Het Schrift
Soms word je herinnerd aan de oeroude, bijna magische macht van het geschreven woord. Afgelopen maanden waren er twee complementaire momenten. Nancy Pelosi die langzaam voor het oog van de camera de dikke vellen van de State of the Union verscheurt, terwijl president Trump met zijn rug naar haar toe het applaus in ontvangst neemt.
Het gebaar van Pelosi valt zo sterk buiten de normale orde, dat het demonstreert hoe de gevestigde instituties en politieke normen in de VS geërodeerd zijn geraakt. De week daarop hield Trump een persconferentie om te vieren dat de Senaat niet had ingestemd met zijn afzetting. Naar verluidt heeft hij bij die gelegenheid ook gemeld dat de impeachmentprocedure verwijderd zou moeten worden uit de parlementaire archieven. Ik las dat in de krant, maar wilde het hem graag zelf horen zeggen. Voor mij als rijksarchivaris zijn dat soort uitspraken interessant. Bovendien ben ik benieuwd of mijn Amerikaanse collega van de National Archives in Washington DC het nodig vindt hierop te reageren.
Het lukte me echter niet om de persconferentie tot het eind toe uit te kijken. Het was een langdradig en surrealistisch spektakel, waarin zijn persoonlijke medestrijders en verdedigers met applaus werden bedankt en zijn aanklagers bedreigd. De State of the Union verscheuren en archieven verwijderen! In twee weken! Het is volstrekt symbolisch, want alles is toch al digitaal de wereld over gegaan. Maar het is de kracht van de Schrift. Want nog altijd, en zeker gevoelsmatig, is papier duurzamer dan bits. Als je deze symbolische vernietigingsdrang ziet, snap je heel goed waarom iedere cultuur haar heilige boeken koestert. Bij mij riep het een gênante persoonlijke herinnering op.
Begin jaren tachtig, in China, waagde ik het een formuliertje in een prop te verfrommelen. Ik had het niet meer nodig, want ik besloot door te reizen uit de stad waar ik net was aangekomen. Het enige hotel waar ik mocht verblijven, was ver boven mijn budget. Het kantoortje waar ik dit formulier moest invullen stond direct op zijn kop. Mijn paspoort werd van tafel gegrist. Voor een haastig bijeengetrommeld minitribunaal van verontwaardigde partijkaders en agenten moest ik een zelfkritiek schrijven en voorlezen. Het formulier was weliswaar overbodig en half ingevuld, maar het verdiende onverminderd respect als het Schrift van de Volksrepubliek. Dat was een goede les. Als bezoeker nooit geprikkeld worden door lokale regels!
Uiteindelijk heb ik president Trump niet horen zeggen dat de archieven verwijderd moeten worden. Maar toch weer verassend was dat zijn manier van spreken minstens zo veelzeggend is als zijn letterlijke tekst. Met een fluwelen stem creëert hij intimiteit. Hij drukt zijn gehoor aan het hart als getemde kameraden en kleineert zijn vijanden. Wat hij zegt is ongebruikelijk informeel en associatief. De informaliteit van zijn tekst etaleert de macht om conventies aan je laars te lappen. Boosheid is de onmacht van de andere partij. Daarom was Pelosi deerniswekkend in haar woede op het papier. Hopelijk wordt de verscheurde State of the Union gearchiveerd. En hopelijk opnieuw voor een goede les.
Marens Engelhard is Algemeen rijksarchivaris
Deze column staat ook in iBestuur magazine 34