Samenwerken op het punt van informatievoorziening: in de regio Groningen doen ze het. Daar wordt toegevoegde waarde gecreëerd door data van organisaties met elkaar te verbinden.
Hebt u dat ook wel eens? Dat je gewoon aan het werk bent en tegen iets aanloopt, waarvan je denkt: “Wat mooi, wat een kansen zie ik hier…” Dat overkwam mij in december 2016. Kort voor de Kerst werd ik als programmamanager Omgevingswet bij de provincie Groningen gevraagd om aan te sluiten bij een korte presentatie bij onze afdeling Informatievoorziening.
De afdeling Informatievoorziening was met iets bezig wat voor mij misschien ook aardig zou zijn. Het ging over samenwerken op punt van informatievoorziening. Er waren enkele proeftuinen uitgevoerd, waarin provincie, een waterschap en een paar gemeenten en bedrijven vanuit hun behoefte om data te delen, samenwerking hadden gezocht. Werknaam ‘Gegevensknooppunt Groningen’ (GKG). Wat zij terugkoppelden klonk mij als muziek in de oren! Het bleek mogelijk om met bescheiden middelen substantiële toegevoegde waarde te creëren door data van organisaties slim met elkaar te verbinden.
Kansen
Een dergelijke samenwerking zou kansen bieden om hoofddoelen van de Omgevingswet beter te realiseren. Zoals sneller en beter diensten verlenen en effectiever integraal beleid maken. We kunnen het ook omdraaien. Het is niet goed denkbaar om deze doelen te realiseren als we er als overheden niet in slagen om onze informatie als één overheid te presenteren. Dat is niet alleen een technisch en organisatorisch vraagstuk. Het vraagt bewuste keuzes om niet de eigen organisatie centraal te stellen, maar het gezamenlijk aanpakken van vraagstukken die in de regio spelen.
Dat geldt voor onderwerpen met een beperkte scope. Maar zeker ook voor de complexe maatschappelijke opgaven waar we mee te maken hebben. Navraag bij een collega, die afgelopen periode de voorbereiding van de Structuurvisie Eemsdelta leidde, bevestigde dat er juist ook bij dergelijke opgaven enorme winst kan worden geboekt als benodigde data van goede kwaliteit beschikbaar zijn.
Stap voor stap
Het was in de proeftuinen allemaal nog basaal en beperkt van omvang. Maar het concept had enkele uitgangspunten die ontzettend goed aansluiten op wat met de Omgevingswet ook wordt nagestreefd. Zoals het centraal stellen van de gebruiker, gelijke informatiepositie voor iedereen en open en transparant, tenzij…
In dezelfde periode (eind 2016) was al wel duidelijk dat de ontwikkeling van het Digitale Stelsel Omgevingswet te maken had met belangrijke knelpunten. Vele onzekerheden, dreigende grote tekorten, discussies over scope, koers en aanpak begonnen zich af te tekenen. Tegen zo’n achtergrond zou het mooi zijn als op regionale schaal al wel een kwaliteitsslag zou kunnen worden gemaakt. Kortom, we hebben er een soort van coalitie van gemaakt om te kijken of dit verder uitgebouwd zou kunnen worden.
Na die proeftuinen van 2016 is 2017 gebruikt om projectmatig op iets grotere schaal – maar nog steeds bescheiden – door te ontwikkelen aan de hand van nieuwe voorbeeldprojecten. ‘Stap voor stap en houdt het simpel’ blijft het motto. Er zijn technische verbeteringen aangebracht en de Rijksuniversiteit Groningen verzorgt de hosting en beveiliging van het knooppunt. In 2017 is ook aangetoond dat de werkwijze technisch klopt, dat de aanpak effectief is en dat de winst op het vlak van efficiency en kwaliteit evident is. Ook hebben we er goed zicht op wat nodig is voor doorontwikkeling. De volgende stap zal het ombouwen van dit project zijn naar meer gestructureerde samenwerking.
Wat is het GKG dan in de praktijk?
Doel is volgens de projectstukken: “het efficiënt verzamelen en verbinden van beschikbare regionale en landelijke data en het op effectieve wijze tijdig, actueel en volledig beschikbaar stellen van deze data voor overheden, bedrijven en burgers in de regio.”
Eigenlijk is het GKG op dit moment nog een soort van startup die uit moet groeien naar een werkplaats. Waar vragen worden verwerkt, in samenhang met een showroom waar de resultaten worden getoond. Het begint bij concrete vragen die vanuit de werkpraktijk komen. Bijvoorbeeld: ‘wat zijn in onze regio de meest geschikte locaties om zonneparken te vestigen?’ of ‘welke informatie is nodig om te kunnen beoordelen of een kapvergunning nodig is?’.
In de werkplaats gaan collega’s uit betrokken organisaties, zowel vanuit beleid als vanuit (geo-)informatievoorziening, over de gestelde vraag in gesprek vanuit hun eigen expertise: de business is daarbij aan zet. Denk aan een gemeente, een waterschap, provincie, electriciteitsbedrijf, et cetera. Ze delen de kennis, de ervaring en de data om een vraag te beantwoorden die vanuit hun eigen praktijk is ontstaan. Ze ontdekken verrassende overeenkomsten, maar ook onverklaarbare verschillen. De beschikbare data worden uit verschillende bronnen naar een gezamenlijke en gestandaardiseerde basiskwaliteit gebracht en presentabel gemaakt.
In alle gevallen bleek het resultaat kwalitatief betere informatie op te leveren, waar ieder wat aan heeft. Aansprekend resultaat was bijvoorbeeld dat door het bijeenbrengen van data bleek dat er meer verhard oppervlak in een bepaald gebied is dan werd aangenomen. Goede informatie hierover is van belang om de juiste beslissingen te nemen over dimensionering van rioleringen. Ook bleek dat niet alleen de data, maar ook het proces rond kapvergunningen belangrijke leemtes vertoonde. Die inzichten kunnen weer in het beleid worden vertaald. Dat alles draagt bij aan het onderling vertrouwen: de basis voor een goede regionale samenwerking. Met deze werkwijze willen we het Gegevensknooppunt stap voor stap, vraag- en themagestuurd, uitbreiden.
Interessante bijvangst vanuit de optiek van de Omgevingswet is dat door deze gezamenlijke sessies het professionele netwerk van de kenniswerkers in de regio wordt versterkt. Wij denken dat we daar bij de uitvoering van de Omgevingswet nog veel plezier van gaan hebben. Uiteindelijk blijft het altijd mensenwerk. Om ervoor te zorgen dat de bijeengebrachte informatie ook actueel blijft, zijn afspraken nodig en beheersvoorzieningen. Groot goed in het GKG is dat beschikbare en bewezen technologie wordt hergebruikt. Dat geldt ook voor de data. Ieder blijft baas over zijn eigen gegevens. Enkele bedrijven faciliteren met hun specifieke deskundigheid.
Drietal functionaliteiten
In essentie beschikt het GKG over een drietal functionaliteiten: ‘Mijn omgeving, data op maat en antwoord op maat.’ Hierin kunnen verschillende doelgroepen terecht voor hun specifieke informatiebehoefte. Een burger kan via ‘mijn omgeving’ voor meer algemene vragen bij het GKG terecht, beleidsambtenaren kunnen via ‘antwoord op maat’ antwoord krijgen op hun specifieke vragen. Specialisten kunnen waar nodig samen de diepte in bij ‘data op maat’, het ophalen van data uit het netwerk van aangesloten databronnen.
De organisatie van dit alles benaderen we als een community vanuit het aloude inzicht ‘alleen ga je sneller, maar samen kom je verder.’ Het gemeenschappelijk belang is leidend. Het zal duidelijk zijn dat dit geen vanzelfsprekendheid is. We hebben allemaal onze darlings die we koesteren tenslotte. De bronhouders die mee doen committeren zich om te halen én te brengen. Het is een lichte organisatie, maar zeker niet vrijblijvend. Het wordt spannend in de komende maanden om te zien of deze benadering vanuit samenwerken en vertrouwen voldoende weerklank gaat krijgen om echt uit te groeien tot een basisvoorziening met brede dekking in de regio. Een voorstel om door te ontwikkelen zal binnenkort aan de besturen in de regio worden voorgelegd. Enkele bestuurders maken zich als ambassadeur al sterk voor het verder dragen van het GKG.
Samenhangend met de communitygedachte: we benaderen het ook echt als een regionaal fenomeen. Er zijn al vragen vanuit elders geweest om aan te sluiten, maar dat zou niet passen. We delen graag onze leerervaringen, maar regio’s die hier ook kansen zien moeten het vervolgens zelf uitwerken. Overigens omarmen we de landelijke ontwikkelingen waar elke regio mee te maken krijgt. Zij kunnen van onze inspanningen profiteren.
Zijn we er al?
Nee, nog lang niet…. Het is niet voor niets een groeimodel. Inhoudelijk is het nu op een paar onderdelen gevuld, maar dat is nog maar het begin; het is nog vooral een werkplaats. De website is inmiddels in de lucht, maar biedt nu nog niet meer dan een sneak preview. Maakt niet uit. We leren al doende. Het kon minder, zeggen ze in Groningen……
Het zijn nu vooral enkele koplopers die als bronhouder actief meedoen. De community moet nu gaan groeien. Hoe meer ketenpartners aanhaken, hoe meer samenwerking vanzelfsprekend gaat worden. Dat hebben we nodig. De gebruikers zullen zich nu moeten gaan roeren. Momenteel zijn het toch nog vooral collega’s van de (geo-) informatievoorziening aangehaakt. Het is nu zaak om de bestuurders en de collega’s uit beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering er meer bij te betrekken. Maar ook onze inwoners: daar ligt tenslotte het belang.
We hebben hiermee een prachtige uitdaging voor 2018.
Bernard van Dam is programmamanager bij de provincie Groningen