Glasvezelsector: vechtmarkt of nutsvoorziening?
De aanleg van glasvezel was na 2010 aardig in het slop geraakt. Maar inmiddels vechten de kabelleggers elkaar in elk gehucht en buitengebied de tent uit. Dat leidt niet altijd tot de beste oplossing voor alle inwoners. Het grote KPN wordt zelfs regelmatig beschuldigd van monopolistische praktijken. “Ons doel is op termijn heel Nederland te verglazen […] We proberen oprecht steeds een oplossing te verzinnen waar iedereen mee kan leven.”
Beeld: Dreamstime
“Wij beschouwen snel internet als een nutsvoorziening. Maar we hebben hier in Heusden een omgekeerde digitale tweedeling. Binnen de elf kernen is er nauwelijks glasvezel en is de internetsnelheid bedroevend laag, terwijl je op boerderijen in de buitengebieden met gemak een Netflix-camping kunt beginnen.” Aan het woord is Harrie Timmermans, gemeentesecretaris van de gemeente Heusden. Hij vreest dat een deel van de Heusdenaren zich nog jaren moet behelpen met een digitaal zandpad, veroorzaakt door wat hij ziet als ‘marktfalen’. De olifant in de Kamer? KPN.
Timmermans: “Wij rollen de rode loper uit voor elke partij die glasvezel wil aanleggen in onze gemeente. Er komen serieuze partijen langs. Maar de eerste vraag is altijd: wat gaat KPN doen? Gaan ze de aanleg naar voren trekken als zich een concurrent aandient? Gaan ze stunten met tarieven? Ik heb er begrip voor dat KPN zijn marktpositie wil verdedigen. Maar ik wil duidelijkheid. En als ze de aanleg in Heusden niet naar voren willen trekken, ga ik er toch vanuit dat ze niet gaan lopen klieren als een andere partij het voortouw neemt. Wij hebben ook het ACM-rapport gelezen…”
Joost Steltenpool, directeur van KPN NetwerkNL, reageert verbaasd. “Wij zijn al sinds juni in gesprek met Heusden. We zijn over onze intenties heel helder geweest. Heusden zat later in onze planning, in 2023. Op verzoek van de gemeente hebben we dat naar voren geschoven. We zitten nu in het proces om de aanneemcapaciteit te borgen. De ambitie is, zoals ook afgesproken met de gemeente, nog dit jaar te beginnen. Omdat we gebonden zijn aan regulering doen we normaal pas een aankondiging als we zeker weten dat het gaat gebeuren.” Volgens KPN valt het overigens wel mee met dat digitale zandpad in Heusden. Er is slechts een bescheiden aantal kleine kernen die ‘onvoldoende snelheid wordt geboden door KPN’.
Concurrentie uitschakelen
Het genoemde ACM-rapport uit oktober 2019 schetst tal van voorbeelden waarin KPN concurrenten op de glasvezelmarkt klem zet. Zo constateert de ACM dat KPN vaak met scherpe tegenacties reageert als zich een glasvezelinitiatief in een dorp, stadswijk of gemeente aandient. De marktleider ondergraaft de businesscase van concurrenten met kortingsacties of zaait onzekerheid door zelf een glasvezelproject aan te kondigen.
Zo kondigde KPN in de Beemster, Deurne, Den Haag, Gouda, Breda en Den Bosch een glasvezelinitiatief aan nadat een concurrent hen was voorgegaan. Het lang voorbereide Burgerinitiatief Breedband Beemster (BBB) liep bijna spaak nadat KPN aankondigde een eigen netwerk te gaan aanleggen in een deel van de gemeente. Uiteindelijk gaan BBB en netwerkpartner Delta wel door met de aanleg, maar niet in Zuidoost- en Middenbeemster, de dorpskernen waar KPN zegt glasvezel uit te gaan rollen. BBB kampt door dit ‘monopolistisch gedrag’ (dixit BBB) met veel minder inschrijvingen dan verwacht.
Dan Deurne. Nadat concurrent E-Fiber daar aankondigde in de hele gemeente glasvezel aan te gaan leggen, bood KPN klanten gratis internet aan totdat het telecombedrijf zelf met glasvezel komt. Maar KPN wil alleen glasvezel aanleggen in het centrum. Dat ondergraaft de businesscase van E-fiber die ervan uitging dat zij de extra kosten in het buitengebied kon compenseren met die van het centrum. Nog anders liep het in Breda waar E-Fiber zich terugtrok nadat KPN bekendmaakte twee wijken in de stad te gaan verglazen. E-Fiber was van plan geweest de hele gemeente van glasvezel te voorzien.
Steltenpool: “Ons doel is op termijn heel Nederland te verglazen. We zijn zo transparant mogelijk wanneer welke plaats aan de beurt is. In ons plan om de komende jaren 1 miljoen aansluitingen te realiseren staat wat we waar en wanneer willen uitvoeren. We concentreren ons de komende jaren voornamelijk op de steden. We proberen oprecht steeds een oplossing te verzinnen waar iedereen mee kan leven. In het geval van Deurne waren we al vrij lang in gesprek met de gemeente voordat E-Fiber met zijn aankondiging kwam. Om de overlast te beperken zullen KPN en E-Fiber in de wijken waar de netwerken overlappen dezelfde aannemer gebruiken. Het centrum hoeft daardoor maar één keer open. In Breda waren we niet op de hoogte van de plannen van de andere partij. Wij doen pas een aankondiging als we overeenstemming hebben met een gemeente en de aannemerscapaciteit hebben geborgd. Dan lijkt het soms dat we er achteraan komen.”
Buitengebieden
In een door Trouw onderschepte interne marktanalyse noemt KPN de uitrol van glasvezel door derde partijen een ‘hoog risico’, vooral in regio’s waar consumenten traag internet hebben. In het Brabantse Sint Anthonis is het in de ogen van KPN flink misgegaan. Het telecombedrijf raakte daar binnen een jaar 43 procent van zijn klanten kwijt, nadat het burgerinitiatief LVCNET samen met E-Fiber glasvezel had uitgerold.
De BreedbandAtlas van Stratix laat zien dat de glasvezelpenetratie juist in buitengebieden van Overijssel, Gelderland, Drenthe, Flevoland én Noord-Brabant ver is gevorderd. Dat in Oost-Nederland en Brabant in het verleden relatief veel is verglaasd, komt door een combinatie van actieve lokale initiatiefnemers en politici, én de aanwezigheid van een ondernemende kabelaar: Reggefiber.
Maar na 2010 raakte de vaart er uit, mede omdat Reggefiber werd ingelijfd door KPN. In 2013 tuigde Noord-Brabant daarom het ‘Brabants Breedbandfonds’ op met 50 miljoen euro in kas om verdere uitrol in het buitengebied en op bedrijventerreinen te stimuleren. Een tweetal initiatieven ontving sindsdien geld, maar enkele jaren later concludeerde de provincie dat het fonds niet meer nodig was. “De markt pakte het weer op”, verklaart gedeputeerde Martijn van Gruijthuijsen het besluit tot opheffing. “Toen Mabib (Maatschappij voor Breedband in Brabant) in 2016 afzag van een toegezegde lening van 35 miljoen euro om met private financiers alle 35.000 huishoudens in het buitengebied aan te sluiten, besloten we te stoppen.”
Opgevoerd koper
De belangrijkste reden dat eerder de verglazing stokte, is dat de marktleiders KPN en Ziggo in staat bleken met technische trucs veel meer data door hun oude koper- en coax-draadjes te persen dan ooit gedacht. Althans mits de straatkasten en wijkcentrales wel werden aangesloten op glasvezel. KPN-directeur Steltenpool: “Wij trokken in 2010 de conclusie dat de uitrol van ‘fiber-to-the-home’ veel te langzaam ging om aan de vraag naar meer bandbreedte in heel Nederland te voldoen. Wij besloten daarom om eerst alle hoofd- en wijknetwerken te verglazen. Dat is vorig jaar grotendeels klaargekomen. Vandaar dat we toen de volgende stap hebben aangekondigd: in drie jaar een miljoen woningen aansluiten op glas. In Nederland hebben nog 5,5 miljoen woningen geen glasvezel.” Er zijn nieuwe Reggefibers opgestaan. Tot de belangrijkste investeerders die brood zien in glasvezel horen EQT (Glasvezel Buitenaf), Arcus (E-Fiber), TINC (GlasDraad) en Delta (Digitale Stad).
De glasvezelsector is een vechtmarkt geworden. Bij de schermutselingen is niet eens altijd KPN betrokken. Zo procedeerde FiberNH in het al genoemde de Beemster tegen een provinciaal subsidiebesluit ten gunste van BBB en Delta. En in Friesland verwierf Kabelnoord eind 2018 de opdracht en een achtergestelde provinciale lening om Friesen aan snel internet te helpen. Niet veel later meldde Glasvezel Buitenaf het wel te willen doen zonder die lening van 35 miljoen. Dat er twee partijen zijn is niet per se gunstig: beide willen wel verzekerd zijn van een minimaal aantal abonnees voordat de spade de grond in gaat.
Kapitaalvernietiging
Snel internet is een ‘nutsvoorziening’, maar gemeenten zijn geheel afhankelijk van marktpartijen. Dat pakt niet altijd goed uit. In de visie van Kees Rovers, glasvezelpionier van het eerste uur, komt dat omdat er geen businesscase is voor twee glasvezelnetwerken in gemeenten, naast het Ziggo-netwerk. Rovers was ooit initiatiefnemer van glasvezel Nuenen en de Coöperatie OnsNet Nuenen uit 2005. Hoewel AOW-gerechtigd adviseert Rovers met zijn bedrijf Close the Gap nog altijd gemeenten en andere initiatiefnemers. “Pas als de laatste woning in Brabant op het glasvezelnet zit, stop ik”, grapt hij.
Hij wijst er op dat nog altijd veel Nederlanders en Nederlandse bedrijven kampen met traag internet. Hij ziet tot zijn genoegen dat behalve KPN ook weer nieuwe partijen zijn opgestaan die willen investeren in glasvezel. Maar hij ziet ook dat de onderlinge concurrentie regelmatig leidt tot een patstelling of moeilijk te exploiteren netwerken. Rovers pleit voor meer regie: “Laat de glasvezelbedrijven afspraken maken om zo snel mogelijk één netwerk in Nederland te realiseren. Ik heb er desnoods geen bezwaar tegen als de regie hiervoor bij KPN ligt, met de ACM als waakhond voor de belangen voor de consument. Laten we voorkomen dat zoals in Deurne meer partijen een glasnet gaan aanleggen. Dat leidt of tot vertraging of tot kapitaalvernietiging. Iemand gaat daar de rekening voor betalen.”
Glasnetten in Nederland
Al in 1986 pleitte een adviescommissie onder voorzitterschap van Walter Zegveld voor de aanleg van een landelijk glasvezelnetwerk door PTT Telecom. Dat nationale netwerk als nutsvoorziening is er nooit gekomen. Zegvelds advies kwam aan de vooravond van een periode waarin privatisering en marktdenken in volle breedte werden omarmd. Gemeenten en nutsbedrijven verkochten voor veel geld hun kabelbedrijven en PTT Telecom werd zelfs verplicht haar eigen coaxnetwerkbedrijf Casema te verkopen. Via diverse tussenstations kwam de hele kabelsector in handen van Ziggo.
Er meldden zich marktpartijen om glasvezel aan te leggen. De belangrijkste kabelaar naast KPN werd Reggefiber (2005), een bundeling van bedrijven in handen van investeringsvehikel Reggeborgh van Dik Wessels. Veel lokale coöperaties gingen met Reggefiber in zee, maar deze kabelaar exploiteerde ook glasnetten in grotere steden als Almere, Amersfoort, Amsterdam, Deventer, Eindhoven en Nijmegen. In stappen werd KPN vanaf 2008 tot 2014 eigenaar van ReggeFiber. Gaandeweg bevroor het telecombedrijf de investeringen in ‘fiber to the home’ en concentreerde zich op het verglazen van de hoofd- en wijknetwerken. Als dat proces in 2019 nagenoeg is afgerond, en geprikkeld door de concurrentie, kondigt KPN aan volop te gaan inzetten op het vervangen van koperkabeltjes naar de woningen. In drie jaar wil het telecombedrijf 1 miljoen woningen aansluiten. Volgens directeur Steltenpool ligt de aanleg op koers. Begin 2023 wil KPN op 2,4 miljoen adressen met glasvezel de koperverbinding buiten gebruik stellen.
Stratix ziet in 2019 de aanleg van glasvezel naar woningen weer op stoom komen. Het adviesbureau verwacht dat dit jaar de echte omslag. En als dat doorzet beschikt zou over twee jaar 85-90 procent van de huishoudens in het buitengebied over een glasvezelaansluiting beschikken.
Dit artikel staat ook in iBestuur magazine 34
Er mist nog wat historie in dit verhaal. Al in 2001 presenteerde Nico Baken bij zijn inauguratie als deeltijdhoogleraar bedrijfscommunicatie aan de TU Delft het ruwe scenario voor het Deltaplan Glas wat in 2003 uitkwam. Dat lag feitelijk in het verlengde van het oude advies van Walter Zegveld. Het verhaal klopte als een bus en was ook bedrijfseconomisch volstrekt haalbaar.
Alleen wilde in de politiek niemand er aan, mede door de enorm sterke lobby vanuit de kabelsector die een gewillig oor vonden bij met name VVD en D66 die alle ballen op privatisering en marktwerking zetten. Het gevolg was dat KPN sterk twijfelde over glasvezel investeringen (als marktmacht moest immers ook ‘de weduwe in Appelscha’ aangesloten worden) en de kabelsector alleen fiber in de backbone aanbracht.
Een belangrijk ‘breekpunt’ vormde de door (toen) MinEZ in gang gezette Breedbandproeven in het verlengde van het experiment Kenniswijk. In Deventer werd in een klein buurtje een proeftuin gemaakt die uiteindelijk zoveel kennis opleverde dat daar het ‘Deventer model’ uit kwam wat de basis is voor de wijze waarop Reggefiber glasvezel is gaan aanleggen. De fase ertussen was een vrij unieke samenwerking tussen de concurrenten Essent en KPN die in Deventer een gekoppeld netwerk hadden maar wel met elkaar concurreerden op de aanleg. Maar niet op de diensten, dat was open.
Gemeentelijke regie en coördinatie (zowel bestuurlijk als ambtelijk) speelde daarbij een cruciale rol. Deventer was dan ook de eerste stad die vervolgens de stap naar FttH maakte met Reggefiber. Niemand wilde daar in investeren maar Dik Wessels zag wel een kans om in infrastructuur te investeren en had ook de middelen met het World Online kapitaal wat in Reggeborgh zat. De rest is geschiedenis.