Blog

Internet en staatsrecht

De Raad van de Rechtspraak zet in op traditionele media, en met name televisie, omdat daar de publieke opinie gemaakt zou worden.

Tijdens de staatsrechtconferentie ‘Powers that be’ georganiseerd door ‘mijn’ universiteit ontdekte ik een zwarte vlek. Het doel van de conferentie is een onderzoeksprogramma samenstellen voor de Leidse staats- en bestuursrecht onderzoekers. De inventarisatie en analyse van de conferentie leidt tot een indicatie van de belangrijkste onderzoeksvragen voor de nabije toekomst vanuit constitutioneel rechtelijk perspectief.

Het publiek bestond voornamelijk uit doctoren, professoren en andere hooggeleerde juristen. Zo gaven Donner en Brenninckmeijer een presentatie.
Ik werd nieuwsgierig naar de rol van de media op het staatsrecht. Deze workshop bleek helaas om de zogenoemde oude media te gaan en niet de nieuwe media zoals online interactieve netwerken. Ik kreeg daardoor inzicht in een zwarte vlek bij de aanwezigen.

In de workshop over de betekenis van de media op constitutionele verhoudingen gaven Peter van Aelst, van de Universiteiten van Antwerpen en Leiden, en Tom-Jan Meeus van NRC Handelsblad, hun visie. Ik voelde een soortgelijke teleurstelling als bij het lezen van het verslag over het debat ‘Wat kan de Rechtspraak met sociale media?’ (zie mijn blog Twitteren ondermijnt onafhankelijkheid).
Mijn teleurstelling over het rechtspraakdebat veroorzaakte Bart Rijs, hoofd communicatie van de Raad van de Rechtspraak. Hij vertelde in te zetten op traditionele media en met name televisie omdat daar de publieke opinie gemaakt wordt.

Sinds het verschijnen van dat blog toets ik regelmatig in mijn omgeving welke media gebruikt worden. Ik concludeer opnieuw dat de oude media zoals krant, radio en televisie steeds minder belangrijk zijn. Net als vroeger kijk en lees je ook om mee te kunnen praten. De interessante artikelen, video’s en meningen die vrienden, bekenden of inspiratoren delen, springen in het oog. De media, namelijk online interactieve media, bepalen op die manier wat gebruikers lezen, luisteren en kijken.
Waarom houden beleidsbepalers en besluitvormers vast aan een wereldbeeld dat door een steeds groter deel van de samenleving niet meer gedeeld wordt?

De sprekers op de staatsrechtconferentie geven aan dat internationale ontwikkelingen het constitutionele recht meer en vaker beïnvloeden. Een van de grootste internationale ontwikkelingen is volgens mij internet. De snelheid van ontwikkelingen en penetratiegraad in de samenleving is onvoorstelbaar gebleken en kent nog geen einde. Het voorbijgaan aan de gevolgen van internet op de samenleving en daarmee onvermijdelijk op het staatsrecht lijkt mij een onhoudbare struisvogelpolitiek. Het vraagstuk van toepasselijk recht is nu al nauwelijks meer te beantwoorden. Bijvoorbeeld wanneer een blogger uit land W in land X een blog post via een server in land Y en gelezen wordt in de landen A-Z.

De invloed van online interactieve netwerken op het staatsrecht lijkt mij een belangrijke onderzoeksvraag. Ik hoop van harte dat de Leidse onderzoekers deze vraag in hun inventarisatie opnemen.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren