Minister Bloks register van ICT-bedrijven die slecht hebben gepresteerd is weinig anders dan een ordinaire zwarte lijst, een regelrechte oorlogsverklaring. Hoezo bouwen aan vertrouwen?
Minister Blok heeft eind januari zijn reactie op het rapport van de parlementaire commissie Elias over de ICT van de rijksoverheid gepresenteerd. Zijn standpunt ligt vast in een lange, wollige brief aan de Tweede Kamer vol ‘feel good’ passages en een oeverloze opsomming van toch al lopende, maar overigens weinig spectaculaire maatregelen. Slechts op onderdelen komt de minister met iets nieuws.
Zo wordt onder meer de nieuwste hype in aanbestedingsland omarmd: de ‘past performance.’ Lekkere jongen, die Stephanus Abraham Blok. Hij geeft aan met ‘een register’ te willen komen waarin ICT-bedrijven worden opgenomen die in het verleden duidelijk niet hebben gepresteerd zoals overeengekomen. Het idee erachter is dat bedrijven die in het register zijn opgenomen, in de toekomst van aanbestedingen kunnen worden uitgesloten. Dat is schrikken! Want wat in de brief in neutrale termen ‘een register’ wordt genoemd, is in feite weinig anders dan een ordinaire zwarte lijst.
Dikke duim
Dit plan moet met de grond gelijk worden gemaakt. Iedereen die meer dan oppervlakkig ervaring heeft met mislukte ICT-projecten weet dat het vrijwel onmogelijk is om de zwartepiet louter bij de leverancier dan wel bij de opdrachtgever neer te leggen. Een knappe Haagse jongen die dus werkbare criteria voor het register weet te maken! En wie bepaalt überhaupt of een wanprestatie van een leverancier zo ernstig is dat die de opname in een zwarte lijst rechtvaardigt? Het lijkt er op dat de rijksoverheid de zwarte lijst eigenmachtig wil gaan vullen, dus zonder tussenkomst van de rechter. Erger nog: de minister zet zelfs de deur open voor ‘gossip’. De rijksoverheid mag, zo zegt de brief, ook afgaan op ervaringen van anderen. Dus: als een leverancier elders de fout in is gegaan, dan kan ook zoiets tot opname in de zwarte lijst leiden. Dat gaat een vrolijke boel worden….
De minister verwijst naar de nieuwe Europese Aanbestedingsrichtlijn uit 2014, die uiterlijk in april 2016 in de Nederlandse wetgeving moet zijn omgezet. De Europese regels bevatten weliswaar een (niet verplichte) regeling over ‘past performance’, maar toepassing ervan moet met de nodige waarborgen zijn omgeven. De minister gaat echter volledig voorbij aan het feit dat de Europese wetgeving in het geheel niet spreekt over registers of zwarte lijsten. Hij heeft dat kennelijk gewoon zelf bedacht. Mijn conclusie: de juridische duim van Blok is wel heel erg dik.
Belangrijker nog dan de inhoudelijke bezwaren is de gedachte dat de brief van Blok in wezen een regelrechte oorlogsverklaring aan de ICT-sector is. Niks samenwerking, niks bouwen aan vertrouwen. De rijksoverheid kiest voor een gewapende strijd met een zwarte lijst als moordwapen. Ik kan mij niet voorstellen dat mijn vrienden en vriendinnen in de ICT-sector van die gedachte echt vrolijk worden. De strijd moet dus krachtig worden opgepakt. Ik houd niet van zwart. Daarom ga ik Blok – uit fel protest – een mooi gekleurde ansichtkaart met een fraaie regenboog sturen. Wie doet er mee?
Hear, hear: ik doe mee!
Zoals zo vaak ben ik het me je eens Peter. Goede (ICT-)projecten staan of vallen met wederzijds vertrouwen. Het kan uiteraard geen kwaad te blijven leren van minder succesvolle projecten en ervaringen te delen. Ook mogen deze ervaringen wmb best een rol spelen in toekomstige gunningen. Maar een zwarte lijst/register zou gevuld en gevoed kunnen worden door willekeur en subjectiviteit. En da’s best gevaarlijk……
Een interessant artikel over een poging van de gemeente Utrecht om geen zaken meer te hoeven doen met bedrijven die ambtenaren cadeaus hebben gegeven. Zwarte lijsten dus.
http://www.nu.nl/utrecht/39…
Ik lig dus iets minder wakker van zwarte lijsten dan Peter, maar ik ben het zeer met hem eens dat ook (en m.i. op de eerste plaats) opdrachtgevers de hand in eigen boezem moeten steken. Als een markt niet goed functioneert, moet je eerst naar de vraagzijde kijken. En als je daar gebrek aan competentie (lees: marktkennis)aantreft dan weet je dat dat gevolgd wordt door slecht presteren van aanbieders. Zo werken markten.
Ik ben dan ook blij dat het BIT, anders dan je soms leest, niet alleen een zoveelste controle-instantie wordt, maar ook (en hopelijk vooral) een expertisecentrum, waar alle aanbestedende diensten (aub ook gemeenten, provincies en waterschappen) terecht kunnen voor kennis van markten, bedrijven en produkten.
Nu nog een club (de HIS?, de CIO’s?), die alle contracten van het rijk met leveranciers in kaart brengt, hun marktaandelen, prestaties enz.
Net zoals, volgens de Zembla-uitzending, Ordina (en alle anderen ongetwijfeld!) in kaart brengt welke contracten ze heeft op de diverse ministeries en welke personen daarover besluiten nemen. Dat heeft niks met corruptie te maken, maar alles met professionaliteit.
Diepgaande en actuele marktkennis lost het probleem van past performance (zwarte lijsten) op, omdat goede marktkennis kennis is van current performance. Meer heb je niet nodig.
Tja een zwarte lijst is natuurlijk wel logisch vanuit de optiek dat een partij die niet presteert daar ook de gevolgen van ondervindt. Het ontbreken van deze penalty creeert anderzijds een situatie dat leveranciers niet geprikkeld worden top prestaties te leveren.
Het zou veel beter zijn als de overheid zich niet richt op wat niet goed is maar op wat wel goed is. projectsucces vloeit voort uit het vermogen van 3 succesactoren: de opdrachtgever, de projectmanager en de architect. Waarom legt de overheid geen register aan met mensen die op die terreinen een bewezen trackrecord hebben en het dus wel kunnen.