Data delen houdt niet op bij de grens. Daarom zou de EU Big Tech moeten gaan belasten als zij niet ook haar data toegankelijk maakt voor de rest van de wereld. Zo stimuleren we Big Tech om data in andere werelddelen te delen en kunnen we tegelijk innovatieve startups in Europa een steuntje in de rug geven.
Zo stimuleren we Big Tech om data in andere werelddelen te delen en kunnen we tegelijk innovatieve startups in Europa een steuntje in de rug geven.
Afgelopen maand ontstond reuring omtrent de zogenaamde “Super League”. Een gesloten competitie voor de allerrijkste voetbalclubs met als doel die nog rijker te maken. Drijvende kracht: Amerikaanse banken en aandeelhouders. Door een golf van verontwaardiging vanuit supporters, commentatoren, oud voetballers en trainers en het terugtrekken van JP Morgan als financier is de Super League nu al weer dood en begraven.
Denkend aan de voetbalsoap besefte ik me dat de techwereld haar eigen Super League heeft die springlevend is. Een paar machtige “Big Tech” bedrijven maken namelijk de dienst uit. Deze ondernemingen, Google, Amazon, Facebook, Apple, Microsoft, vaak aangeduid met het acronym GAFAM, delen hun gebruikersdata niet. Hierdoor kunnen ze feitelijk niet degraderen tot ‘normaal bedrijf’ en ontzeggen ze anderen de kans op promotie. Een gesloten competitie dus.
Een voorbeeld: voor de zelfrijdende auto is veel gebruikersdata nodig om het benodigde algoritme te trainen dat zorgt dat de auto de juiste keuzes maakt. Hoe meer gebruikersdata, hoe sneller en beter het algoritme wordt en hoe meer gebruikers voor er voor het algoritme zullen zijn. Big Tech beschikt over enorme hoeveelheden gebruikersdata door alle verschillende producten en diensten die zij leveren. Hierdoor kunnen zij die datagedreven producten en diensten heel snel verbeteren. Innovatieve startups hebben niet de beschikking over die grote hoeveelheden data om hun modellen te verbeteren.
In Brussel wordt er wetgeving (o.a. de wet inzake digitale markten) voorbereid die de Big Tech verplicht om data te delen met andere ondernemingen als gebruikers dat willen. De digitale Super League wordt dus gedeeltelijk opengebroken, maar alleen voor de data die in de EU wordt gegenereerd. Dit is echter nog niet genoeg voor techbedrijven om te kunnen promoveren of degraderen. Zelfs als je als bedrijf de data van de 450 miljoen EU inwoners zou kunnen gebruiken, dan is dat nog relatief weinig ten opzichte van de totaal beschikbare data. De totale wereldbevolking bedraagt immers bijna 8 miljard mensen. Big Tech is groot over de hele wereld en heeft hoeft door de EU regels maar een beperkt deel van haar data te delen. Het is alsof je een Super League hebt waarin clubs die wedijveren om promotie alleen spelers uit Europa mogen hebben, terwijl de zittende clubs kunnen beschikken over spelers uit alle werelddelen.
Dit probleem lijkt op de discussie rondom de Europese duurzaamheidsvereisten. Europa stelt strenge duurzaamheidsnormen op voor Europese bedrijven, en tegelijk exporteren bedrijven uit andere werelddelen hun vervuilende producten naar Europa. Zo worden Europese bedrijven die zich netjes aan de regels houden toch benadeeld. Daarom wordt er nu gewerkt aan een importheffing op vervuilende bedrijven die hun spullen op de Europese markt willen verkopen.
Ook het probleem van het delen van data houdt ook niet op bij de grens. Daarom zou de EU Big Tech moeten gaan belasten als zij niet ook haar data toegankelijk maakt voor de rest van de wereld. Zo stimuleren we enerzijds Big Tech om data in andere werelddelen te delen en kunnen we anderzijds innovatieve startups in Europa een steuntje in de rug geven. Dit zal de huidige digitale Super League hopelijk kunnen veranderen in een open competitie waarin ook de underdog wel eens wint.
Bernold Nieuwesteeg is directeur Centre for the Law and Economics of Cyber Security