Blog

Hoezo crisis?

We moeten het anders doen. De overheid kan zich Keynsiaans gedragen en in een neergaande conjunctuur meer ICT-ontwikkeling op gang brengen dan in een opgaande.

Bij mij in de straat zit een schoenmaker en hij heeft met koeienletters op zijn raam een intrigerende zin geplakt. “Hoezo crisis?” staat er. Toen ik bij hem langs ging om mijn schoenen te laten verzolen, vroeg ik hem waarom hij dat op geplakt had.

Hij antwoordde me dat iedereen zo somber doet terwijl dat helemaal niet nodig is. Hij heeft meer werk dan ooit en hij zoekt mensen die hem kunnen helpen, maar niemand is bereid om schoenmaker te worden.
Hij vertelde me er wel bij dat het een paar jaar geleden precies andersom was. Mensen kochten toen veel makkelijker nieuwe schoenen. Kennelijk hebben we te maken met een bedrijfstak die sterk conjunctuur gevoelig is, maar het bijzondere is dat het omgekeerd is. De meeste bedrijven doen het goed in een opgaande conjunctuur en omgekeerd als het slecht gaat.

Interessant is om te kijken of de ICT-bedrijfstak relatief ongevoelig zou kunnen zijn voor conjuncturele ontwikkelingen. In 1965 heeft één van de oprichters van Intel, Gordon Moore, voor het eerst de wet beschreven die later naar hem genoemd is en die zegt dat iedere twee jaar het aantal transistors in een geïntegreerde schakeling verdubbelt. En sinds 1965 is dat het geval. Een ontwikkeling die weinig gevoelig lijkt voor conjuncturele schommelingen. Er zijn wel stemmen die zeggen dat de vaste stijging er wel wat uit gaat ook omdat de fysieke grenzen van de gebruikte materie benaderd worden. Maar chipfabrikanten investeren stevig in onze nationale trots ASML. Er wordt gewerkt aan een nieuwe generatie chipproductieapparaten die chips nog weer energiezuiniger, kleiner en goedkoper maken. Intel heeft zo veel belang bij het werk van ASML dat er een aandeel van 15 procent in is gekocht. Uit dit soort ontwikkelingen blijkt niet dat de curve van Moore zijn beste tijd gehad heeft.

Als we nou weten dat dit soort ontwikkelingen stabiel aanhouden, waarom gedragen we ons dan als het om de arbeidsmarkt van ICT-ers gaat, als of er een markt is die wat bewegelijkheid vergelijkbaar is met die van mijn schoenmaker. We weten nu dat er in de technische beroepen rond de 63.000 werkers te kort zullen zijn. 6.500 ICT-ers zijn er nodig en volgens ICT~Office kan dat oplopen tot 11.000 in 2016. En wat doen we? Er worden veel ICT-ers ontslagen en we leiden ze in te geringe mate op. Dat betekent dus dat we, op de ICT arbeidsmarkt, de conjuncturele golfbeweging volgen, zij het met vertraging. Op het moment dat het aantrekt, hebben we te weinig mensen en op het moment dat het afzwakt, hebben we er te veel. En dat terwijl we weten dat we met een stabiele stijgende ontwikkeling te maken hebben die weerspiegeld wordt door de wet van Moore.

John Maynard Keynes zei dat de overheid bij een neergaande conjunctuur de economie op gang moet brengen met bestedingsimpulsen, bijvoorbeeld door te investeren in grote publieke werken. Grote publieke werken kunnen natuurlijk heel goed ICT-ontwikkelingen zijn. De Nederlandse overheid geeft geld uit aan ICT die het functioneren van de overheid moet verbeteren, maar dat hoeft niet. De Japanse overheid doet dat niet en geeft bijvoorbeeld veel geld uit aan het ontwikkelen van robotica.

We moeten het anders doen. We weten dat er in de ICT een stabiel stijgende ontwikkeling te zien is. We weten dat we met het ontslaan en aantrekken van ICT-ers, ons als schoenmakers gedragen, zij het met een ellendige vertraging. De overheid kan zich Keynsiaans gedragen en in een neergaande conjunctuur meer ICT-ontwikkeling op gang brengen dan in een opgaande. Op die manier wordt er voor gezorgd dat in de economie als geheel het aantal benodigde technici gelijke tred kan houden met de stijging die hoort bij Moore. We zouden dan op onze nationale winkelruit een aardige slogan kunnen plakken. “Hoezo crisis?”

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren