Het instellen van een vaste commissie Digitale Zaken is een flinke stap in de juiste richting, maar we zijn er nog niet.
Na de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 gaat de vaste commissie Digitale Zaken van start. Deze commissie moet ervoor zorgen dat er structureel meer grip komt op het thema digitalisering en de toenemende invloed hiervan op de samenleving. Hiermee wordt terecht erkend dat digitalisering een inherent politiek onderwerp is waarbinnen aandacht moet zijn voor integrale digitale vraagstukken. Een stap in de juiste richting, maar we zijn er nog niet.
‘De digitale en technologische ontwikkelingen raken elke burger en organisatie’, stelt de Tijdelijke Commissie Digitale Toekomst correct. De exponentiële trend waarmee bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie, virtual reality, Internet of Things en 5G zich ontwikkelen, maakt het steeds moeilijker om zicht te houden op de invloed die deze technologieën zullen hebben op onze samenleving. Dit terwijl die technologieën steeds verder worden geïntegreerd in ons leven en de samenleving.
Een leuk, maar onpraktisch experiment om zicht te krijgen op exponentiële groei is een rijstkorreltje op het eerste vakje van een schaakbord te leggen en vervolgens per vakje de hoeveelheid rijst te verdubbelen. Het resultaat: een berg rijst die zo hoog is als de Mount Everest op het laatste vak.
Deze ontwikkeling brengt in toenemende mate grote politieke vragen met zich mee. Een voorbeeld dat gebruikt wordt door de TCDT is gezichtsherkenningstechnologie. Dit biedt kansen omdat ‘mensen sneller en met meer nauwkeurigheid zijn te identificeren’. Tegelijkertijd roept dit vragen op, zoals: ‘Kunnen burgers zich straks nog identificeren zonder gezichtsherkenning? Kunnen mensen in de toekomst nog anoniem bewegen door de publieke of zelfs private ruimte?’ En dan hebben we het nog niet eens over onderliggende vraagstukken, zoals wie de data in zijn bezit heeft, waar deze wordt opgeslagen en hoe deze vervolgens gebruikt wordt.
Omdat deze innovaties grote invloed hebben op onze persoonlijke autonomie, onze samenleving en het functioneren van de democratie, is het cruciaal dat de politiek dit serieus neemt en er gedegen beleid op voert.
Het roer moet om
De TCDT concludeert dat de aandacht voor digitalisering in Nederland gefragmenteerd is en er te weinig in samenhang naar digitaliseringsvraagstukken wordt gekeken. Hierdoor worden digitale vraagstukken behandeld door Tweede Kamerleden die gespecialiseerd zijn in andere onderwerpen, zoals sociale zekerheid en economie, met weinig zicht op de relatie tussen hun specialismen en digitale technologie. Daarnaast is er binnen de Tweede Kamer en het kabinet maar beperkte kennis aanwezig over digitalisering, mist de Nederlandse buitenwacht een duidelijk aanspreekpunt in het hart van onze democratie en worden veel wettelijke kaders voor Nederland op Europees niveau opgesteld. Deze optelsom, stelt TCDT, zorgt ervoor dat de Kamer haar rol onvoldoende kan spelen. Om hier vanaf maart 2021 beter mee om te gaan, geven ze de volgende aanbevelingen:
1. Installeer een vaste commissie voor digitale zaken
2. Stel een kennisagenda digitalisering op
3. Bied inhoudelijke ondersteuning aan overige kamercommissies
4. Draag zorg voor een sluitend wettelijk kader rondom digitalisering
5. Extra aandacht voor digitale wetgeving uit de Europese Unie
Dat de Tweede Kamer gehoor heeft gegeven aan de eerste aanbeveling is slechts een eerste, maar tegelijk erg belangrijke stap. Deze vaste commissie kan namelijk aan de slag met de rest van de adviezen. Om te voorkomen dat het nu ontstane momentum rondom digitalisering verdwijnt, is het nodig om ook vóór het aantreden van deze commissie de publieke dialoog voort te zetten. Onder andere over de organisatorische en inhoudelijke invulling van de vaste commissie.
Wie nemen er plaats in de commissie?
Het succes van elke vaste commissie valt of staat met de expertise van haar leden. Aangezien digitalisering zowel een op zichzelf staand inhoudelijk thema is, als een onderdeel van andere beleidsdomeinen, is het cruciaal dat er een diverse commissie wordt aangesteld. Naast leden met een achtergrond binnen digitale vraagstukken, zoals cyberveiligheid, technologisch burgerschap en datarecht, moeten leden met interdisciplinaire profielen staan, die digitalisering juist vanuit verschillende andere perspectieven benaderen. Zij kunnen bijvoorbeeld een brug slaan tussen het mobiliteitsvraagstuk en digitalisering, of ethische vraagstukken oproepen rondom het slimme-stedenvraagstuk. Het huidige kabinet en Kamer kennen weinig leden met specialistische expertise of dossierkennis over overkoepelende digitale vraagstukken. Simpelweg omdat deze onderwerpen tot op heden nog niet tot nauwelijks aan bod zijn gekomen. Het aanstaande vertrek van Kathalijne Buitenweg (GroenLinks), Kees Verhoeven (D66) en Jan Middendorp (VVD) uit de Tweede Kamer, allen actief op digitale onderwerpen en onderdeel van het TCDT, maakt dit een nog grotere uitdaging.
Publieke waarden
De aanstelling van deze commissie betekent echter niet dat dit thema nu voldoende op de kaart is gezet bij politiek Nederland. Tijdens vorige verkiezingen bleek dat de partijprogramma’s geen specifieke hoofdstukken of aandacht besteedden aan dit onderwerp. De eerste partijprogramma’s voor de komende verkiezingen laten tot nu toe weinig verbetering zien. In het advies van de TCDT aan de commissie om zich te richten op integrale digitale vraagstukken, zoals het gebruik van gezichtsherkenning of de opkomst van de platformeconomie, schuilt ook een gevaar. Namelijk dat er pragmatische invulling aan dit soort vraagstukken wordt gegeven en er voorbij wordt gegaan aan het herdefiniëren en beschermen van publieke en democratische waarden in de digitale samenleving.
Laat de vaste commissie beginnen bij het vaststellen van de publieke waarden van de digitale samenleving. Deze zullen enkel meer onder druk komen te staan door de integratie van technologie in de samenleving. Vervolgens kunnen deze vernieuwde waarden het fundament zijn in het agenderen en aanpakken van integrale digitale vraagstukken. Inspiratie hiervoor is te vinden binnen de digitale wereld: open source software en open data-initiatieven zijn juist gestoeld op breed gedragen, democratische waarden.
Tot slot
Met de nationale digitaliseringsstrategie heeft het kabinet en vooral het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goede eerste stappen gezet. Het zorgt ervoor dat initiatieven zoals Open Overheid en de Data Agenda Overheid serieus worden genomen en worden uitgevoerd. Maar juist in deze tijd van digitalisering, waarin grote technologische bedrijven door middel van hun innovaties meer invloed krijgen op de samenleving, is democratische controle nodig. De door de TCDT gestarte maatschappelijke dialoog tussen wetenschappers, belangenorganisaties en toezichthouders, mag niet stil komen te liggen tot na de Tweede Kamerverkiezingen van 2021. Sterker nog: we moeten deze naar een hoger plan tillen.
Jesse Renema is senior projectleider bij de Open State Foundation