We weten waar we aan toe zijn met de modernisering van de overheid met het nieuwe kabinet, maar nu nog waarmaken. Ook al omdat de informatiemaatschappij zich in razend tempo ontwikkelt.
Zo, we weten waar we aan toe zijn met de digitalisering van de overheid. In het regeerakkoord zijn woorden gewijd aan de noodzaak voortgang te maken met het aanpassen van het openbaar bestuur aan de ontwikkelingen in onze informatiemaatschappij.
Bij de gezondheidszorg wordt e-health geduid, de tekst over mobiliteit is een aanwijzing dat slim gebruik van big data voor het nieuwe kabinet betere oplossingen oplevert voor het dichtslibben van de wegen dan we analoog gewend zijn en zo zijn er tal van beleidsterreinen. Het vergroten van de digitale veiligheid in de doelstellingen voor justitie en veiligheid springt in het oog omdat daar ook boter bij de vis wordt gedaan. Dat is mooi én noodzakelijk, maar legt tegelijkertijd een bijzondere uitdaging bloot als het gaat over de vernieuwing van het openbaar bestuur. Een prachtige tekst, een steun in de rug voor iedereen die samen met de Digicommissaris hard werkt aan het verder aanjagen van de digitalisering van de overheid.
Een citaat: “Het kabinet ontwikkelt een ambitieuze, brede agenda voor de verdere digitalisering van het openbaar bestuur op verschillende niveaus”. En dan worden nog specifiek een paar voorzieningen genoemd (mijnoverheid.nl, de machtigingsfunctie, DigiD), waar het kabinet op ontwikkeling en verbetering wil inzetten. Dat vraagt om, zoals de directeur van het bureau Digicommissaris het formuleert, digitaliseren met vertrouwen! Helemaal passend in de ambities, die het Nationaal Beraad voor de digitale overheid heeft neergelegd in opeenvolgende Digiprogramma’s in de afgelopen drie jaren. Zoals mijn opdracht is, heb ik geprobeerd om verdere ontwikkeling en versnelling in de digitalisering aan te brengen. Dat is ook nodig, om het adagium ‘de mensen centraal’ waar te kunnen maken. Het ontbreken van financiële middelen en een zekere doorzettingsmacht heeft ons parten gespeeld om daadwerkelijk grote stappen te maken. Op een onderwerp als regie op gegevens zijn desondanks goede stappen gezet, het is terecht dat het kabinet hier stevig op door wil pakken.
Nu we langzamerhand in het stadium geraken dat de taken van de Digicommissaris in de portefeuille van een minister (toch Binnenlandse Zaken?) worden neergelegd ben ik benieuwd of in de wandelgangen voor het constituerende beraad van het nieuwe kabinet deze nieuwe minister nog een claim neerlegt. Want hoe fraai ook de ambities op weg naar één gedigitaliseerde overheid, er zullen toch middelen vrij moeten worden gemaakt om de verwachtingen waar te maken. De moeizame discussie in het Nationaal Beraad, die gelukkig wel tot overeenstemming heeft geleid over de duurzame financiering van de belangrijke onderdelen van de digitale infrastructuur van de overheid voor de komende periode, toont dat wel aan. We weten waar we aan toe zijn met de modernisering van de overheid met het nieuwe kabinet, maar nu nog waarmaken. We zullen vertrouwen in de toekomst moeten hebben, want – en dat is zeker- de informatiemaatschappij ontwikkelt zich in razendsnel tempo door.