Hoogleraar Rik Maes: ‘CIO moet het vooral van gezag en persoonlijkheid hebben’
De rol van CIO’s bij grote organisaties verandert, constateert Rik Maes, hoogleraar informatie- en communicatiemanagement. “Een ICT-project is tegenwoordig vooral een organisatieveranderingstraject.” Een sociale persoonlijkheid zijn en natuurlijk gezag uitstralen is volgens hem voor een CIO belangrijker dan ooit.
Eind 2020 gaat een lang gekoesterde wens van Rijks-CIO Lourens Visser in vervulling: de CIO krijgt met de invoering van een nieuw CIO-stelsel meer ‘digitaal leiderschap’. Door digitale en technologische ontwikkelingen voortdurend te volgen en daarop een strategische visie voor te bereiden kunnen ministeries sneller handelen. Daarmee schuift volgens sommigen de rol van CIO meer op van facilitator naar strateeg. Maes, docent aan CIO’s op de Academy for Information & Management en beroemd om zijn negenvlaksmodel voor informatiemanagement, denkt dat met name de ‘sociale skills’ voor CIO’s erg belangrijk worden.
Herkent u de verschuiving van ‘facilitator’ naar strateeg?
“Ik heb daar zo mijn twijfels over. Bij een facilitator denk ik aan iemand die een gesprek inleidt, waarna de echte leiders van een organisatie aan het woord komen. Zo’n bescheiden rol heeft de CIO in mijn ogen nooit gehad. In organisaties zet het algemeen management de lijnen uit. De uiteindelijke verantwoordelijkheid bij beslissingen wordt door hen gedragen. Een CIO is in een dergelijk proces altijd ondersteunend en dat zal naar mijn mening voorlopig ook zo blijven. Waar een CIO met name belangrijk kan zijn is collega’s binnen de organisatie inspireren en overtuigen. De CIO moet het in mijn ogen dan ook vooral hebben van zijn of haar natuurlijke gezag en persoonlijkheid. Het is iemand die overeind kan blijven in een zware discussie met de directie en tegelijkertijd technische onderwerpen begrijpelijk kan uitleggen. Bovendien, wanneer iemand natuurlijk gezag heeft is zijn of haar formele plek in de organisatie niet belangrijk. Het gaat erom dat zaken goed worden overgebracht aan anderen in de organisatie.”
Is meer ‘doorzettingsmacht’ voor CIO’s een goede zaak?
“In alle eerlijkheid, dat is lastig te beoordelen voor mij. Uiteindelijk blijft toch het algemene management altijd aan zet, ook bij informatievraagstukken. Ik wil bij deze machtsverschuivingen bovendien ook waarschuwen: een sterkere rol voor een CIO kan ook fungeren als ‘schaamschortje’. Het risico bestaat dat de top van een organisatie technologie-onderwerpen aan de kant probeert te schuiven omdat het te complex voor ze is. In zo’n geval wordt een technologisch onderwerp elders belegd en kan het management zijn handen ervan aftrekken.”
Welke kwaliteiten moet een hedendaagse CIO bezitten?
“Het belangrijkste is dat hij inhoudelijk sterk is en kennis heeft van het belang van informatie en de onderliggende nieuwe technologie. Daarmee bedoel ik dat een CIO gevoel heeft voor nieuwe ontwikkelingen op maatschappelijk en technologisch vlak en uitspraken kan doen over de betekenis ervan voor zijn of haar organisatie. Heel veel overheidsorganisaties verwerken steeds meer informatie. En inderdaad, daar moeten CIO’s strategisch mee om zien te gaan.”
Heeft u daar een voorbeeld van?
“Er worden tegenwoordig bijvoorbeeld steeds meer databases gekoppeld zonder dat er wordt gelet op de interpretatie van de informatie die daarin zit. Neem nu de verkiezingsuitslagen in Nederland. Deze zijn wat mij betreft onwettig. Je hebt als Nederlander namelijk kiesrecht vanaf een bepaalde leeftijd, maar in de praktijk worden alleen de mensen uitgenodigd die in de Basisregistratie Personen (BRP) geregistreerd zijn. Iemand die niet in dat systeem staat, bijvoorbeeld een dakloos persoon, kan geen stem uitbrengen. Dat is een voorbeeld van interpretatie bij informatie en waar de CIO een grote rol kan spelen. Hij moet de risico’s rondom interpretatie van informatie waarnemen en deze duidelijk maken aan de organisatie. Daarnaast moet hij vooral ook inspirerend zijn. Daar is niet per se macht voor nodig, maar gezag. Ik zie niet zozeer een verschuiving naar strateeg, maar eerder naar iemand die anderen inspiratie biedt en goed kijkt naar ontwikkelingen in de buitenwereld die de organisatie van binnenuit kunnen gaan versterken.”
Hoe kan een CIO ontwikkelingen van buitenaf overbrengen op de organisatie?
“Door ten eerste goed oog te hebben voor maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. Een CIO moet continu zijn organisatie kunnen inspireren. Dat betekent dat hij of zij sociaal moet zijn en mensen moet kunnen enthousiasmeren, maar ook handig moet zijn in het politieke spel. Dat laatste ontbreekt in de technologiewereld nog wel eens. Een ander aspect is de ethische component van al die technologische ontwikkelingen. Bijvoorbeeld gezichtsherkenning en de opkomst van deepfake-technologie. Als CIO moet je die ontwikkelingen waarnemen en ervoor zorgen dat zo’n onderwerp goed wordt belegd binnen de organisatie. Om dat goed over te brengen is een CIO aangewezen op overtuigingskracht.”
Hoe kan een CIO zoiets op een goede wijze doen?
“Een ICT-project in de organisatie zou je in essentie als organisatieveranderingstraject moeten beschouwen. Dat betekent dat je dan ook de stappen van een organisatieveranderingstraject moet doorlopen en alle mensen erbij moet betrekken. Neem een ziekenhuis waar een nieuw elektronisch patiëntendossier wordt ingevoerd. Na maandenlang technische implementaties kun je niet in de laatste weken pas de artsen en verplegers ermee overvallen, met alle gevolgen van dien. Die moet je in het begin al erbij betrekken om ervoor te zorgen dat het breed gedragen wordt. Ook hier ligt weer een strategische rol voor de CIO die dat aan het management zal moeten verduidelijken.”
Tijdens de coronacrisis is er flink gedigitaliseerd. Welke impact heeft dit op de rol van de CIO?
“We zijn inderdaad als samenleving nog verder gedigitaliseerd, met name door het massale thuiswerken. Maar digitalisering is meer dan alleen werken op afstand mogelijk maken. Er is in mijn ogen de afgelopen maanden wel sprake geweest van digitalisering, maar niet van transformatie. We hebben in veel gevallen, bijvoorbeeld bij thuiswerken, het bestaande een digitale vorm gegeven, maar zijn niet fundamenteel anders gaan werken. Daar ligt nog een relatief braak werkterrein voor de CIO.”
Hoe zorg je er als CIO voor dat je het contact met de samenleving niet verliest?
“Door heel breed in de wereld te staan en vanuit verschillende perspectieven naar de samenleving te kijken. Wat ik altijd beklemtoon is: doe minder aan benchmarking met vergelijkbare organisaties en duik meer andere werelden in. Neem als overheid bijvoorbeeld eens een kijkje in de designwereld. Of kijk als ziekenhuis bij de nieuwe inrichting van een operatiekamer eens naar de procedures en afspraken in de Formule 1, waar ze binnen 4 seconden een vrijwel nieuwe auto op de baan kunnen zetten. Het is goed om als CIO de comfortzone regelmatig te verlaten. Je kunt zo veel meer nieuwe inzichten opdoen.”
Tot slot. Hoe ziet u de toekomst van de CIO?
“Technologie verandert ons ecosysteem. Er ontstaan bijvoorbeeld allerlei burgerinitiatieven die de overheid taken uit handen nemen. Als overheid zijn we daardoor steeds meer een organisatie die functioneert als ‘slechts’ een speler in een groter geheel en minder een ‘centraal punt’ waarin alles samenkomt. Het is aan de CIO om de organisatie in alle veranderingen mee te nemen. Daar zijn met name ‘sociale skills’ zeer welkom bij. Technisch implementeren gaat inmiddels aardig, maar een organisatie als geheel daarin meenemen is veel moeilijker.”