Blog

Digital wellbeing

Partijen als Apple en Google gaan zich actief bezighouden met het bestrijden van de verslaving aan sociale media en met name die van jongeren. Wat betekent dat voor de rol van overheden?

Recent kondigde Apple een nieuwe versie aan van zijn besturingssysteem voor de iPhone (iOS12) met daarin extra mogelijkheden om het gebruik van internet en apps onder controle te houden, ‘Screen Time’ genaamd. Een maand geleden introduceerde Google iets vergelijkbaars aan onder de noemer ‘Digital Wellbeing’. Beide bedrijven komen daarmee tegemoet aan de grote bezorgdheid in de samenleving, bij aandeelhouders en oprichters, over de verslaving aan sociale media en mat name die van jongeren.

Apple en Google doen dat op drie manieren. Allereerst geven ze via diagrammen en tabelletjes meer inzicht in het gebruik van je apps. Je kunt straks zien hoeveel tijd je dagelijks bezig bent met bijvoorbeeld Facebook, Whatsapp en Twitter en met wie je het meeste belt en appt. Ten tweede krijg je de mogelijkheid om per app tijdslimieten in te stellen. Je krijgt dan een waarschuwing als je deze limiet hebt bereikt. Ten derde wordt de ‘do not disturb’ functie vernieuwd waarbij je notificaties en oproepen tijdelijk kunt pauzeren. Je wordt dan niet gestoord door oproepen of geattendeerd op nieuwe berichten. Apple en Google geven ouders bovendien meer inzicht in het smartphonegebruik van hun kinderen. Bij Apple kunnen ouders harde limieten instellen waarna de app of verbinding wordt gestopt. Iedereen krijgt er dit najaar, als de software beschikbaar komt, dus nieuwe mogelijkheden om zijn ‘verslaving’ onder controle te houden.

Gebrekkige zelfdiscipline

Als we maar genoeg inzicht krijgen in ons eigen gedrag dan gaan we ons vanzelf beter gedragen. Dat is ook de gedachte achter de gezondheidsapps en fitness trackers en achter de slimme thermostaten en energiemeters.

Toch is het maar de vraag of deze aanpak daadwerkelijk gaan helpen. Als gebruikers zijn we hardnekkig. Wie klikt het pop-upschermpje van de anti-RSI-bewegingsoefeningen niet snel weg, als je hem al niet hebt uitgeschakeld? Wie volgt alle adviezen van zijn gezondheidsapp blindelings op? Ook bij de discussie over handen aan het stuur houden tijdens het rijden zien we dat gebruikers weinig gebruikmaken van de mogelijkheden die talloze auto-apps bieden, evenals de ‘do not disturb’-functie, met als gevolg meer auto-ongelukken. En zo zijn er vele voorbeelden te geven.

De bewustwordingsmaatregelen doen een beroep op onze zelfdiscipline waarvan we weten dat die erg beperkt is. Bij jongeren blijkt het probleem nog complexer: uit onderzoek blijkt dat het uitzetten van de notificaties en het beperken van het app-gebruik voor hen totaal geen optie is: ze raken helemaal van slag. Zij moeten eerst leren en ervaren dat er alternatieven zijn voor het ‘appen’ en dat de wereld niet vergaat of dat je er niet meteen niet meer bij hoort als je niet binnen 1 minuut reageert op een nieuw bericht. Dat is een grotere taak van opvoeders zoals ouders en scholen.

Hetzelfde geldt ook bij een gezonde leefstijl en goed rijgedrag in de auto: er is een stuk opvoeding nodig voordat er een beroep gedaan kan worden op de zelfsturing.

Verslaafd houden

De ontwikkeling van de nieuwe functies van Apple en Google, en ook Facebook werkt eraan, is wel een stap in de goede richting. Het is een trendbreuk voor deze bedrijven die hun businessmodel gebaseerd hebben op het ons zoveel mogelijk laten gebruiken van sociale media: hoe meer tijd en aandacht, hoe meer eyeballs, hoe meer inkomsten. Het is onderdeel van een zoektocht waarbij een nieuwe balans gevonden moet worden tussen commercieel gewin op korte termijn en het vasthouden van gebruikers op de langere termijn.

Google noemt het ‘gezonde gewoonten ontwikkelen’. Het bedrijf heeft een onafhankelijk non-profit centrum opgericht dat nieuwe standaarden en businessmodels moet ontwikkelen die ‘goed’ zijn voor de samenleving, zoals een maximum uren online. Dit ‘Center for Humane Technology’ spreekt over een keerpunt in de technologieontwikkeling: van technologie die onze aandacht trekt en de samenleving uitholt, naar technologie die ons brein beschermt de samenleving verrijkt.

Deze ontwikkelingen passen in een trend die de tech-bedrijven al hadden ingezet om hun gebruikers beter te begrijpen, door een nauwkeurige analyse van je app-gebruik. Hoe completer dit beeld, hoe waardevoller. Zo kunnen de producten en diensten beter op je wensen laten aansluiten. Je motivaties en drijfveren zijn bepalend voor je (koop)gedrag. Het goed voorspellen daarvan en het goed erop inspelen is waar de toekomst voor platformen als Amazon, Google en Facebook ligt. Deze bedrijven kruipen dus steeds meer in onze psychologie. Zijn we als consument nog wel in staat om daar ‘weerstand’ aan te bieden en zelfstandig en onafhankelijk keuzes te maken, verleidingen te weerstaan en zelf te bepalen wat ‘goed’ voor ons is?

Nudging?

Wat mogen we verwachten van de tech-bedrijven die voor hun verdienmodellen afhankelijk zijn van ons gebruik en van adverteerders die ons proberen te verleiden? Als je ons sociale mediagebruik ziet als een verslaving dan kun je Facebook en Google zien als dealers die ons, niet voor niets ‘gebruikers’ genoemd, net gezond genoeg zullen houden om een maximale omzet te blijven garanderen.

Overheden staan voor een nieuwe uitdaging. Bij het zelfbewust maken van burgers en ze beter opvoeden wordt de autonomie van de burger nog niet aangetast. In dit geval zijn regulering en voorlichting nog overzichtelijk. De trend is echter dat bedrijven ons gedrag steeds meer gaan sturen met gerichte, effectieve, psychologische beïnvloeding en dat ze daarbij afwegingen maken tussen mogelijk tegenstrijdige belangen (af en toe een vette hap mag, maar op termijn niet goed voor je gezondheid). Het is ook voor een overheid verleidelijk, die haar beleid effectiever wil maken, verleidelijk om gebruik te gaan maken van de zogenoemde ‘nudging’.

Het wordt voor overheden uiterst ingewikkeld om deze nieuwe ontwikkeling te reguleren. Reguleren heeft bovendien vaak iets afwachtends. Laten overheden pro-actief gaan kijken naar ‘digital well-being’ en ‘ethische en het initiatief tot het ontwikkelen van nieuwe ‘gezonde’ digitale principes niet aan bedrijven overlaten. In een digitale samenleving zal ook de overheid – het publieke belang en van wijsheid van wat goed voor ons is – terug moeten komen in de digitale code en ontwerpprincipes van de digitale producten en diensten om ons heen.

Maurits Kreijveld is futuroloog en adviseert onder meer overheden hoe zij het beste kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen, zoals digitalisering en de netwerksamenleving.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren