5G heeft grote voordelen. Maar dat er geen debat is over de maatschappelijke gevolgen, baart Beryl Dreijer, privacyjurist, oud-raadslid in Velsen, en Douwe Schmidt, activist voor digitale stad bij Tada.city, zorgen.
De EU heeft alle overheidsinstanties verplicht publieke infrastructuur, zoals bushokjes en verkeerslichten, ter beschikking te stellen voor de plaatsing van 5G-antennes. Beeld: WikimediaImages / Pixabay
Netflixen in je zelfrijdende auto terwijl een zorgrobot je moeder op leeftijd masseert, live gamen met heel scherp beeld, compleet geautomatiseerde havens, zelfdenkende lantaarnpalen en nog veel meer. Het mobiele netwerk 5G komt eraan en de beloftes van de opvolger van 4G reiken tot in de hemel. Het nieuwe netwerk is een factor honderd sneller dan het huidige, levert gebruikers geen vertraging op en kan al met weinig vermogen apparaten bedienen. Zo wordt 5G het breedste, snelste, meest stabiele en veilige internet ooit. Overbodige banen zullen verdwijnen en nieuwe industrieën opkomen. Dat is prachtig. Toch?
Het is nog grotendeels onbekend wat de maatschappelijke gevolgen zijn van 5G en er is niet of nauwelijks debat over. Het lijkt alsof het netwerk gelijk is aan het huidige, maar dan sneller. Maar 5G is een bundeling van technieken die wezenlijk anders zijn. Hoe gaan we voorkomen dat de voordelen teniet worden gedaan door de nadelen?
Om die nadelen in kaart te brengen, moeten nog veel vragen beantwoord worden. Die gaan bijvoorbeeld over de gevolgen voor het milieu. Zowel de productie van de antennes, het hogere stroomgebruik als het afval door het vervangen van antennes levert potentiële milieuschade op. Maar er zijn ook fundamentele vragen rond macht en invloed: wie zijn de eigenaren en wie vormen de gebruikers van het nieuwe netwerk? Wordt iedereen er beter van, of gaan we nog sneller de bestaande ongelijkheid vergroten? Gaat 5G burgers helpen meer regie over hun omgeving te krijgen, of dient het netwerk vooral bedrijven die klaarstaan met hun ‘oplossingen’ voor consumenten?
Wie profiteert ervan?
Een andere onbeantwoorde vraag is waarom we publieke ruimte gebruiken voor private winsten. De 5G-antennes moeten op zo’n 250 meter afstand van elkaar staan. De EU heeft alle overheidsinstanties verplicht publieke infrastructuur, zoals bushokjes en verkeerslichten, ter beschikking te stellen voor de plaatsing van deze antennes. Dat betekent een toename van beheerkosten voor gemeenten, ten gunste van de telecombedrijven. Daarnaast is volgens het kabinet een ‘omvangrijke uitbreiding van glasvezelnetwerken nodig’ om 5G mogelijk te maken. De huidige kabels zijn niet dik genoeg om in heel Nederland over te stappen op 5G. De grond, die al vol ligt, moet open: een kostenpost van 130 miljoen euro.
Een andere probleem is de toename van monitoring van de publieke ruimte. Per vierkante kilometer kunnen één miljoen apparaten met internet verbonden zijn, onder meer de zelfdenkende lantaarnpalen. Van wie zijn de data op die verbindingen? Wie neemt welke beslissingen op basis van welke data?
Is de publieke omgeving nog wel te begrijpen als we elke keer worden doorgemeten zodra we die ruimte betreden?
Bedrijfsmonopolie
De veiling van 5G-frequenties wordt begin 2020 gehouden. Drie telecomaanbieders verdelen het spectrum. De antennes zullen grotendeels van Huawei afkomstig zijn. De communicatie van een heel land wordt door enkele bedrijven geregeld en zonder strenge regulering zal het lastig zijn voor deze bedrijven om hun machtspositie niet te misbruiken. De centralisatie maakt het netwerk kwetsbaar voor surveillance en spionage.
Door de groeiende afhankelijkheid van de samenleving van een altijd werkend netwerk worden deze telecomreuzen de nieuwe banken: te groot om te laten omvallen. Zoals we zien met andere onderdelen van internet, van Ziggo en UPC, tot Facebook en Instagram, neigt de markt naar het creëren van een monopolie. Als marktfalen onvermijdelijk is en de nadelen te groot, is de rol van de overheid dan overnemen of reguleren? Misschien is het tijd om, in het kader van de zelfredzame burger en versterken van de lokale overheid, deze infrastructuur in bezit te brengen van de gemeenschap.
Laat de stad samen met burgers zelf de antennes aanleggen, beheren en verhuren aan telco’s. Met één gemeenschapsnetwerk heeft iedereen verbinding en kan de gemeenschap zelf de regels van het netwerk vaststellen. Onmogelijk? Op rhizomatica.org is al te zien dat het in Mexico goed werkt.
Dit verhaal is eerder geplaatst op de website van Trouw