De Eerste Kamer treft voorbereidingen voor de behandeling van de Wet open overheid (Woo). Maar is die nieuwe wet eigenlijk wel een verbetering?
De Eerste Kamer treft voorbereidingen voor de behandeling van de Wet open overheid (Woo). Zal er een Kamerlid opstaan die de vraag opwerpt of de Woo, als opvolger van de nu nog geldende Wet openbaarheid van bestuur (Wob), de openbaarheid ook metterdaad gaat verbeteren.
Openbaarheid is voor de overheid essentieel. Terecht wordt in het begin van de Memorie van Toelichting op de Woo gesteld dat ‘Openbaarheid van bestuur of freedom of information een essentieel onderdeel is geworden van elke moderne democratie. Democratie verdraagt geen geheimhouding’.
Maar helpt de Woo de openbaarheid echt verder? Twee zaken vallen op.
De Woo richt zich (evenals de oude Wob) op de openbaarmaking van documenten, in plaats van op de openbaarheid zelf. Daar komt nu wel bij dat de Woo gaat regelen dat het overgrote deel van de documenten die de overheid produceert, ook actief openbaar wordt gemaakt. Dat wil zeggen: metterdaad gepubliceerd, voor eenieder om kennis van te nemen.
Actieve openbaarheid is absoluut een na te streven doel, mits dat op hanteerbare wijze wordt ingevuld. Dat kan, maar juist op dat punt blijkt de wet hopeloos ouderwets. Want wordt het doel van openbaarheid, het bereiken van meer transparantie in het overheidshandelen, ook gediend met de beoogde broadcasting van zowat alle documenten die binnen de overheid circuleren? Wie zou de weg weten te vinden in de werkelijk gigantische berg documenten die straks voor eenieder beschikbaar gaat komen, behalve een aantal goed geïnformeerde journalisten en een beperkt aantal andere Nederlanders die de nodige zoekvaardigheden of vasthoudendheid bezitten?
Het gaat bij openbaarheid om de informatie die iemand moet kunnen verkrijgen en niet in eerste instantie om documenten, de informatiedragers, op zichzelf. Dus om het doel van openbaarheid te bereiken, zou je verwachten dat is nagedacht welke informatie op welke wijze beschikbaar dient te komen. En is nagedacht welke mogelijkheden de voortschrijdende digitalisering daarbij biedt. Maar hier schiet de Woo tekort en zal zij de openbaarheid slechter gaan bedienen dan de huidige Wob.
Want met de Wob in de hand is het mogelijk documenten bij de overheid op te vragen over zaken die je interesseren of waar je belang bij hebt. Normaliter weet de verzoeker uiteraard niet om welke documenten het dan gaat. Anders hoefde hij of zij geen Wob-verzoek in te dienen, toch?
Zo’n Wob-verzoek betekent voor de ambtelijke dienst gewoonlijk een hoop zoek- en spitwerk in de archieven. Flinke hoeveelheden documenten moeten nageplozen worden om te bezien of het verzoek daar betrekking op heeft.
Maar hoe gaat dat straks, als de Woo in werking treedt en alle documenten al actief aan de openbaarheid zijn prijsgegeven? Dan kan de betrokken verzoeker toch zélf die stukken vinden? Ziehier de ijzeren consequentie van deze nieuwe wet: alles is actief openbaar gemaakt en uiteraard weet alleen jij waar je precies kennis van zou willen nemen. Ergo: zoek het dan zelf ook maar op! Waarmee met de Woo een sisyfusklus wordt uitbesteed aan degene die iets te weten wil komen. Het is misschien niet de intentie achter de Woo, maar het kan niet anders dan dat het op deze manier gaat werken. Ken uw pappenheimers.
Zou het daarom niet veel verstandiger zijn om het anders aan te pakken? Een denkrichting, als suggestie: ga niet uit van documenten, maar van de relevantie van informatie, de inhoud. Leg daartoe een inhoudelijke én gestructureerde én gedetailleerde én openbare index aan over alle onderwerpen waar een overheidsorganisatie zich mee bemoeit. Dat kan, want op ieder stuk bij de overheid staat vanzelfsprekend het onderwerp vermeld. Zo’n index zal uiteraard per overheidsorganisatie verschillen. Een gemeente bijvoorbeeld zal ook straatnamen, wegonderhoud, bijstandsvoorwaarden, et cetera moeten opnemen. Een provincie al haar gemeenten, inkooptrajecten, veiligheidsonderzoeken, enzovoorts.
Een groot voordeel van zo’n index is, naast dat die aansluit op de wijze waarop de meeste overheden zich nu al naar buiten presenteren, dat eenieder gericht aan de gang kan met verzoeken tot het vrijgeven van stukken. Het wordt echt interessant als je je ook zou kunnen abonneren op de meest relevante informatie die wordt geproduceerd over een bepaald onderwerp: besluiten, concept regelgeving, belangrijke overlegrondes, dat soort. Zo blijf je op de hoogte, kun je waar nodig verdere documenten opvragen en wordt je gericht bediend: narrowcasting dus. Met het enorme voordeel dat stakeholders of belanghebbenden ‘aan de voorkant’ geïnformeerd kunnen blijven, waarmee concreet invulling kan worden gegeven aan een ‘open overheid’ en aan participatie.
Mits de overheid de beveiliging en privacybescherming goed op orde zou kunnen brengen, zou op die manier ook de mogelijkheid kunnen worden gecreëerd om je te abonneren op informatie over overheidshandelen dat direct op jou zelf betrekking heeft. De overheid ‘weet’ immers waar je woont, waar je werkt, wat je gezinssituatie is, enzovoorts. Dus beleidsvoornemens op een bepaald terrein, of besluiten die jouw situatie kunnen raken, kunnen dan actief met jou worden gedeeld.
De winst is dat iedere betrokken burger of bedrijf vroegtijdig kan afwegen of ‘bemoeienis’ zijnerzijds aan de orde is (in de vorm van volgen van de ontwikkelingen, of van inspraak vragen / gehoord willen worden of anderszins). Ook hiermee kan ook het veel beleden, maar nog weinig om het lijf hebbende streven naar participatie, concreter inhoud worden gegeven.
Waar het register op zal stuklopen is het feit dat zowat elk afzonderlijk overheidsorgaan zijn eigen systeem voor archivering heeft
Het hierboven beschreven beeld is slechts een mogelijke optie. Zeker is wel dat de digitalisering enorme mogelijkheden biedt op het gebied van de openbaarheid. Waar het om gaat is dat de Woo niet of nauwelijks aandacht besteedt aan deze ontwikkelingen. Het zal het nodige denkwerk en grondige studie vragen om de mogelijkheden die digitalisering biedt of gaat bieden, goed te doordenken te vangen in een wet op de openbaarheid die meer bij de tijd is dan de Woo. In de tussentijd kan die Woo best even de prullenbak in en kunnen enkele gewenste of noodzakelijke verbeteringen, zoals bijvoorbeeld het schrappen van beperkingen voor openbaarheid zoals die nu zijn opgenomen in de artikelen 11 en 12 van de Wob, eenvoudig in de Wob worden verwerkt. Scheelt een hoop gedoe, mooi meegenomen.
Het heeft ook een ander voordeel: het ontwerpen en realiseren van een register als bedoeld in de Woo, is tot mislukking gedoemd. Omdat het brengen van de noodzakelijke eenheid in alle afzonderlijke overheidsarchieven een ongelooflijk bewerkelijke en moeilijk te realiseren ‘reorganisatie’ van de archivering behelst. Dat gaat jaren duren, als het al ooit klaar komt.
Maar dat is niet het grootste probleem. Want wat niet of nauwelijks aan de orde komt, maar waar het register op zal stuklopen, is het feit dat zowat elk afzonderlijk overheidsorgaan zijn eigen systeem voor archivering heeft. Wil er één register komen dat al deze systemen kan raadplegen, doorzoeken of aftappen, dan hebben we het over een mega-mega-automatiseringsproject! Juist dáár was de overheid een kei in, weet u nog …?
Tot slot nog een kanttekening over de openbaarheid van het politieke werk. Politieke belangenafweging dient in alle openheid, in het openbaar debat, te geschieden wil het vertrouwen van de kiezers in de overheid niet worden geschaad. Maar uiteraard gebeurt er veel in de achterkamertjes. Laat nu precies op dat punt de nieuwe wet op de openbaarheid een beperkte werking hebben: via het amendement Segers/Oosenbrug is met artikel 5.4a een ruimere uitzonderingsgrond voor de leden van de Tweede Kamer geïntroduceerd, met als argument ‘het parlementaire proces op dit punt nog eens expliciet te beschermen’. Het parlementaire proces heeft blijkbaar minder behoefte aan vertrouwen in haar democratisch functioneren en moet nodig beschermd tegen die akelige openbaarheid.
Opmerkelijk, want hoewel onze politici de laagste score munten als het gaat om het vertrouwen dat onze inwoners hebben in de overheid, wordt juist op dat punt de openbaarheid ingesnoerd.
Ik wens de leden van de Eerste Kamer oprecht veel wijsheid bij de komende behandeling van de Woo…