Nederland is gezegend met een heerlijk slappe bodem en hangt steeds meer van internettoepassingen aan elkaar. En toch dreigen een aantal gebieden verstoken te blijven van glasvezel. Moet Den Haag niet eens in de buidel tasten?
Beeld: Nationale Beeldbank/Dreamstime
De Europese Commissie heeft de lidstaten ten doel gesteld dat in 2020 iedere burger in de Unie toegang heeft tot een internetverbinding van 30 Mb per seconde en dat ten minste één op de twee huishoudens geniet van een snelheid van meer dan 100 MB per seconde up en down. Of dat in Nederland – ooit een van de koplopers – zal lukken is zeer de vraag. De aanleg van snel internet in dunbevolkte gebieden stokt. Te duur, niet rendabel, zo is het beeld. De overheid, met name gemeenten, kunnen veel meer ondernemen op dit vlak dan ze beseffen en/of durven, zo was te lezen in het artikel ‘Waar een wil is, is snel internet’ in de vorige editie van iBestuur.
Poundfoolish
Twee Amerikaanse universiteiten brachten in 2013 een studie uit die uitwees dat een aansluiting op snel internet de prijs van een huis evenveel verhoogt als ‘een open haard of een halve badkamer’, dat wil zeggen met gemiddeld zo’n 5500 dollar. Steeds vaker laten met name jonge Amerikaanse huizenzoekers huizen zonder zo’n aansluiting links liggen, zo meldde The Wall Street Journal destijds al in een groot stuk over dit onderzoek. Een ander onderzoek sprak een jaar later zelfs van een waardevermeerdering van gemiddeld 11.000 dollar.
Zeer recent verscheen in de Britse krant The Telegraph een artikel met de kop ‘Slow broadband wipes 20% off house prices’. Uit onderzoek onder 3000 Britten die op zoek zijn naar een huis bleek dat zij informatie over de kwaliteit van de internetverbinding belangrijker vinden dan informatie over bereikbaarheid en afstand tot scholen. Breedband heeft zich voorgoed gevoegd bij de klassieke trits water, gas, licht, zo stelt The Telegraph.
In dit licht kan afzien van glasvezel vanwege de kosten alleen maar worden beschouwd als een schoolvoorbeeld van pennywise, poundfoolish. De Nederlandse Vereniging van Makelaars bevestigt dat snel internet ook een rol speelt in de huizenprijsvorming hier te lande, maar durft die rol (nog) niet te kwantificeren. Feit is dat mensen die hun huis te koop zetten, glasvezel laten aanleggen om de verkoopbaarheid en waarde ervan op te vijzelen. Nu is het niet zo dat breedband per se via glasvezel moet worden geleverd. Koperdraad kan dat ook en zelfs door de ether is heel wat mogelijk. Is het denkbaar dat glasvezel op den duur een kostbare keuze blijkt te zijn, ingehaald door voortschrijdende alternatieve technieken?
“Ik ben een wetenschapper, dus ik praat niet gauw in termen van ondenkbaar”, zegt Peter Baltus, hoogleraar mixed signal micro-electronica in Eindhoven. “Maar de snelheid en bandbreedte van glazvezel evenaren met een andere techniek lijkt mij uitgesloten. Laat staan overtreffen.” Maar bestaande technieken kunnen wel verbeterd worden om internetverbindingen sneller te maken. “De ether heeft twee nadelen: het radiospectrum wordt al benut voor een groot aantal draadloze toepassingen: radio, tv, wifi, gps, allerhande afstandsbedieningen, C2000, noem maar op. Het is dus al erg druk in de ether, met alle kansen op storingen van dien. Bovendien is er een uitgebreid antennepark plus een enorme hoeveelheid elektronica erachter voor nodig om zulke diensten in de lucht te brengen en te houden. Als je je radiobundels heel smal kunt maken, valt er nog wel wat te winnen, maar daartoe moet je flinke schotels installeren en die heel precies kunnen richten.”
Lichtsnelheid
Staatssecretaris Mona Keijzer (Economie en klimaat) reageerde op 5 december met een brief aan de Kamer op een recent rapport waarin de brancheorganisatie Fiber Carrier Association andermaal aandacht vraagt voor de stokkende verglazing van Nederland. Daarin erkent ze dat er in de buitengebieden ‘uitdagingen blijven bestaan’ en kondigt aan dat ze komend jaar na overleg met de stakeholders met nadere informatie over de brug zal komen. Ze onderstreept overigens dat bij het streven om alle burgers en bedrijven op snel internet aan te sluiten ‘de gekozen techniek niet relevant is’. Hoogleraar Informatica Chris Verhoef begrijpt die uitspraak wel: “Ze houdt zich op de vlakte, want als ze zegt dat het glasvezel moet zijn, moet de regering de beurs trekken.
5G zou glasvezel overbodig maken, maar niets is minder waar
Maar alles wijst erop dat op de lange duur glasvezel de toekomst heeft.” Om een doodeenvoudige technische reden: de snelheid van het licht is de hoogste snelheid in ons universum en alleen glasvezel komt daar aardig dicht bij in de buurt. “Er is inmiddels al een holle glasvezeldraad ontwikkeld waarin een snelheid wordt gehaald die bijna gelijk is aan de lichtsnelheid. Daar kun je bij wijze van spreken in drie seconden het complete internet doorheen pompen. Geen enkele andere techniek kan ook maar in de buurt van de lichtsnelheid komen.”
Het supersnelle mobiele netwerk 5G, dat in de maak is, zou volgens velen glasvezel overbodig maken, maar niets is minder waar. Gebruikers moeten de ether met elkaar delen, terwijl glasvezel uit individuele verbindingen bestaat. En hoe meer gebruikers hoe minder vreugd, want hoe trager de verbinding. Verhoef: “Bovendien kost het in de lucht houden van mobiele netwerken gigantisch veel energie en je moet er ongelooflijk veel masten, base stations enzovoorts voor bouwen.” En ten slotte is het laatste woord over de effecten van radiogolven op de gezondheid na decennialange discussies en onderzoek nog altijd niet gesproken.
Vastlopers
Intussen op het platteland: na vele tientallen burgerinitiatieven in deze eeuw zijn er nog altijd aanzienlijke gebieden verstoken van snel internet. Er duiken nog altijd nieuwe initiatieven op. Hoogleraar plattelandsontwikkeling Dirk Strijker en zijn voormalige promovendus Koen Salemink volgen elk initiatief op de voet. “We hebben een database gebouwd waarin nu zo’n 150 initiatieven zitten”, vertelt Strijker. “Aan de hand daarvan hebben we een stappenmodel kunnen ontwikkelen dat burgers kunnen gebruiken om hun initiatief tot een succes te brengen. Maar er zijn natuurlijk altijd vastlopers.” Die vastlopers kunnen volgens Strijker en consorten vaak worden verklaard uit de ambigue houding van de overheid. De overheid heeft de verantwoordelijkheid voor snel internet bij de burger (en het bedrijfsleven) gelegd, maar besluit vervolgens meer dan eens dat ze invloed wil hebben. Strijker: “Overheden tuigen dan een regeling op met allerlei voorwaarden volgens het principe one size fits all.”
In reactie daarop vallen lopende initiatieven stil: er treedt een soort herbezinning op die uiteindelijk uitmondt in aanpassing van hun initiatief om mee te liften op die regeling. Tegelijkertijd lokt zo’n regeling nieuwe initiatieven uit geba- seerd op die one size. “Er ontstaat dus een heel bijzondere dynamiek van versnippering en clustering”, aldus Strijker. “De netwerklogica van grootschalige ontsluiting en de dorpslogica van focus op de eigen (kleine) community komen met elkaar in botsing.”
Leegstand
Al komen er uit die dynamiek soms fijne glasvezelnetwer- ken voort, een aantal buitengebieden blijft achter. “De klassieke dunbevolkte gebieden met een weinig draagkrachtige gemeenschap en een zwakke sociale samenhang. Zoals de Peel en de Veenkoloniën. Je ziet dat in dat soort gebieden vakantieparken en campings het ontberen van snel internet bekopen met leegstand. Zo belangrijk is internet geworden.”
In Duitsland hebben Berlijn en de bondsstaten ieder 4 miljard euro ter beschikking gesteld aan gemeenten om hun grondgebied tot in de verste uithoeken te verglazen. Strijker denkt dat Den Haag niet snel voor dat model zal kiezen: “Niet zolang er een neoliberale wind blijft waaien. Het is tekenend dat oud-minister Kamp er altijd voor gewaakt heeft om snel internet een basisvoorziening te noemen. Hij sprak altijd van basisbehoefte, in het midden latend wie daarvoor verantwoordelijk is.” Strijker monitort samen met het ministerie van Economische Zaken de voortgang van glasvezelinitiatieven en merkt het maar al te goed: “Het ministerie wil absoluut niet praten in termen van overheidsverantwoordelijkheid.”
300 miljoen
Maar vroeg of laat is er toch echt overheidsgeld nodig, om al die hardnekkig wit blijvende vlekjes op de met burgerini- tiatieven bespikkelde glasvezelkaart van Nederland weg te werken, zo voorspelt de hoogleraar. “Ons staat het volgende scenario voor ogen: Den Haag komt over de brug en legt de uitvoering bij de gemeenten. Die weten het beste hoe de situatie ter plekke is en langs welke klippen er moet worden gelaveerd. En waar gaat het nou helemaal om? Om hooguit 200 tot 300 miljoen. Daarmee is Nederland dan meteen klaar voor de toekomst.” De verre toekomst zelfs, want geen andere techniek zal de astronomische snelheden en volumes aankunnen die onze kinderen heel normaal zullen vinden.
Internet in je riool
Nederland is gezegend met een van de meest fijnmazige rioolnetwerken ter wereld. Alle buizen achter elkaar kunnen twee keer een rondje om de wereld maken. Klassieke riolen hebben zich inmiddels bewezen als zeer voordelige gastheer voor glasvezelkabel. Maar op een flink aantal plaatsen, met name in het buitengebied, moet het afvalwater onder hoge druk naar de afvalwaterzuivering worden gepompt. Deze drukriolen zijn veel kleiner dan klassieke riolen: de meeste hebben een doorsnee van maar negen centimeter of minder. Ongeschikt om er glasvezel doorheen te jagen, althans tot vijf jaar geleden. Kabelbedrijf Jelcer slaagde er toen voor het eerst in om kabels ter dikte van een ballpoint – waarin tot bijna 100 draden kunnen worden gebundeld – door een drukriool te laten ‘meezwemmen’. Bij een afgelegen woning of bedrijf wordt het riool geopend en een draad doorgelust naar het betreffende adres. Inmiddels zijn zo’n 1000 boerderijen op deze manier van snel internet voorzien. “Als je over de grote afstanden op het platteland op die manier werkt, ben je ongeveer een derde kwijt van de prijs die je zou moeten betalen voor het apart aanleggen van een glasvezelkabel”, aldus Jelcer-directeur Erik Klein Nagelvoort. “Je kunt ook nog een mooie bijvangst maken voor het rioolbeheer: via onze glasvezelkabel kun je die talloze rioolgemalen (die kastjes langs de weg met een zwaailichtje erop, red.) online monitoren op storingen, en zelfs realtime beschikken over heel precieze meetgegevens over bijvoorbeeld temperatuur en vervuiling van het afvalwater.”
Goed verhaal, Twee aanvullingen:
1. Voor mobiele netwerken en zeker de komende 5G moeten de vele tienduizenden basiststations onderling OOK met glasvezelkabels verbonden worden. Draadloos is dus net een alternatief maar een combinatie van draad EN draadloos. Er wordt wel guitig gezegd dat “5G = optic fiber cables with antennas” !
2. Punt is dat de netwerk providers (zoals KPN en Ziggo) ook wel door hebben dat Optic fibers beter en goedkoper zijn en hun netwerken al tot vlakbij de huizen en bedrijven verglaasd hebben, maar het laatste stukje
kopedraad en coax nog zo lang mogelijk willen uitbaten. Dit brengt VOOR HEN het meeste geld op. Met hun hybriede (glas-koper) netwerken knijpen ze ons in feite af en blijven de netwerken duur en traag. Ze houden ons aan het lijntje met hun steeds nieuwe dure omzetter (glas-koper) kastjes in het net (DOCSIS x en Vectoring y).
In de UK heeft de regulator, omdat de netwerk situatie daar nog dramatisch veel slechter is, en echt de economie aantoonbaar schaad) een Universal Service Obligation aan de providers op te leggen om met het vele geld wat ze verdienen een soort basis-infrastructuur voor communicatie in het land aan te leggen. Dat zou bij ons ook kunnen.
De Piratenpartij in Amsterdam heeft deze Beter Breedband Aanpak al in haar verkiezingsprogramma opgenomen.