Deze Nederlandse politieke IT-experts gaan de komende jaren aan de slag in Brussel
Een vijftal Nederlandse politici met veel ervaring op IT-gebied gaat ook de komende jaren aan de slag in Brussel, dat wordt duidelijk uit de uitslagen en de posities op de kandidatenlijsten. Een flinke hoeveelheid kennis van Europese IT-onderwerpen blijft daarmee behouden in het parlement.
Binnenlands Bestuur & iBestuur namen in mei de kandidatenlijsten van de partijen die één of meer zetels behaalden bij de laatste landelijke en Europese verkiezingen onder de loep en inventariseerden welke kandidaten ervaring in de IT-wereld hebben of in de politiek al langer bezig zijn met IT-onderwerpen. Het merendeel van de kandidaten met IT-expertise lijkt er op basis van de uitslagen echter naast te grijpen.
Maar er is ook goed nieuws. Nederland mag in Brussel 31 van de 720 Europese zetels vullen en vier daarvan lijken naar politieke IT-experts in het Europees parlement Jeroen Lenaers (CDA), Kim van Sparrentak (GroenLinks), Bart Groothuis (VVD) en Auke Zijlstra te gaan. Het viertal kan zich op basis van de uitslagen en hun positie op de kandidatenlijst zeer waarschijnlijk opmaken voor een nieuwe periode als Europarlementariër. De eerste drie namen waren in de afgelopen jaren al actief in Brussel als Europarlementariërs. Voor Zijlstra geldt dat hij na een periode van vijf jaar afwezigheid weer terugkeert.
Kim van Sparrentak zet strijd tegen Amerikaanse techreuzen voort
De Europese verkiezingen in Nederland werden een nek-aan-nekrace waarbij de lijstcombinatie GroenLinks/PvdA met een nipte voorsprong op de PVV de grootste werd. Dat levert de partij acht zetels op en het is zeer aannemelijk dat de nummer 4 Kim van Sparrentak er daarvan een krijgt. In de afgelopen jaren wist Van Sparrentak zich in Brussel te onderscheiden op IT-onderwerpen met belangrijke bijdragen aan Europese wetgeving voor de digitale wereld waaronder de Digital Services Act en AI Act. Het leverde haar onder meer een nominatie op voor IT-politicus van het Jaar.
Sinds juli 2019 is ze als lid van het Europees Parlement actief in de commissie Interne markt en consumentenbescherming. Van Sparrentak is schaduwrapporteur op de General Product Safety Regulation, waarmee de import van allerlei goederen via buitenlandse digitale platformen wordt gereguleerd en ze heeft er mede voor gezorgd dat in het huidige voorstel voor de Digital Markets Act een opt-in verplichting is opgenomen voor dataverzameling en dat in die Europese wetgeving het online volgen van kinderen geheel verboden wordt.
Volgens dagblad Trouw, dat haar eind mei in een uitgebreid artikel portretteerde, wordt er in het Europees Parlement soms met groot ontzag over Kim van Sparrentak gesproken. “Was deze jonge vrouw er niet geweest, had het parlement dan ook met zulke grote voortvarendheid maatregelen kunnen nemen tegen de grootmachten van het internet? (…) Haar plannen om maatregelen te nemen tegen het verslavend ontwerp van smartphones zijn opgevallen, haar recht om niet gestoord te worden lijkt het te gaan schoppen tot wetgeving.” Haar partij GroenLinks meldt aan iBestuur dat ze wat betreft digitalisering en AI de aangewezen kandidaat is voor IT-onderwerpen in Brussel. “De afgelopen vijf jaar heeft zij in het Europees Parlement al een voortrekkersrol gehad op deze onderwerpen, en daarmee veel expertise en netwerk opgebouwd.”
Bart Groothuis blijft Europa wakker schudden over China
Voor de VVD verliepen de Europese verkiezingen wat teleurstellend. De partij raakt vermoedelijk een zetel kwijt en houdt er nog vier over. De kennis van IT-expert Bart Groothuis, jarenlang cybersecuritytopman bij het ministerie van Defensie, blijft in het Europees parlement echter behouden. Groothuis probeerde Europa meermaals te behoeden voor fouten in het ontwerp van voorgestelde cybersecuritywetten waaronder de NIS2.
Hij werd op dit cybersecurityonderwerp door het parlement als hoofdonderhandelaar aangewezen. In de tussentijd zocht hij vaak succesvol de media op om te vertellen over digitale dreigingen in Europa uit met name Rusland en China. Voor de IT-wereld was Groothuis de afgelopen jaren daarmee niet alleen regelmatig een luisterend oor, hij ging ook serieus aan de slag met Nederlandse zorgen over onder meer spionagesoftware.
Groothuis is al langer bezorgd over de positie in de wereldorde van Europa ten opzichte van onder meer China. Bij RTV Oost zei hij enkele dagen voor de verkiezingen dat de ‘wereldorde eraan gaat’ als Europa zichzelf niet kan bedruipen op technologisch en militair vlak. “We zien China opkomen. De Chinezen concurreren oneerlijk, ze spioneren. Dat betekent dat we zelf weer batterijen moeten maken. Zelf de waterstoftransitie mogelijk maken. Zelf zorgen dat we een kwantumcomputer hebben. We moeten veel meer zorgen dat we ons sterker innoveren.” De komende periode hoopt Groothuis onder meer op minder nieuwe wetgeving vanuit Europa die de digitale sector raakt. Ook hoopt hij op een versimpeling van bestaande wetgeving.
CISO Anouk van Brug met voorkeursstemmen naar Brussel
De VVD moet het met een zetel minder doen, maar de partij levert wel een extra IT-expert aan Brussel. Anouk van Brug, Vooraf nog de nummer 9, is met voorkeursstemmen het parlement binnengekomen. Met ruime ervaring als CISO bij BZK wil Van Brug zich vooral inzetten voor digitale veiligheid voor Nederlanders en Nederlandse bedrijven.
Van Brug wil haar kennis en expertise inzetten om op dit thema een vuist te maken tegen mensen die op digitale wijze de samenleving willen ontwrichten. Waarbij de EU het middel is om problemen van Nederlanders op te lossen, nooit een doel op zich.
In een ingezonden opinie in Trouw schreef Van Brug in maart dat Europa veel te afhankelijk is van Amerikaanse techreuzen. Cloud-aanbieders uit de EU verdienen volgens haar een voorkeursbehandeling. Dat zou onder meer kunnen met een ‘EU-techvinkje’. “Europese cloudaanbieders kunnen pas ontstaan en succesvol zijn als ze niet direct uit de markt worden geprijsd door de grote Amerikaanse broers. De overheid kan hiervoor de voorwaarden scheppen door op te treden als ‘launching customer’, een vroege klant die door lef te tonen de markt helpt te ontwikkelen. Wanneer er voldoende Europese aanbieders zijn, moeten deze worden voorzien van een EU-techvinkje. Zo zien ondernemers in een oogopslag dat ze zakendoen met een Europese aanbieder.”
Jeroen Lenaers wil kindermisbruik in de onlinewereld aanpakken
Voor het CDA is de voorlopige uitslag een flinke meevaller. De partij had vier zetels en raakt er eentje kwijt. Toch is dat een stuk beter dan verwacht werd na de teleurstellende Tweede Kamerverkiezingen. De uitslag betekent zeer waarschijnlijk dat Europarlementariër Jeroen Lenaers kan blijven zitten.
Het CDA ziet in Lenaers de IT-expert van hun partij, zo gaf een woordvoerder aan tegenover iBestuur en Binnenlands Bestuur. “Enerzijds heeft Jeroen tijdens zijn vorige mandaten veel gedaan op het gebied van IT en cybersecurity.
Zo was hij concreet voorzitter van de Pegasus enquêtecommissie die onderzoek deed naar de Pega-spyware. De Pega-spyware werd in de EU en elders gebruikt om oppositieleden, mensenrechtenactivisten, journalisten en advocaten te bespioneren. Daarnaast presenteerde Jeroen zijn rapport over de Richtlijn ter bestrijding van online kindermisbruik.” Lenaers is namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken in het Europees Parlement woordvoerder over deze nieuwe wetgeving.
Lenaers wil zich in de komende periode opnieuw bezighouden met het bestrijden van kindermisbruik, zo vertelt hij op de website van het CDA in aanloop naar de verkiezingen. “Meer en meer verplaatst kindermisbruik zich naar de onlinewereld, onder meer door technologische ontwikkelingen en het feit dat kinderen vaker online zijn. Daarmee vervagen de landsgrenzen.” In het rapport van de richtlijn waar Lenaers aan werkt worden ook deepfakes en AI meegenomen. “Het bekijken van dit materiaal kan uiteindelijk ook leiden tot misbruik en dient daarom verboden te worden. Om te voorkomen dat delicten zich simpelweg van de ene naar de andere lidstaat verplaatsen, moeten we afspraken hebben op Europees niveau.” Aan het einde van 2024 wordt de richtlijn in stemming gebracht. Lenaers heeft er vertrouwen in dat er een akkoord uit volgt.
Ervaren IT-man Auke Zijlstra keert na vijf jaar afwezigheid terug
De PVV werd weliswaar niet de grootste partij, maar zal met tevredenheid kijken naar de voorlopige uitslag van de Europese verkiezingen waarbij het van 1 naar 6 zetels groeide. De partij reageerde niet op herhaaldelijke verzoeken van Binnenlands Bestuur en iBestuur op de vraag wie de aangewezen IT-expert op de lijst is. Uit een eigen analyse van de lijst werd duidelijk dat de nummer 3 Auke Zijlstra de nodige ervaring heeft opgedaan met IT-onderwerpen. Dat deed hij onder meer als IT-projectmanager bij Tobacco en ambtenaar voor Binnenlandse Zaken, maar hij voerde ook jarenlang het woord op IT-onderwerpen namens de PVV in Europa.
Over Zijlstra’s zijn ambitie en visie over de huidige Europese IT-onderwerpen is echter (nog) niet veel bekend. In het verkiezingsprogramma gaat het voornamelijk over het tegengaan van de asielinstroom en het verdedigen van de Nederlandse belangen in Europa, toch valt er het een en ander op te maken over de plannen op IT-vlak.
De partij schrijft onder meer dat het de Europese Unie in rap tempo ziet ontwikkelen tot geopolitieke unie, maar dat is niet wat de partij nastreeft. “Voor ons geen Europese superstaat”, valt in het programma te lezen. De partij wil wel samenwerken als het gaat om het veilig houden van het continent. Daarbij lijkt er mogelijk wel ruimte voor samenwerking op gebied van digitale veiligheid. “Het is van belang om ons te bewapenen tegen externe dreigingen, of deze nu uit China, Rusland of het Midden-Oosten komen. Zeker nu er een oorlog woedt op ons continent.
De PVV steunt de strijd van Oekraïne tegen de Russische agressor”, schrijft de partij. De PVV vindt het verder van belang dat er zo min mogelijk Europese fiscale bemoeienis is. Het plan voor een Europese digitale euro, waar nog een Europees akkoord over moet worden bereikt, zal Zijlstra vermoedelijk gaan tegenwerken. “Tegen vergaande voorstellen zoals het invoeren van de digitale euro zullen wij ons met hand en tand verzetten”, zo valt in het programma te lezen.
Belang IT-onderwerpen neemt toe
Reijer Passchier, hoogleraar Digitalisering bij Universiteit Leiden en de Open Universiteit ziet het belang van IT-onderwerpen in de Europese politiek toenemen. Het is volgens hem cruciaal dat Europarlementariërs goed beslagen ten ijs komen als het gaat om IT-onderwerpen. ‘Niet iedere partij hoeft een absolute IT-specialist aan boord te hebben, maar kandidaten moeten wel een idee hebben van het grote belang van technologie en de betekenis ervan voor onze samenleving. Een zekere sensitiviteit voor de implicaties van technologie, voor de kansen van technologie en voor de risico’s die technologie met zich meebrengt voor de democratische rechtstaat is noodzakelijk. Je hebt eigenlijk IT’ers nodig met gevoel voor ethische en sociale kwesties. Dus niet per se specialisten, maar kandidaten die multidisciplinair georiënteerd zijn.’ Hoewel kandidaten volgens hem geen bèta’s hoeven te zijn, is Passchier wel bezorgd als het gaat om het lage aantal kandidaten met werkervaring in de IT-wereld of politieke ervaring in IT-onderwerpen.
IT-Europarlementariërs aan de slag met meerdere wetten
De nieuwe Europarlementariërs krijgen de komende periode te maken met diverse ‘IT-wetgeving’. Zo wordt er in Brussel na de zomer onder meer verder gewerkt aan de AI-aansprakelijkheidsrichtlijn, waarmee bepaald wordt wie verantwoordelijk is voor schade veroorzaakt door AI. De richtlijn bouwt voort op de eerste uitgebreide regelgeving voor AI die in maart 2024 door het Europees Parlement is aangenomen. Daarnaast gaat het parlement ook aan de slag met nieuwe regels om digitale verslaving aan te pakken. In 2023 werd in december aangedrongen op nieuwe regels na zorgen over de impact die sociale mediaplatforms hebben op de gezondheid van met name minderjarige gebruikers die oneindig blijven scrollen. Momenteel wordt geëvalueerd hoe groot de noodzaak is om regels te gaan stellen op dit terrein.
Daarnaast wordt er onderzocht in hoeverre werknemers het recht kunnen krijgen om ‘offline’ te zijn. Daarmee wordt bedoeld: niet verplicht online bereikbaar hoeven te zijn voor werk gerelateerde activiteiten of communicatie door middel van digitale hulpmiddelen zoals telefoonoproepen, e-mails of andere berichten. De commissie is inmiddels gestart met een verkenning naar mogelijke regelgeving. Het Europees parlement riep Europese Commissie in 2021 op om een wetsvoorstel te maken.