Digitalisering en democratie
Podium

Correctief referendum draagt niet bij aan een weerbare democratie

Voor of tegen kiezen
Referenda zijn bijzonder kwetsbaar, juist omdat ze vaak ingewikkelde materie reduceren tot een simpel ‘voor’ of ‘tegen’. | Beeld: Shutterstock

Een bindend correctief referendum is in Nederland een stap dichterbij gekomen. Zo’n referendum is een goedbedoeld initiatief om de bevolking nauwer te betrekken bij het landsbestuur. Maar een referendum is ook een instrument voor polarisatie en herbergt daarmee risico’s voor de samenleving en haar bestuurbaarheid. Hoogleraar Bart Jacobs pleit voor een preferendum, waarbij verschillende opties aan de bevolking voorgelegd worden en waarbij deelnemers een of meer voorkeuren aan kunnen geven.

De invoering van een bindend correctief referendum vereist een wijziging van de Grondwet en daarmee een parlementaire behandeling in twee rondes, met tussenliggende verkiezingen. In de tweede ronde moet er een tweederdemeerderheid voor bestaan, in zowel de Tweede als de Eerste Kamer. Bij een recente parlementaire bespreking bleek zo’n meerderheid aanwezig in de Tweede Kamer (voor de tweede ronde).

Democratie en rechtsstaat

Een democratische rechtsorde zoals in Nederland bestaat ruwweg uit twee delen. De rechtsorde omvat het geheel aan wetten en bijbehorende instituties die grondrechten waarborgen en burgers beschermen tegen de overheid (en tegen elkaar). Het democratische deel behelst de inbreng (met name via verkiezingen) van burgers via vertegenwoordigers en hoe men tot besluiten en nieuwe wetgeving komt. De afbakening van ‘rechtsorde’ en ‘democratie’ is niet absoluut en kan per land verschillen. Bijvoorbeeld, in de VS worden local sheriffs en openbare aanklagers gekozen, terwijl vergelijkbare functies bij ons in Nederland via benoemingen ingevuld worden.

Invloed van digitalisering

Verkiezingen vormen een cruciaal onderdeel van een democratische rechtsorde. Het ideaal is dat iedere (stemgerechtigde) burger in volledige vrijheid en autonomie een eigen geheime stem uit kan brengen. Het stemproces ondersteunt het persoonlijke karakter van deze wilsuitdrukking door burgers in een stemhokje af te zonderen, zonder beïnvloeding van buiten en ook zonder bewijs van de uitgebrachte stem (om dwang tegen te gaan).

Negatieve sentimenten kunnen collectief gecultiveerd worden in online bubble omgevingen met desinformatie en niet-originele berichten.

Verkiezingen zijn de laatste jaren een kwetsbaar onderdeel van democratieën gebleken, door vier elkaar versterkende ontwikkelingen, waarvan drie met een digitale component. Ten eerste lijkt het er steeds meer op dat verkiezingen gewonnen worden door de partij of persoon die er op dat moment het beste in slaagt om ongenoegen, miskenning en boosheid te mobiliseren. Ten tweede kunnen deze negatieve sentimenten collectief gecultiveerd worden in online bubble omgevingen met desinformatie en niet-originele berichten; daarbij spelen AI-technieken voor het genereren van nepvideo, audio of tekst een steeds grotere rol. Ten derde worden burgers steeds verfijnder individueel aangesproken via micro-targeting gebaseerd op profilering. Het gaat daarbij om automatisch gegenereerde berichten die persoonlijk afgestemd, en veelal niet publiek zichtbaar, zijn. Ze spelen in op individuele omstandigheden en angsten van burgers. Tenslotte wordt deze polariserende dynamiek enthousiast versterkt door sommige buitenlandse actoren, zoals Rusland, met een strategische agenda, via vooral digitale aanvallen, gericht op (maatschappelijke) ondermijning en ontwrichting van westerse democratieën.

Deze vier ontwikkelingen maken ook referenda bijzonder kwetsbaar, juist omdat ze vaak ingewikkelde materie reduceren tot een simpel ‘voor’ of ‘tegen’. Ze zijn het ideale instrument om (ander) maatschappelijk ongenoegen te mobiliseren voor een negatieve uitkomst. Voor de hand liggende voorbeelden zijn het Britse Brexit referendum van 2016 en de Nederlandse referendum van 2015 over de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne.

Kwetsbare democratie

De beoogde wijziging van de Nederlandse grondwet betreft een bindend correctief referendum. Het zou dienen als “handrem om de volksvertegenwoordiging te corrigeren als een beslissing te weinig draagvlak heeft” en als “middel om de democratische gereedschapskist te versterken” (SP Kamerlid Dijk, stenografisch verslag van 20 november 2024). Het is een van de voorstellen voor bestuurlijke vernieuwing van de staatscommissie Remkes uit 2018. Er lijkt zich een tweederdemeerderheid in de Tweede Kamer af te tekenen. De situatie in de Eerste Kamer is vooralsnog onduidelijk.

Ik weet, het is allemaal goed bedoeld – power to the people – maar het maakt op mij een naïeve indruk, waarbij niet of nauwelijks gelet wordt op de steeds zwaardere omstandigheden, vooral door digitalisering, waaronder verkiezingen de laatste jaren gehouden moeten worden (zie de vier punten hierboven). De inzet van een referendum op correctie is per definitie negatief en biedt allerlei aanknopingspunten om vol gas een negatieve, polariserende campagne te voeren. Het bindende karakter van de uitslag maximaliseert het destabiliserende effect. Poetin zal zich in de handen spugen – en iedereen die door hem aangestuurd wordt. Dit maakt onze democratie niet weerbaar – zoals Remkes wil – maar kwetsbaar.

Een preferendum kan beter recht doen aan de complexiteit van het bestuur en nodigt burgers uit om verschillende genuanceerde opties af te wegen en te ranken.

Een preferendum?

Het versterken van de weerbaarheid van onze democratische rechtsorde is een acute opdracht. Daarbij is het belangrijk kritisch te kijken naar wat ons kwetsbaar maakt en hoe we positieve betrokkenheid en inbreng van burgers kunnen bevorderen. Een mogelijkheid is via een preferendum, waarbij verschillende opties aan de bevolking voorgelegd worden en waarbij deelnemers een of meer voorkeuren aan kunnen geven. Bij Brexit had dat mogelijk tot een minder zelfdestructieve uitkomst geleid. Zo’n preferendum is eerder gesuggereerd, bijvoorbeeld door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, maar dit heeft tot nu toe (te) weinig aandacht gekregen. Een preferendum kan beter recht doen aan de complexiteit van het bestuur en nodigt burgers uit om verschillende genuanceerde opties af te wegen en te ranken. Natuurlijk kunnen er ook bij een preferendum negatieve sentimenten gemobiliseerd worden om zo afwijzend mogelijk te stemmen. Maar de hele opzet is er niet op gericht om iets tegen te houden, maar om afwegingen in een spectrum te plaatsen. Ik vind het moeilijk te begrijpen dat in deze tijden waarin polarisatie zulke problematische vormen aanneemt de Nederlandse politiek inzet op een destructief “schiet ons af” referendum in plaats van op meer constructieve en genuanceerde “denk met ons mee” mechanismen.

Lees ook:

  • Vincent Hoek | 5 december 2024, 21:52

    Nu de overheid de macht over het Grote Verhaal kwijt is en de agora, de overheidsvrije sfeer en eigenlijk het hele publieke domein ontzettend kwetsbaar geworden is voor disinformatie, wordt het sowieso tijd om breder te kijken en dus ook breder dan het preferendum.

    Er is al zoveel goed operationeel in de wereld van decentrale zelforganisatie van middelen allocatie. Vaak al hartstikke stabiel en succesvol. Dus als de Staat zich positioneert als deelnemer in zulke laterale ontwikkelingen dan zal dat sneller omarmd worden, dan als men zelf iets nieuws bedenkt. De Staat is ook maar gewoon een organisatievorm die past(e) bij een bepaald tijdperk en evolueert zelf voortdurend. Dus waarom geen moderne mogelijkheden omarmen?

    Denk bijvoorbeeld aan de Resilient Communities, die werken op basis van glocalisme: houdt wat je beet kunt pakken zo lokaal mogelijk en je hebt niet veel energie nodig om te verplaatsen, maar deel alle data die er maar over te vinden is. Dit soort lokale, veerkrachtige gemeenschappen die zichzelf kunnen onderhouden (autarkie) kennen vaak een vorm van directe democratie of consensusbesluitvorming zijn, waarbij leden stemmen hoe middelen worden gebruikt of verdeeld. Als Staat zouden we kunnen aangeven welk probleem ‘eerst’ zou moeten worden opgelost. Feitelijk is dat het werk van ‘de politiek’: de Gezaghebbende Toedeling van Waarden.

    Bedenken waar we met zijn allen geld aan uit gaan geven en onder welke voorwaarden met welke outcome? Om die besluitvorming te helpen bestaan al diverse Open Source Platforms die bijdragen aan transparante en democratische besluitvorming; een technologie gedreven aanpak, waarbij softwaretools worden gebruikt voor het verzamelen van stemmen of meningen over hoe middelen moeten worden toegewezen. Een voorbeeld van zo’n platform is https://www.participatorybudgeting.org/ dat ook goed past in het gedachtegoed van decentralisatie en gemeenschapsmacht. Dit proces stelt leden van een gemeenschap in staat om direct te stemmen over hoe een deel van het gemeenschapsbudget wordt uitgegeven, wat een concrete manier is om middelen te alloceren op basis van de prioriteiten van de gemeenschap. Dus als Staat zou je een bepaald beperkt budget lokaal kunnen alloceren, maar het aan de gemeenschap overlaten welk vraagstuk als eerste wordt opgelost en hoe.

    Bottom line: als we gaan praten over referenda en preferenda … oude wijn in nieuwe zakken en ontzettend makkelijk te misbruiken. Charles de Gaulle had er al een houtje van: “Françaises, Français, écoutez-moi…” (persoonlijk charisma + media controle dus minder gebalanceerde presentatie van voor- en tegen argumenten + simplificatie van complexe vraagstukken door het vereenvoudigen van complexe politieke vraagstukken tot een enkele ja/nee-vraag + emotie). Doe dat maar niet. Er kan al zoveel meer.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren