Ik wens ons woensdag veel wijsheid
Komende woensdag gaan we naar de stembus om een nieuwe Tweede Kamer te kiezen. Na dit ‘feest van de democratie’ moeten we oppassen voor een kater. Want het risico is groot dat deze campagne de opmaat zal vormen naar nieuwe teleurstelling.
Met het aanstaande vertrek van premier Rutte is de inzet van deze verkiezingen hoog en de druk op alle partijen groot. Dus bleef de campagne lange tijd saai, zoals je ook vaak ziet in een voetbalfinale die niemand wil verliezen. Saai is niet erg als het inhoudelijk wat oplevert maar dat het dit keer over ‘de inhoud’ zou gaan, is slechts een frame gebleken: sommige lijsttrekkers bleven weg bij belangrijke debatten, anderen blijven hangen in oneliners over ‘oude politiek’, een ‘nieuwe generatie’ en ‘vooruit kijken’.
Het gevolg is dat veel onderwerpen niet echt aan bod komen. Zo heb ik nog geen lijsttrekker iets horen zeggen over de manier waarop Nederland moet omgaan met kunstmatige intelligentie. Terwijl deze technologie fundamentele impact heeft op onder meer geopolitieke verhoudingen, maatschappelijke verbindingen en menselijke autonomie. Ook de internationale spanningen, het belang van de Europese Unie en de rol van Nederland daarbinnen komen in deze naar binnen gekeerde campagne niet aan de orde.
Ook zijn er politici die lijken te denken dat kiezers geen strijd willen maar dit is een misverstand: verkiezingen horen een ideeënstrijd te zijn. Scherpe debatten zijn nodig, niet alleen omdat kandidaten dan hun standpunten kunnen vertolken, maar ook om leiderschap te tonen en opponenten uit te dagen. Zolang dit op de inhoud gebeurt en er niet op de man wordt gespeeld, is dat positief. Polarisatie wordt pas een probleem als we negatiever over elkaar gaan denken; niet als het betekent dat we anders over dingen denken.
Maar het meest problematische is het gebrek aan duidelijke keuzes. Van de grootste vijf partijen in de peilingen laten er slechts twee hun programma doorrekenen door het Centraal Planbureau. Anderen weigeren dit en laten dus niet zien wat de financiële consequenties zijn van al hun ronkende plannen. En terwijl alle partijen afgelopen tijd plechtig een nieuwe bestuurscultuur en meer transparantie beloofden, houden veel lijsttrekkers zelf hun kaarten voor de borst. Zo moeten kiezers tot na de verkiezingen wachten om meer te weten te komen over voorkeurscoalities of premierambities.
Laag vertrouwen, hoge verwachtingen
Onlangs publiceerde het SCP een ‘extra verkiezingsbericht’ over de stemming in ons land. Het beeld was weinig verrassend: meer dan de helft van de Nederlanders is somber over de richting waarheen Nederland zich ontwikkelt en liefst zes op de tien Nederlanders is ontevreden over de politiek in Den Haag. Mensen zien dat problemen zich ophopen en vinden dat politici het allemaal niet goed oplossen. Met 42% is het vertrouwen in zowel Kamer als kabinet historisch laag. Desondanks hebben kiezers hoge verwachtingen van het nieuwe kabinet. Dat is zorgwekkend want de combinatie van laag vertrouwen en hoge verwachtingen is een klassiek recept voor teleurstelling.
Een bekend politiek gezegde luidt dat de kiezer altijd gelijk heeft. Dat de uitslag van eerlijke verkiezingen een gegeven is waar iedereen het mee moet doen, is een feit. Maar een campagne zonder politieke strijd, inhoudelijke diepgang en echte keuzes vergroot de kans op nieuwe teleurstelling. Gelukkig is er ook een andere tegeltjeswijsheid die stelt dat politieke partijen drie maanden met de verkiezingen bezig zijn, journalisten drie weken en kiezers drie dagen. In die zin is de campagne nu pas echt begonnen.
Ik wens iedereen woensdag daarom veel wijsheid toe.