Laten we het publieke debat weer aanzwengelen, roep het van de daken: Macht corrumpeert en moet worden gecontroleerd. Geen overheid zonder openheid. Dat is het adagium waar elke ambtenaar mee moet werken. Laat het einde van de Rutte-doctrine niet verworden tot een sprookje en klap dit boek niet dicht.
Macht corrumpeert en moet worden gecontroleerd. Geen overheid zonder openheid
Het start met een zwart gelakte pagina. De val van een kabinet over de toeslagenaffaire is een val over een gebrek aan openheid van de overheid. Het is het einde van een lang drama dat gekenmerkt wordt door zwart gelakte stukken, een falende informatievoorziening van de Kamer en geen openheid naar de betrokken burgers en journalisten. Met als consequentie schade aan individuele burgers door discriminatie, grove schendingen van de democratische beginselen en een een geschokte democratie waarin het vertrouwen in de overheid tot een dieptepunt is gedaald.
Rutte proclameerde tijdens zijn persconferentie dat het opener, sneller en beter moet gaan. Niet alleen de Kamer maar ook het verzamelde journaille werd de belofte gedaan van meer en snellere transparantie. Rutte sprak de woorden uit: “de uitzonderingsgrond die de wob nu biedt…namelijk de persoonlijke beleidsopvattingen; dat we die gaan schrappen”. Open State Foundation en de media coalitie die werkten aan een betere woo braken uit in euforie, want dit was de overwinning die wij nastreven.
Er bleek een verschil tussen de uitgesproken intenties en de geschreven intenties, wat is nou echt Rutte’s boodschap? Staat het wel vast dat de Rutte-doctrine eindigt met Rutte III? Het is duidelijk dat de doctrine een werkwijze is die ingesleten is in de ambtenarij in Den Haag en we kunnen dat ook concluderen voor andere uitvoeringsorganisaties zoals het UWV en de belastingdienst. Het argument dat het hanteren van de uitzonderingsgrond slechts een uitvoering van de wet is, die op haar beurt een codificatie is van een maatschappelijk (ambtelijke) debat dat gevoerd is over een open overheid valt met de conclusie dat de overheid volgens onze Grondwet openheid behoort te betrachten. Hoe kan het dat die kloof bestaat tussen wet en wens van de maatschappij (en politiek)?
De huidige discussie over openheid lijkt in grote lijnen op die in de jaren ‘70 en ‘80 toen ook het vertrouwen in de overheid tot een dieptepunt daalde naar aanleiding van (journalistiek) onderzoek. Er werd geroepen dat anders moest, want de overheid was niet te vertrouwen.
Ook nu is de roep dat het anders moet er ook, maar het blijft wegzakken tussen alle andere dringende zaken zoals Corona, klimaat en terrorismedreigingen. In de Tweede Kamer is de prioriteit op openheid lastig aan te brengen in de stortvloed van spoeddebatten. Tekenend was de steeds maar uitgestelde behandeling van de wijzigingswet Woo. Nu dat voorstel door de Kamer is hopen wij dat het debat niet opnieuw verstilt en de roep om openheid op de achtergrond verdwijnt. We hebben nu in meerdere dossiers, van toeslagen tot burgerdoden, gezien dat openheid onze democratie en rechtsstaat versterkt en dat het achterhouden van informatie die juist bedreigt.
Laten we het publieke debat weer aanzwengelen, roep het van de daken: Macht corrumpeert en moet worden gecontroleerd. Geen overheid zonder openheid. Dat is het adagium waar elke ambtenaar mee moet werken. Laat het einde van de Rutte-doctrine niet verworden tot een sprookje en klap dit boek niet dicht.
Tim Vos-Goedhart is senior projectleider bij de Open State Foundation