Markt en overheid
Congres

Data als smeermiddel van de duurzame stad

Judith van Brussel van Bredata tijdens de presentatie
Judith van Brussel (Bredata): "Het mooie van DMI-ecosysteem is dat partijen die een verschillende taal spreken – overheden en bedrijfsleven – bij elkaar worden gebracht". | Beeld: Robert Tjalondo

Met DMI-ecosysteem wil het rijk gebiedsontwikkelingen versnellen door zoveel mogelijk data te ontsluiten en kennis direct praktisch toepasbaar te maken tussen overheden, bedrijven en kennisinstellingen. Equinix en Luminis zorgen voor de technische infrastructuur en een veilige en betrouwbare omgeving op basis van ‘data spaces’.

Slimme verstedelijking is vandaag de dag een complexe en integrale ruimtelijke puzzel. De benodigde kennis strekt zich uit over een breed veld van onderwerpen, van logistiek en stedelijk verkeer en mobiliteitshubs tot circulaire economie, energie en klimaat. DMI-ecosysteem wil deze kennis beter vindbaar, bruikbaar en uitwisselbaar maken. “De coördinatie rond kennis op het gebied van verstedelijking en mobiliteit moet veel beter. Er is veel kennis, maar overheden komen al snel in een rimboe van rapporten terecht. Daarom gaan we zoveel mogelijk data op een slimme manier ontsluiten en kennis direct praktisch toepasbaar maken”, vertelt Arjan Spruijt, omgevingsmanager bij DMI-ecosysteem vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, een van de betrokken departementen naast het ministerie van BZK.

Handelingsperspectief

Ook provincies en gemeenten doen mee, waaronder Almere, Apeldoorn, Breda, Dordrecht en Zwolle. In deze steden lopen grote ontwikkelingsprojecten, waar veel data in omgaan. “Met deze plannen”, vervolgt Spruijt, “dagen we deelnemers uit om te laten zien hoe data en concrete toepassingen niet alleen inzicht geven in de boven- en ondergrondse omgeving, maar vooral hoe hiermee een concreet handelingsperspectief wordt geboden voor een daadwerkelijke invulling van de fysieke ruimte: van terrein-analyse en ontwerp van uitvoering en beheer, maar ook integratie in de bestaande stad. We willen stimuleren dat deelnemers datasets delen, zodat er een kruisbestuiving met andere deelnemers ontstaat.” Het publiek-private project kan rekenen op een bijdrage van 85 miljoen euro uit het Nationaal Groeifonds. Het bedrijfsleven draagt aanvullend 42 miljoen euro bij.

Dit kan alleen maar op basis van een generieke data-infrastructuur, waar niemand de baas is en iedereen elkaars data vertrouwd kan visiteren
Hans Bossenbroek, directeur Luminis

Data space

Het delen van data is geen sinecure. Om data te delen is vertrouwen nodig tussen aanbieder en afnemer. Het mag niet zo zijn dat data in verkeerde handen vallen of per ongeluk op straat belanden. Ook zijn er partijen die data niet willen of kunnen delen, omdat dit bijvoorbeeld commercieel gevoelig is of wettelijk niet toegestaan. Binnen DMI is daar een oplossing voor gevonden. De data worden gedeeld in een ‘data space’, een neutrale omgeving voor het uitwisselen van gegevens. De kern van een data space is dat data bij de bron blijven. Aanbieders houden zo de volledige zeggenschap en controle over hun eigen data, wat bij bijvoorbeeld een conventionele dropbox-toepassing niet mogelijk is. “Data worden niet langer heen en weer gestuurd of gekopieerd, maar binnen de data space beschikbaar gemaakt”, verduidelijkt directeur Hans Bossenbroek van ICT-bedrijf Luminis, bouwer van het data-platform. “Dit kan alleen maar op basis van een generieke data-infrastructuur, waar niemand de baas is en iedereen elkaars data vertrouwd kan visiteren. Tegelijkertijd is elke deelnemer digitaal soeverein. Dat maakt het makkelijk voor partijen om aan te sluiten. Er is sprake van een gelijkwaardig speelveld. Elke deelnemer gebruikt zijn eigen data-infrastructuur en bepaalt zelf wat er met zijn data gebeurt.”

Afsprakenstelsel

Het DMI-ecosysteem werkt verder met een afsprakenstelsel. Daarin staat hoe deelnemers met elkaar en elkaars data omgaan. Een van de afspraken is dat overheden dezelfde standaarden gebruiken, zodat ICT- leveranciers en afnemers weten weer ze aan toe zijn. Ook bevat DMI een aantal voorzieningen om data verantwoord te delen. Zo komt er een producten- en dienstencatalagus (PDC) waarin is te zien wie welke diensten in huis heeft. Ook fungeert de PDC als een marktplaats voor deelnemers die naar data op zoek zijn.

Binnen het ecosysteem is exact vast te leggen welke data er wel en niet en door wie ingezien mogen worden
Liesbeth Vrolijk, business developmentmanager Public Sector bij Equinix

De IAA-voorziening (Identificatie, Authenticatie en Autorisatie) regelt dat data of toepassingen alleen aangeboden kunnen worden door personen die hiervoor namens de organisatie bevoegd zijn. “Binnen het ecosysteem is exact vast te leggen welke data er wel en niet en door wie ingezien mogen worden”, verduidelijkt Liesbeth Vrolijk. Zij is business developmentmanager Public Sector bij Equinix, dat samen met Dell de data-infrastructuur voor DMI levert. “Ook is altijd duidelijk wie welke data afneemt en wat deze partij ermee doet. Ook hoeft een dataleverancier niet al zijn data prijs te geven, maar kan hij sec de data delen die hij wil delen. Zo kunnen ook concurrerende partijen data uitwisselen.” Het DMI-project beslaat een periode van vijf jaar, de termijn binnen de financiering van het Nationaal Groeifonds. De voorzieningen, zoals de PDC, zijn voor de zomer gereed. Volgens planning is eind van het jaar de data-infrastructuur klaar. Vervolgens kunnen de deelnemende overheden, bedrijven en kennisinstellingen aanhaken.

Taal

Aan DMI-ecosysteem doen inmiddels zo’n twaalf gemeenten mee, waaronder Amsterdam, Utrecht en Apeldoorn. Breda is sinds januari van dit jaar een ‘enthousiaste’ deelnemer, benadrukt Judith van Brussel, programmamanager Bredata bij de Brabantse gemeente. Het drie jaar terug gelanceerde Bredata is het digitale masterplan van de stad. Een van de ambities is met de inzet van nieuwe technologie en de groeiende hoeveelheid real-time data de kwaliteit van leven van de mensen in Breda vergroten. Met als bijkomende ambitie: ook de markt betrekken bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken in de stad. “Het mooie van DMI-ecosysteem”, zegt Van Brussel, “is dat partijen die een verschillende taal spreken – overheden en bedrijfsleven – bij elkaar worden gebracht, en dat is hard nodig voor de digitalisering van de stad, die impact heeft op het leven van inwoners en ondernemers. DMI maakt het mogelijk relevante data te delen, om maatschappelijke doelen te realiseren. De mogelijkheden zijn we nu aan het verkennen.”

Het mooie van DMI-ecosysteem is dat partijen die een verschillende taal spreken – overheden en bedrijfsleven – bij elkaar worden gebracht
Judith van Brussel, programmamanager Bredata

Zo loopt binnen Bredata de proeftuin Stedelijke Planning. Een aantal partners hierin – kennisinstituut TNO, ontwikkelaar Heijmans, en digital-twinmaker Argaleo – zijn alle lid van DMI-ecosysteem. In Breda zijn deze partijen betrokken bij de binnenstedelijke herontwikkeling van het Chassé-terrein in de binnenstad. Voor het gebied liggen onder meer plannen voor woningen en een ondergrondse parkeergarage klaar. Alle partijen hebben hun eigen data, Heijmans bijvoorbeeld over de ondergrond van het terrein. “We willen nu gaan kijken hoe we al deze informatie samen kunnen brengen om het proces te versnellen. Iedereen staat hier positief tegenover, maar voor ons als gemeente is dat een spannende exercitie, want niet alle data kunnen we delen. We gaan de ruimte die er is om data te delen, eerst beter in beeld brengen.”

Meer informatie: dmi-ecosysteem.nl

 

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren