Eurobarometer: verdedigen democratie topprioriteit voor het Europees Parlement
Burgers van de Europese Unie willen dat het Parlement de democratie verdedigt: een derde van de respondenten (32%) ziet dit als de belangrijkste waarde om te verdedigen, gevolgd door de vrijheid van meningsuiting (27%) en de bescherming van mensenrechten (25%). Dat blijkt uit de nieuwste Eurobarometer-enquête die dinsdag is gepubliceerd.
Steun voor de EU, en voor het EP in het bijzonder, is tijdens de coronapandemie toegenomen, zo blijkt uit de nieuwste Eurobarometer-enquête die dinsdag is gepubliceerd.
In de nieuwe Eurobarometer-enquête, die in opdracht van het Europees Parlement is uitgevoerd, heeft bijna een derde van de respondenten (32%) democratie gekozen als de belangrijkste Europese waarde om te verdedigen, gevolgd door de vrijheid van meningsuiting (27%) en de bescherming van mensenrechten in de EU en de wereld (25%). Toenemend extremisme, de verspreiding van desinformatie en de verzwakking van de rechtsstaat baren de Europese burgers zorgen.
Dit is een weerspiegeling van de resultaten van de laatste enquête over de Toekomst van Europa, die half januari 2022 door het Europees Parlement en de Commissie is gepubliceerd. Uit dit onderzoek bleek dat negen van de tien Europeanen vinden dat er nog werk aan de winkel is om de democratie in de EU te versterken.
Elf lidstaten stellen de verdediging van de democratie voorop: Zweden, Duitsland, Finland, Italië, Denemarken, Oostenrijk, Luxemburg, Malta, Polen, Tsjechië en Hongarije. Respondenten uit Tsjechië en Hongarije zetten ook de bescherming van de mensenrechten op een gedeelde eerste plaats. Ook in Nederland stond de bescherming van de mensenrechten op de hoogste plek (34%), gevolgd door de bescherming van de democratie (32%) en de vrijheid van meningsuiting (31%).
De voorzitter van het Europees Parlement, Roberta Metsola, verwelkomde de resultaten van de enquête: “Zoals de burgers terecht opmerken, is het verdedigen van de democratie boven alles de belangrijkste Europese waarde. We kunnen democratie niet als vanzelfsprekend beschouwen; extremisme, autoritarisme en nationalisme zijn vandaag de dag toenemende bedreigingen voor ons gemeenschappelijke Europese project.”
Over het algemeen beschouwen de Europese burgers volksgezondheid (met 42%) nog altijd als een topprioriteit voor het Parlement, op de voet gevolgd door de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (40%) en maatregelen tegen klimaatverandering (39%). Gemiddeld beschouwen Europese jongeren de strijd tegen klimaatverandering als hun topprioriteit voor het Parlement. In Nederland staat niet de volksgezondheid, maar juist de aanpak van klimaatverandering op de eerste plek (61%), gevolgd door de aanpak van armoede en sociale uitsluiting (39%) en migratie en asiel (34%). Volksgezondheid (25%) is bij Nederlanders te vinden op de achtste plek, na democratie en de rechtsstaat (32%), de strijd tegen terrorisme en georganiseerde misdaad (29%), de toekomst van Europa (26%) en internationale samenwerking (26%).
Er is aanhoudende belangstelling voor meer informatie over de werkzaamheden van de EU. Volgens de huidige enquête zou informatie over de concrete besteding van EU-middelen voor 43% van de EU-respondenten het meest interessant zijn. Burgers willen ook meer te weten komen over de concrete gevolgen van Europese wetgeving in hun land (30%), de activiteiten van hun nationale Europarlementariërs (29%) en over wat de EU doet om de coronapandemie te bestrijden (29%).
“Burgers willen en verdienen meer informatie over de concrete impact van EU-beleid en de besluiten in hun dagelijks leven. Mensen moeten weten waar het geld aan wordt besteed”, aldus EP-voorzitter Metsola.
Het Europees Parlement heeft duidelijk gemaakt dat de uitbetaling van de EU-herstelfondsen gebaseerd moet zijn op duidelijke en goedgekeurde plannen. Daarnaast moet het onderworpen zijn aan consistente controle en transparantie, en moet het ook afhankelijk zijn van de eerbiediging van onze democratische kernwaarden.
De steun van de burgers voor de EU, en het EP in het bijzonder, is tijdens de coronapandemie toegenomen. Een grote meerderheid van de EU-respondenten (58%), zo ook de Nederlanders (59%), is voorstander van een belangrijkere rol voor het Europees Parlement in de toekomst. Daarnaast is het percentage EU-burgers met een positief beeld van het Europees Parlement sinds 2015 met 12 punten gestegen tot 36%, inclusief een stijging van 3 punten sinds 2019. 45% van de respondenten heeft een neutrale kijk op het Europees Parlement en slechts 17% heeft een negatief beeld. Deze overwegend positieve kijk op het EP wordt ook weerspiegeld in de vorige Eurobarometer 95.1 van de Europese Commissie, waaruit bleek dat de burgers van alle EU-instellingen het meeste vertrouwen hebben in het Europees Parlement.
Een meerderheid van de EU-burgers (62%) ziet het EU-lidmaatschap van hun land als een goede zaak, terwijl slechts 9% het tegendeel vindt – voor het tweede jaar op rij het hoogste resultaat sinds 2007. Daarnaast zegt een meerderheid (63%) optimistisch te zijn over de toekomst van de EU. In Nederland ligt het eerstgenoemde percentage nog hoger, met 81% van de respondenten die denken dat EU-lidmaatschap een goede zaak is. 82% denkt ook dat Nederland voordeel heeft gehaald uit het EU-lidmaatschap, tegenover het EU-gemiddelde van 72%. Volgens de respondenten komen deze voordelen vooral voort uit een verbeterde samenwerking tussen Nederland en de andere lidstaten (62%) en de bijdragen die de EU heeft geleverd aan onze economische groei (49%). Redenen waarom Nederland niet zou hebben geprofiteerd van EU-lidmaatschap wijzen voornamelijk op het idee dat kwesties die voor Nederlanders van belang zijn, beter op nationaal niveau aangepakt kunnen worden (53%) en dat Nederlanders weinig invloed hebben op de beslissingen die op EU-niveau worden genomen (51%).
Achtergrond
De najaarsenquête 2021 van het Europees Parlement werd tussen 2 november en 3 december 2021 in alle 27 EU-lidstaten uitgevoerd. De enquête werd face-to-face uitgevoerd en waar nodig aangevuld met online interviews als gevolg van de coronabeperkingen. In totaal werden 26.510 interviews afgenomen, waarbij de EU-resultaten werden gewogen op basis van de omvang van de bevolking in elk land. In Nederland werden er 1.006 interviews afgenomen.