Open data zijn overal. We navigeren er op los in het verkeer, gebruiken Buienradar om de regen te ontwijken, zoeken de handigste routes voor het OV en bestellen eten online. We bekijken informatie over zorg en scholen en de uitgaven van overheden. In veel van deze gevallen gebruiken we open data, vaak zonder dat we het in de gaten hebben. Op 3 maart is het internationale open data dag. Een mooi moment om stil te staan bij de stappen die zijn gezet en nog volgen.
Het hergebruik van overheidsdata kent een lange geschiedenis. Vooral bij kaarten, plattegronden en andere geografische informatie is het van oudsher goed gebruik dat overheden en marktpartijen elkaars data benutten. Om van deze data te kunnen profiteren stemmen overheidsorganisaties die data aanbieden en organisaties die data gebruiken, met elkaar af onder welke voorwaarden dit gebeurt. Op deze manier benutten beide partijen de waarde van deze data voor een specifiek doel.
Rond 2010 zijn overheden in Nederland aan de slag gegaan met het beschikbaar stellen van data als open data. Overheidsorganisaties stellen open data beschikbaar zonder een onderliggende afspraak met een hergebruiker van die data. Parallel hieraan bleven maatwerkafspraken tussen leveranciers van data en hergebruikers bestaan, al maakte open data specifieke afspraken in veel gevallen overbodig: de data werd daarmee immers voor iedereen vrij beschikbaar. Bij open data ontbreekt aanvankelijk een toepassing als drijfveer om data beschikbaar te stellen. Hiermee heeft er een ontkoppeling plaatsgevonden tussen de aanbieder en de gebruiker van data en zijn beide zich onafhankelijk van elkaar gaan ontwikkelen. Open data leveren daardoor naast de geijkte toepassingen die maatwerkafspraken voortbrengen, ook onverwachte innovatieve toepassingen op.
Open data?
Open data zijn data die openbaar zijn, vrij beschikbaar en vrij van auteursrechten of andere rechten van derden. Ze zijn computerleesbaar en voldoen bij voorkeur aan open standaarden. Open data zijn voor hergebruik beschikbaar zonder beperkingen als kosten of verplichte registratie.
Van hype naar productiviteit
In 2010 startten de eerste overheidsorganisaties met open data. Rond 2012 piekte de hype: gemeentelijke open data portalen schoten als paddenstoelen uit de grond, overheden organiseerden tal van hackathons en app-wedstrijden. Open data was een grote belofte waarbij nieuwe toepassingen en diensten lonkten. Toch werd de beloofde potentie lang niet altijd verzilverd. Om in termen van de Gartner hype cycle te spreken: na de ‘piek van opgeblazen verwachtingen’ belandde men ontgoocheld in de ‘trog van desillusie’. Alle inspanningen ten spijt bleken lokale open data voor ontwikkelaars maar matig interessant. En data beschikbaar stellen is één ding, voor het ontstaan van nieuwe toepassingen is vaak meer nodig dan dat.
Inmiddels zijn we in 2018 opgeklommen uit het dal en bewegen we steeds meer naar het ‘plateau van productiviteit’: vanuit de overheid is er steeds meer data beschikbaar, die op continue basis worden gebruikt voor diensten en toepassingen. Ook is er steeds meer aandacht gekomen voor het stimuleren van het gebruik van open data.
Ook hergebruikers hebben niet stil gezeten. Er zijn gigantisch veel toepassingen ontstaan. Zo maakt een toepassing als GoOV het voor mensen met een beperking mogelijk om gebruik te maken van het openbaar vervoer. GreenHome gebruikt in hun HuisScan tal van open data bronnen om te laten zien hoe je je huis kunt verduurzamen. En de Consumentenbond geeft consumenten met ‘Wat kost mijn zorg?’ meer inzicht in medische behandelingen bij verschillende ziekenhuizen en verzekeraars.
Overheidsorganisaties merken dat open data beschikbaar stellen hen zelf veel oplevert
Er is de afgelopen jaren meer bewustzijn ontstaan over het gebruik van data en meer besef over de waarde ervan. Data-inventarisaties leverden bij departementen en gemeenten meer inzicht op in welke data ze in huis hebben en welke ze daarvan als open data beschikbaar kunnen stellen. Ook op het gebied van cultuur, houding en gedrag is binnen overheidsorganisaties het nodige veranderd. Veel overheidsorganisaties maakten een omslag in het denken, vanuit de opvatting dat open data toebehoren aan het publiek. Om de vorige president van de Algemene Rekenkamer, wijlen Saskia J. Stuiveling, te citeren: “Alle informatie die de overheid heeft is van de mensen. Zij moeten er zelf mee aan de slag kunnen”.
Bovendien merken overheidsorganisaties dat open data beschikbaar stellen hen zelf veel oplevert: meer aandacht voor de kwaliteit van data, een betere vindbaarheid en de mogelijkheid dankbaar gebruik te maken van de open data van andere overheidsorganisaties. In 2017 onderzocht de TU Delft de maatschappelijke kosten en baten van open data, waaruit blijkt dat open data in algemene zin meer oplevert dan het kost.
Van klein naar groots
Momenteel wordt volop de slag geslagen van verweesde open data portalen met lokale data, naar het opschalen van data tot nationaal niveau. Zo werkt VNG Realisatie aan het standaardiseren van datasets en het vindbaar maken ervan via het nationale dataportaal data.overheid.nl. Daarbij worden datasets van gemeenten op dezelfde manier beschikbaar gesteld, in plaats van enkel lokaal of voor elke gemeente op een andere manier.
Als dezelfde data van alle gemeenten beschikbaar is, is het voor bijvoorbeeld journalisten en ontwikkelaars aantrekkelijker om deze data te gebruiken. De datasets die aangepakt worden, komen voort uit een high value datalijst. High value-datasets zijn datasets met een veronderstelde grote toegevoegde waarde voor de samenleving. Of een dataset high value is, wordt onder meer bepaald door de mate waarin de dataset bijdraagt aan transparantie, wettelijke plicht en potentie van hergebruik. Zo is er een landelijke standaard ontwikkeld voor de locaties van stemlokalen. Daardoor kunnen we op 21 maart via verschillende diensten eenvoudig vinden waar we kunnen stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Google en Facebook zullen de data integreren in hun diensten. Iedereen die dat wil kan ook met deze data aan de slag.
Ook wordt er binnen het project Open Raadsinformatie gewerkt aan de uniforme en landelijke ontsluiting van raadsinformatie van gemeenten. Open State Foundation en VNG Realisatie ontwikkelden een platform om de raadsinformatie van gemeenten te verzamelen en uniform beschikbaar te stellen als open data. Inmiddels doen meer dan honderd gemeenten mee. Onlangs was er op basis van deze data een hackathon die leidde tot de ontwikkeling van de app WaarOverheid. Deze app geeft inwoners gedetailleerd én gebruiksvriendelijk overzicht van raadsinformatie over hun eigen wijk en buurt.
Van isolatie naar data management in brede zin
Steeds meer overheidsorganisaties ontdekken dat open data ‘in isolatie’ bekijken wellicht niet de meest vruchtbare aanpak is. Hoewel het vaak een prima start oplevert, blijft het volwassenheidsniveau laag en is het lastig de fase van pilots en ad hoc activiteiten te overstijgen. Open data wordt daarom steeds meer benaderd vanuit het bredere perspectief van data en datamanagement. Datamanagement is kort samengevat aandacht schenken aan de creatie van data, het opslaan, onderhouden en het beschikbaar stellen ervan. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar wat open kan, maar juist ook wat naar om meer dan terechte redenen, zoals privacybescherming, besloten moet blijven. Door deze geïntegreerde aanpak ligt datagedreven werken ineens veel meer binnen handbereik.
Ook het bredere perspectief van een Open Overheid bieden overheden handvatten om open data in samenhang te bezien: niet alleen vanuit technisch oogpunt, maar bijvoorbeeld ook vanuit het eerder genoemde en niet te onderschatten aspect van cultuurverandering.
Van technologie naar maatschappelijke innovatie
De focus lag bij open data lange tijd op de technische kant. Tegenwoordig groeit het besef dat open data een belangrijke grondstof is voor maatschappelijke innovatie en participatie. Zo wordt open data succesvol ingezet bij projecten waarbij burgers meebeslissen over (een deel van) de gemeentebegroting: de ‘burgerbegroting’. De beschikbaarheid van verantwoordings- en begrotingsinformatie als open data maakt dit mede mogelijk.
Een ander voorbeeld is het FIXXX-team van het Datalab in Amsterdam. De ‘Fixxx-ers’ begeven zich onder de Amsterdammers voor het identificeren en analyseren van problemen in de stad. Ze werken volgens een zelfontwikkelde methode waarbij ze in veertien weken met concrete, praktische oplossingen komen. Hierbij maakt het team, waar mogelijk, gebruik van open data. Zo ontwikkelden ze een app waarmee touringcarchauffeurs in de stad zo snel mogelijk een parkeerplaats kunnen vinden.
Elke dag een open data dag
Bovenstaande ontwikkelingen laten zien hoe overheid en oplossers bij elkaar gebracht kunnen worden. En dan niet om te komen tot gesloten maatwerkafspraken rond data. Juist om te komen tot de ontwikkeling van een op hergebruik gerichte agenda, met een goed beeld van de te ontwikkelen oplossingen met behulp van open data. Een open aanpak waarin de dialoog tussen hergebruikers en overheidsorganisaties rond maatschappelijke vragen centraal staat.
Er zijn belangrijke stappen gezet de afgelopen jaren, maar klaar zijn we nog lang niet. Zo blijkt de kwaliteit van data niet altijd voldoende, is de koppelbaarheid van de data met andere databestanden vaak beperkt en is de uitleg bij de data niet altijd voldoende voor de hergebruiker om de data goed te kunnen toepassen. Daarnaast is veel waardevolle data simpelweg nog niet beschikbaar als open data. Kortom, er valt nog een hoop werk te verzetten. Daarom blijven open data dagen nodig om de positieve ontwikkelingen van de afgelopen jaren voort te zetten. En niet één keer per jaar, wat ons betreft is iedere dag een open data dag!
Marieke Schenk en Paul Suijkerbuijk werken bij het Leer- en Expertisepunt Open Overheid (LEOO), respectievelijk als eindverantwoordelijk coördinator en als open data expert. Het LEOO is onderdeel van ICTU en werkt in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
SODA
De Stuiveling Open Data Award (SODA) biedt een podium voor de inspanningen van overheidsorganisaties en hergebruikers van open data en beloont bijzondere prestaties met een prijs. In het bijzonder is de Stuiveling Open Data Award bedoeld om zichtbaar te maken wat er mogelijk is met open data en het gebruik van open data te bevorderen. De award, vernoemd naar de vorige president van de Algeme Rekenkamer, wordt dit jaar voor de derde keer uitgereikt.