljoenen keren gebruikt, een stijging van meer dan 33 procent ten opzicht van 2012. In hetzelfde bericht valt te lezen dat er wat gaat veranderen. De ambities van de overheid vragen om een DigiD met een hoger betrouwbaarheidsniveau. Om die reden onderzoekt de overheid samen met het bedrijfsleven de mogelijkheden van een stelsel van elektronische identiteiten, het eID-stelsel. Het eID-stelsel bestaat uit manieren/middelen om elektronisch te kunnen bewijzen wie je bent. Mogelijk komt er daarom ook een fysieke kaart bij waarmee burgers kunnen inloggen op het hoogst mogelijke betrouwbaarheidsniveau.
De betrouwbaarheid heeft de volledige aandacht. Heel terecht natuurlijk, maar het maakt mij toch nieuwsgierig. In de wetenschap dat de budgetten op raken, is er vast iets dat dan niet gebeurt. Kind van de rekening lijkt in dit geval de vlotte inwoner of ondernemer. Het zijn juist de mensen die met hun tijd mee gaan die er last van hebben. In mijn vorige blog schreef ik over de onmogelijkheden om DigiD te gebruiken in apps, zoals smartphones en tablets. Gelukkig is er inmiddels actie ondernomen, in de vorm van een nieuwe versie van DigiD. De inlogschermen zijn aangepast voor gebruik op smartphones en tablets, zodat ook via deze apparaten met DigiD kan worden ingelogd op overheidswebsites. Het is een stap in de goede richting, maar het is en blijft toch een website.
Van web naar app
Nu het aantal mobiele telefoons met internet explosief is gegroeid naar meer dan 10 miljoen en 44% van de internetters een tablet gebruikt, lijkt de tijd rijp om verder te kijken dan de website als dienstverleningskanaal. Is een website wel het juiste middel om inwoners en ondernemers zo ver te krijgen dat ze de digitale dienstverlening van de overheid massaal gaan gebruiken. Zelf denk ik van niet. Je ziet op veel plaatsen al een flinke verschuiving van web naar app. De Nederlandse banken zijn een mooi voorbeeld. Al in 2012 bleek het aantal gebruikers van apps voor mobiel bankieren sterk te stijgen. 10 tot 25% van de app gebruikers kwamen niet eens meer op de site. Banken zetten sindsdien fors in om de mogelijkheden om via apps te bankieren flink uit te breiden.
Minister Plasterk wil ongetwijfeld dat er mooie apps komen voor inwoners en ondernemers. Aan ambitie ontbreekt het vast niet; de overheid wil tenslotte ook met haar tijd mee. Zoals vaak zal het gaan om de rekening. Doorontwikkelen kost geld en geeft vaak ook extra beheerlast. Zeker als je kijkt naar de opzet van DigiD gaat deze vlieger op. Het grootste deel van het werk zit onderwater. Op dit moment is het stelsel zo gebouwd dat voor iedere website waar DigiD draait een autorisatie nodig is om DigiD te mogen gebruiken.
Bij het gebruik van DigiD in apps verloopt de autorisatie heel anders. Daarbij autoriseer je geen servers of websites om DigiD te gebruiken maar individuele apparaten. Je kunt je er wat bij voorstellen dat het met miljoenen apparaten heel wat meer werk zal zijn. DigiD geschikt maken zal best lukken maar hoe regel je het beheer daarna? Dit is een flinke uitdaging voor minister Plasterk en ik kan me niet voorstellen dat je dat alleen voor elkaar krijgt. Alle afnemers van DigiD moeten zich verenigen en gezamenlijk investeren. De belastingdienst is gezien het recente persbericht al aan boord. Nu de rest nog!
Sander de Graaf houdt zich als programmamanager Business Development & Innovatie vooral bezig met visievorming en het productbeleid om de dienstverlening van gemeenten over meerdere kanalen aan burger en bedrijf te optimaliseren. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar zaakgericht werken en meerkanaals dienstverlening. Momenteel is hij nauw betrokken bij het ontwikkelen van de visie van Centric op de dienstverlening van lokale overheden, te weten ‘Het verbinden van een compacte en nabije overheid’.
Geachte heer de Graaf,
gezien de tekst , ik citeer ““De app is er niet voor alles en iedereen”, aldus Weekers. De app is volop in ontwikkeling, maar zal nog niet gereed zijn voor de aangiftes over 2013. De app moet eerst nog worden getest. In eerste instantie zal de app alleen beschikbaar worden voor de iPhone en iPad, en dus niet voor Android.”
vergeeft u mij, ik moest echt even slikken ???
Het lijkt me , namelijk, gezien de huidige programmeertechnieken geen enkel probleem om tegelijkertijd voor de diverse platformen eenzelfde “APP” te ontwerpen, te programmeren en te testen…een gemiste kans, vindt u niet?