CIA-geheimen liggen op straat. We moeten nagaan of alle zero-days die we zelf op de plank hadden liggen waardeloos zijn geworden of dat we nog iets over hebben.
Zeg kun je even…
– Sorry, moet dat echt nu? Ik heb het vreselijk druk.
Nou, nou. Jij werkt toch bij Binnenlandse Zaken?
– Ja. En we draaien dikke overuren momenteel.
Overuren?
– Ja. Lees je geen krant of zo? We hadden al dat gedoe met het doorgeven van de stemmen en het optellen van de verkiezingsuitslagen, of dat nou geautomatiseerd kan of niet, en nu komt dat CIA gevalletje er nog overheen.
CIA? Je bedoelt dat de CIA gehackt is? Waar heb je het druk mee dan?
– Nee, de CIA is niet gehackt. Iemand die toegang had tot de documentatie van de ontwikkelfabriek van de CIA heeft die naar Wikileaks gestuurd. De CIA zou gehackt zijn als . . .
Ja, ja, laat maar. Maar waarom heb je het daar druk mee?
– Sorry, kan ik niet vertellen. Staatsgeheim. Maar denk gewoon zelf even na.
Sorry?
– Denk zelf even na! De NCTV waarschuwt al jaren: computercriminaliteit is vervelend, moeten we zeker iets aan doen, maar de echte digitale bedreigingen komen van statelijke actoren, zoals dat zo mooi genoemd wordt. Ik weet natuurlijk niets van de CIA, en als ik wel iets zou weten dan zou ik dat ook zeggen. Maar reken maar dat de software-ontwikkelfabriek van de geheime dienst van het rijkste land ter wereld één van de meer geavanceerde statelijke actoren is.
Nou en? Daar hebben we nu toch geen last meer van dan?
– Enorm veel last. De VS is een bondgenoot, weet je. We ruilen wel eens wat met ze. Alles wat we de afgelopen jaren van ze gekregen hebben is nu waardeloos, of het gaat stuk, volgende week of zo. We moeten nagaan of alle zero-days die we zelf op de plank hadden liggen waardeloos zijn geworden of dat we nog iets over hebben. En bedenken hoe we de voorraad bijwerken. We moeten onze afluisterprogramma’s nagaan, of we nu groter risico lopen dat de target erachter komt dat we hem volgen, en besluiten of we er dan alvast zelf tussenuit knijpen, maar dat is allemaal eigenlijk nog maar gewoon routine. Al mijn bazen zijn nu in vergadering over de bewindslieden en zo.
Bewindslieden?
– Ja.
En zo?
– Ja, ambassadeurs en burgemeesters, gedeputeerde staten en dijkgraven, de raden van bestuur van Philips, Shell en Unilever, gemeentesecretarissen, DGs en SGs, allemaal. Denk zelf na, zei ik toch!
Wat moeten we daarmee dan?
– Ja precies! Dat is het! Moeten we daar iets mee? En zo ja, dan moeten we ook prioriteiten stellen. Eerst de bewindslieden of eerst de ambassadeurs? Eerst de universiteiten of is ASML toch belangrijker? Kijk, dat al die functionarissen afgeluisterd kunnen worden, dat wist jij natuurlijk ook al. Officieel werken wij alleen voor de regering, en zijn bedrijven en mede-overheden zelf verantwoordelijk voor hun informatiebeveiliging. Maar wat denk je, hoe groot is de afdeling contra-spionage van de gemeente Delfzijl? En weet je hoeveel vitale infrastructuur er in Delfzijl is? Da’s een stuk spannender dan zo’n beleidsdepartement. En nu weten de burgemeester van Delfzijl en de dijkgraaf van Noorderzijlvest dat wij weten hoe we kunnen nagaan òf ze afgeluisterd worden. Dat maakt dat we plotseling heel andere dingen van ons verwacht kunnen worden.
Oh ja.
– Trump is natuurlijk een paranoide bestuurder. Maar ook als je wat zorgelozer bent dan ga je je nu toch afvragen wie er allemaal geïnteresseerd zou kunnen zijn. De directeur van AkzoNobel Delfzijl en de burgemeester, die bellen elkaar wel eens hoor, dus die denken nu aan ons. Maar het ergst zijn die managers die denken dat het wel losloopt. Die moeten eerst nog op het idee gebracht worden. Dus als het even kan wachten, graag!
Sterkte dan maar.
– Hmmm.
Titus Mars is rijksambtenaar en maatschappelijk ondernemer.
Iedere overeenkomst met bestaande personen berust op toeval.