ICT-inhuur is niet weg te denken bij de overheid, maar het kan minder
Het Rijk staat voor complexe ICT-uitdagingen. Tegelijk wil het nieuwe kabinet bezuinigen op het overheidsapparaat. Onder meer door externe inhuur terug te dringen. Hoe kunnen we de groeiende behoefte aan ICT-kennis en -kunde verenigen met de wens om de inhuur te beperken?
Stijgende ICT-inhuur voedt onderbuikgevoelens
Het Rijk gaf in 2022 € 4.9 miljard uit aan ICT; € 400 miljoen meer dan het jaar daarvoor. Een belangrijk deel betreft inhuur vanuit de markt. In 2023 was dat ruim € 1,4 miljard, oftewel 44% van de totale inhuur. De Roemernorm dat de kosten van externe inhuur in principe maximaal 10% bedragen van de totale personeelsuitgaven, wordt voor ICT fors overschreden.
De afhankelijkheid van de overheid van externe ICT-capaciteit, is onderwerp van maatschappelijk en politiek debat. In opdracht van het ministerie van BZK heeft ABDTOPConsult daarom een verkenning gedaan naar het hoe en waarom van ICT-inhuur.[1] Gesproken is met zo’n 35 organisaties binnen en buiten de rijksdienst. Daarnaast hebben rijksmedewerkers vanuit diverse disciplines inhuurkennis en -ervaring ingebracht. Vertrekpunt waren de levende veronderstellingen over inhuur. Zeg maar de vier grote onderbuikgevoelens: inhuur is duur en destructief, het Rijk stuurt er niet op en de omvang stijgt door de gespannen arbeidsmarkt.
ICT-inhuur houdt operatie gaande, maar is ook ‘vluchtheuvel’
De veel gehoorde opvatting dat het Rijk vooral duurbetaalde consultants inhuurt, blijkt niet uit de cijfers. Gezamenlijk verstrekken ministeries voor ongeveer € 6 miljoen per jaar aan consultancyopdrachten. Een schril contrast met de € 1,1 miljard aan inhuur van ICT-professionals. Strategische ICT-consultancy betreft minder dan 1% van de inhuur van ICT’ers. Ingehuurde ICT’ers houden vooral de operatie gaande. Een zesde deel is te relateren aan sturende functies.[2]
De tarieven kennen uiteraard een uitlenersopslag. De raamovereenkomsten houden deze binnen de perken. Sinds 31 december 2020 is het gemiddelde inhuurtarief met ongeveer 8% gestegen. Zowel de overheidstarieven als de gemiddelde inflatie in Nederland stegen meer.
Voor de extra kosten aan inhuur krijg je ook wat terug. Met inhuur kan een organisatie schommelingen opvangen. Ook kan inhuur tijdelijk voorzien in schaarse expertise, cruciale functies of een frisse blik van buiten. ‘Ziek, piek, uniek, kritiek en repliek’ zijn legitieme inhuurredenen. Maar valideren die redenen ook de hoeveelheid inhuur? Uit de gesprekken die ABDTOPConsult heeft gevoerd, blijkt dat inhuur vaak als ‘vluchtheuvel’ wordt gebruikt om snel capaciteit te regelen. “Er zijn allerlei verzachtende omstandigheden die we allemaal steeds accepteren.” Organisaties geven zelf aan dat kennisoverdracht en betrokkenheid onder druk komen te staan als inhuur de overhand krijgt.
Ook op strategisch niveau wordt niet echt gestuurd op inhuur. In de politiek-bestuurlijke arena krijgt het ‘wat’ meer aandacht dan het ‘hoe’. ICT wordt vooral gezien als kostenpost en bedrijfsvoering; niet als waardecreatie en integraal onderdeel van het beleid zelf. Uitvoerders en ICT-dienstverleners worden nog te vaak te weinig en te laat betrokken bij de beleids- en besluitvorming.
Rijk betaalt niet slecht, maar meet wel met twee maten
Een wijdverbreid beeld is dat het Rijk ICT-functies minder dan marktconform beloond. ABDTOPConsult tekende een genuanceerdere mening op. “Voor het gros van de functies is er niks mis met het loongebouw van het Rijk. Mensen vertrekken bijna nooit om de centjes.” Onderzoek van Berenschot ondersteunt dit oordeel. Het Rijk heeft voor het merendeel van de functies de ruimte (boven) marktconform te belonen. Voor het vakgebied informatiebeveiliging en schaal 14 en soms voor schaal 13 positioneert het Rijk zich onder het marktconforme beloningsniveau. Dat betreft met name specialistische functies.
Maar… met de huidige krappe arbeidsmarkt meten we wel met twee maten. Naar schatting vragen opdrachtgevers in 25% van de ICT-inhuuropdrachten uit op een hogere salarisschaal dan de waardering op basis van het Functiegebouw Rijk. Van de ICT’ers die bij het Rijk in dienst zijn, heeft daarentegen slechts 1,1% een toelage ontvangen (peildatum 1 juli 2023). Deze bedroeg gemiddeld ongeveer € 300. Terwijl de CAO Rijk een structurele arbeidsmarkttoelage mogelijk maakt tot ongeveer twee salarisschalen. Rijksorganisaties weten deze speelruimte bij lange na nog niet allemaal te vinden. Laat staan dat ze ermee adverteren op de arbeidsmarkt.
Rijk kan beter zijn best doen
Krap door de bocht kan je stellen dat ICT’es er wel zijn. Ze zijn namelijk in te huren. Maar ze willen kennelijk niet werken in dienst van het Rijk. Grote bedrijven zijn handiger om zich snel onder de aandacht te brengen. Het Rijk wil het te zorgvuldig doen. De aantrekkelijkheid van de overheid zit hem in haar maatschappelijke relevantie. Deze kan beter worden uitdragen. Onbekend maakt immers onbemind. Daarnaast vormen werkwijze en cultuur ‘dissatisfiers’. De overheid wordt als traag en bureaucratisch gezien. Apparatuur en software bevestigen dat het Rijk niet met zijn tijd meegaat.
Het Rijk legt vaak nadruk op het direct kunnen meedraaien in de organisatie. Het liefst een schaap met vijf poten of een kloon van de vertrekkende persoon. Alternatief zijn ‘meester-gezel’-constructies, waarbij een organisatie een junior aan een senior koppelt. Of detavast, waarbij detacheren wordt gecombineerd met werving en selectie.
Ook kan diversiteitsbeleid helpen bij het vinden en opbouwen van de juiste digitale vaardigheden. Het Rijk loopt achter op het bedrijfsleven met starters, mbo’ers en anderstaligen. Door specifieke doelgroepen aan te boren, kan je meer ICT’ers aantrekken. Daar moet je in willen investeren en je moet risico’s durven nemen. Er zijn goede voorbeelden. Zo voeren enkele uitvoeringsorganisaties samen een meer proactieve wervingsstrategie uit. Zij beoordelen kandidaten op ontwikkelbaarheid.
Van weten naar doen
Uit de gesprekken die ABDTOPConsult heeft gevoerd, komt een eensgezind beeld naar voren. Beleidsmakers, inlenende organisaties, interne ICT-dienstverleners, externe uitleners en deskundigen weten waar de schoen wringt. Sterker: op veel punten zijn er ook beleid, kaders en instrumenten ontwikkeld. Bijvoorbeeld het ‘Beleidskader inzet flexibele arbeid binnen de sector Rijk’ en de ‘I-strategie Rijk 2021–2025’, met daaraan gekoppeld het uitvoeringsprogramma ‘I-vakmanschap’. In de praktijk brengen en handhaven van wat is bedacht, blijkt in de waan van de dag lastiger.
ICT-inhuur wordt niet overbodig door te gaan doen wat we al wisten. We kunnen de inhuur wel terugdringen. Daar is onder meer voor nodig dat organisaties investeren in het scherp krijgen van hun kerntaken en deze zo goed en kwaad mogelijk vertalen in een sourcingsstrategie. Een strategisch personeelsplan is een stap naar total workforce management. Een integrale aanpak voor het plannen, werven, inzetten, ontwikkelen en uitstromen van niet alleen de eigen medewerkers, maar ook van externen en mensen op uitbesteed werk.
Grip op ICT-inhuur wordt ook versterkt door de uitvoering en de ICT-dienstverleners te betrekken bij beleids- en besluitvorming. Een eenvoudiger ICT-landschap en meer interdepartementale samenwerking roept de groei aan ingehuurde ICT’ers een halt toe. Te vaak vinden we het wiel opnieuw uit. Ja, er is sprake van ministeriële verantwoordelijkheid. ‘Het huis van Thorbecke laat zich niet verbouwen’ vanwege hoge ICT-inhuur. Maar wat let ons op ambtelijke topniveaus meer over de eigen schaduw heen te springen?
Zorgen voor kennisborging
De verwachtingen vanuit samenleving en politiek op het gebied van ICT zijn hoog. Het tekort aan ICT-specialisten gaat de komende jaren steeds meer wringen. Er is dus werk aan de winkel op het gebied van binden en boeien. Recruitment en ontwikkeling zijn creatiever en robuuster aan te vliegen. De taakstelling van het nieuwe kabinet kan een impuls geven aan verambtelijking van externen, omscholing van eigen medewerkers en uitbreiding van gezamenlijke poolcapaciteit.
Met het effectief inzetten van eigen medewerkers waar dat het hardst nodig is, versterkt het Rijk zijn kennispositie en wendbaarheid.
Noten:
[1] Grip op ICT-inhuur | Publicatie | Algemene Bestuursdienst
[2] Gebaseerd op de 8.182 inhuuropdrachten die per 31 maart 2023 liepen binnen de raamovereenkomsten van de categorie ICT-professionals Rijk.
[3] Gebaseerd op de 8.182 inhuuropdrachten die per 31 maart 2023 liepen binnen de raamovereenkomsten van de categorie ICT-professionals Rijk.
[4] Berenschot, Benchmark ICT functies, 6 november 2023