Twee jaar geleden ging het programma Digitale Agenda 2020 van start. Een van de constateringen halverwege de rit is dat investeren in een netwerk van gemeenten loont.
Ruim twee jaar zijn gemeenten nu bezig met het programma Digitale Agenda 2020. Nog twee jaar te gaan om de doelstellingen en ambities die we aan de start van het programma formuleerden, te realiseren. Hoog tijd voor een tussenstand.
In de afgelopen twee jaar hebben we gezien dat investeren in een netwerk van gemeenten loont. Dat is de belangrijkste, algemene conclusie die ik kan trekken na twee jaar Digitale Agenda 2020. Er is een sterk netwerk ontstaan. Niet alleen van gemeenten, maar ook van medeoverheden zoals de Manifestpartijen en van leveranciers. Heel veel gemeenten doen actief mee met allerlei onderdelen van het programma Digitale Agenda 2020. De Gemeentelijke Gemeenschappelijke Infrastructuur (GGI) wordt vormgegeven met een groep van zeventig meedenkende gemeenten, vijftig gemeenten zitten in de klankbordgroep van de Monitor Doelgerichte Digitalisering, en 245 gemeenten (en hun partners) doen met 118 pilots mee in de Pilotstarter.
Bij de start van de Digitale Agenda 2020 is duidelijk gesignaleerd dat het aansluiten van gemeenten op de informatiesamenleving veel meer betekent dat het implementeren van een aantal digitale bouwstenen. Het gaat vooral om wendbaarheid, flexibiliteit, bewustwording van wat de informatiesamenleving eigenlijk betekent én wat er allemaal mogelijk is. Met natuurlijk ook de realisatie van de noodzakelijke informatiekundige instrumenten. Daarom werden de leidende drie ambities opgesteld in het programma, zoals dat gemeenten open en transparant in de samenleving staan. Daar is de afgelopen twee jaar hard aan gewerkt, bijvoorbeeld met het kennisnetwerk datagedreven gemeenten en Open Raadsinformatie. Het programma heeft een basis gelegd voor de volgende stap van gemeenten. Ze gaan veel meer zelf de leiding nemen in de vormgeving van hun informatievoorziening en processen. Gemeenten onderzoeken hoe ze de grote basisprocessen, zoals belastingen en inkomen, samen kunnen vernieuwen en standaardiseren.
Voor de standaardisatie van basisprocessen is een solide en moderne infrastructuur nodig, waarover gemeenten veilig informatie kunnen uitwisselen. Daar worden de eerste concrete stappen nu gezet, met de GGI. Met Common Ground werkt de taskforce Samen Organiseren met koepelorganisaties IMG 100.000+ en VIAG, en met ondersteuning vanuit VNG, momenteel een aanpak uit ten aanzien van een gezamenlijke informatievoorziening. Deze voorziening gaat vergaande samenwerking van gemeenten mogelijk maken. Er gebeurt op dit moment dus het nodige om de ambities van gemeenten waar te maken. Om dat te kunnen doen, is een platform nodig waarop gemeenten elkaar en hun partners kunnen vinden. Dat platform wordt ondersteund door KING, dat vanaf januari verder gaat onder de naam VNG Realisatie. De ambities van de Digitale Agenda 2020 blijven bij al deze nieuwe ontwikkelingen volop van kracht.
De in de Digitale Agenda 2020 geboekte resultaten gaan verder bij VNG Realisatie. Daarmee is beheer en doorontwikkeling van instrumenten zoals GIBIT (standaard inkoopvoorwaarden voor ICT) en GGI geborgd. Daarnaast onderhouden we het platform en het netwerk van gemeenten om samen die volgende stap te maken. Dit jaar, in maart 2017, lieten 1300 mensen uit ruim 350 gemeenten op het congres Digitale Agenda 2020 duidelijk zien hoe ze samen de schouders eronder zetten. In 2018 organiseren we opnieuw een congres, op 28 maart in de Fabrique bij Utrecht, waar de kracht van de uitvoering in alle breedte zichtbaar zal zijn. Onder het thema ‘Back to the future: Samen organiseren, samen realiseren’ kijken we vanuit 2050 terug op de tijd van verandering waarin we ons nu bevinden. U bent alvast van harte uitgenodigd!
Ingrid Hoogstrate is waarnemend directeur van het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING), onderdeel van VNG. KING heet vanaf 1 januari 2018 VNG Realisatie.