Doorkijkmode
Volgens een toonaangevend modeblog is het '2012 Transparantie troef'. Nu slaat dit vooral op doorzichtige bloesjes, maar het zou ook een mooi motto zijn voor de overheid.
De laatste jaren heeft de overheid steeds meer inzicht gekregen in ons privéleven. De overheid wil alles van ons weten en in de gaten houden of haar onderdanen geen regels overtreden. Maar de overheid zelf is zo gesloten als een oester. De overheid krijgt steeds meer macht over de burger, maar burgers hebben steeds minder macht om de overheid te controleren.
De meeste EU-landen hebben een wet die openbaarheid van bestuur regelt, zoals de Nederlandse ‘WOB’. In de EU zijn de regels voor openbaarheid van bestuur vastgelegd in een Verordening, in Nederland bekend onder haar bijnaam ‘Eurowob’. De Eurowob is beperkter dan de meeste nationale ‘wob’-regelingen. Op dit moment wordt de Eurowob herzien. Het Europees Parlement pleit voor méér transparantie, maar de Commissie en de lidstaten willen de rechten op inzage juist verder inperken. Burgers, parlementariërs en journalisten die inzage krijgen in overheidsstukken, vinden ze vooral lastig.
Dat is niet alleen strijdig met de principes van democratie en rechtsstaat, maar bovendien in tijden van internet tamelijk onnozel. Al is het top secret nog zo snel, Wikileaks achterhaalt hem wel. Of hackers. Of klokkenluiders die met één druk op de knop de hele wereld kunnen laten delen in geheime stukken. In veel gevallen brengen dergelijke acties misstanden aan het licht die regeringen liever geheim hadden gehouden.
Openbaarheid van bestuur is nergens absoluut. Er zijn altijd uitzonderingsgronden waarmee stukken geheim kunnen worden gehouden, zoals nationale veiligheid of internationale betrekkingen. Raad en Commissie maken hier op grote schaal misbruik van, en verklaren routinematig stukken over internationaal beleid geheim.
Op 4 mei deed de Europese rechter een uitspraak in een Eurowob-zaak die ik had aangespannen tegen de Raad. Mijn verzoek betrof de openbaarmaking van een advies van de juridische dienst van de Raad over de rechtsgrondslag voor het akkoord tussen de EU en de VS over doorgifte van bankgegevens (beter bekend onder de naam ‘Swift’). De rechter maakte in zijn uitspraak gehakt van de cultuur van geheimhouding in de Raad, en stelde dat internationale betrekkingen en juridische adviezen niet automatisch zijn uitgezonderd van de openbaarheidregels.
Mijn Eurowob-procedure en de daaropvolgende rechtszaak duurden zo’n drie jaar, en de kosten zullen voor de meeste burgers onoverkomelijk zijn. Deze obstakels mogen gerust worden aangemerkt als obstructie van transparantie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat mensen met behulp van technologie de regels omzeilen om zich toegang te verschaffen tot overheidsinformatie. Zo wordt door technologische vooruitgang de druk opgevoerd om tot meer transparantie te komen.
De neiging tot geheimzinnigheid leidt niet tot efficiënter bestuur, maar vooral tot wantrouwen bij burgers. De Eurowob moet niet worden afgezwakt, maar juist drastisch versterkt. De EU-instellingen moeten het de burger zo gemakkelijk mogelijk maken, en alle stukken op internet zetten. Volgens de modevoorschriften van dit jaar: Transparantie Troef!