De ministerraad is akkoord met een vaste doorbelasting van de kosten van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) aan de publieke en private partijen die er gebruik van maken. Daarmee is er in principe een einde gekomen aan het regelmatige gesteggel over welke instanties er moeten opdraaien voor de kosten van voorzieningen als DigiD, Digipoort en MijnOverheid.
Op de site van de Digicommissaris, die het akkoord heeft voorbereid, staat het nog wel wat cryptisch: er is besloten tot ‘effectuering van de uitgangspunten voor duurzame financieringsafspraken’. Maar voor Hans van der Stelt, directeur van het bureau Digicommissaris, is er wel sprake van een doorbraak. “Dit betekent dat in de toekomst de financiële dekking is geborgd. Daar zijn we content over.”
Structurele financiering van de GDI is een punt waar Digicommissaris Bas Eenhoorn zich de afgelopen jaren hard voor heeft gemaakt; met succes dus. Vanaf 2018 zullen voor de drie belangrijkste onderdelen DigiD, Digipoort en MijnOverheid de toerekenbare kosten (voor beheer en exploitatie) structureel worden doorbelast. In totaal gaat het naar verwachting in 2018 voor die drie voorzieningen om 93,5 miljoen euro.
Van der Stelt denkt dat de regeling rust brengt omdat er geen ad-hoc regelingen meer nodig zijn. “Er ontstaat nu rust aan het front vanwege de voorspelbaarheid. Je weet waar je aan toe bent en waar je je financieel-technisch op moet voorbereiden. Voorheen werd er door die partijen gezegd ‘het was gratis en nu moeten we ervoor betalen. Maar die kosten moesten elders opgebracht worden.” En daar moest dan steeds weer opnieuw een financiële regeling voor worden getroffen.
Hoe die doorbelasting precies vormt krijgt, moet nog worden uitgewerkt. “De manier waarop we dat gaan doen, bijvoorbeeld een rekening naar iedere gemeente afzonderlijk of een gezamenlijke rekening voor alle gemeenten, dat is nog onderwerp van gesprek. We proberen wel te voorkomen dat er een nieuw circus van administratieve lasten ontstaat.” In 2018 wordt nog met de betrokken partijen bekeken of de gekozen methodiek werkt en of iedereen ermee uit de voeten kan.
Positief is dat de GDI wordt gefinancierd. Nog positiever zou zijn wanneer de ministerraad de moed zou hebben gehad om voor de verdere uitwerking van de financiering in één keer duidelijkheid te verschaffen. Nu krijgen we waarschijnlijk weer het getouwtrek rond de doorbelasting. Ik vraag me dus af of er geen gesteggel gaat ontstaan. Als iemand op het lumineuze idee komt om per gemeente af te rekenen, dan zie ik alweer de discussies over prioriteitstellingen en belang. En natuurlijk moeten we dan weer businesscases en impactanalyses gaan maken.
Misschien zie ik het allemaal te weinig rooskleurig, maar in mijn beleving kan dit nog sneller en vooral voortvarender worden aangepakt.