De inzet van ICT biedt volop kansen, maar dan moet de overheid wel de touwtjes in handen nemen. En dat begint met zelfkennis!
In haar recente rapport concludeert de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid dat in de dagelijkse digitale praktijk een iOverheid is ontstaan, gebaseerd op ‘vernetwerkte’ informatiestromen die door ICT mogelijk zijn gemaakt. De inzet van ICT biedt kansen voor beleidsterreinen zoals zorg, onderwijs, veiligheid en verkeer. Het ontwikkelen van de iOverheid betekent het uitgroeien van informatienetwerken waarbij diensten voornamelijk vanuit de behoeften van de gebruikers worden ontworpen.
Hoewel het sturen op de verdere ontwikkeling van de informatieoverheid maar ten dele mogelijk is – want het is ook een organisch groeiproces – laat de overheid kansen liggen om deze in goede banen te leiden. De effecten die digitalisering op het functioneren van de overheid heeft zijn niet of nauwelijks onderkend of waargenomen. De discussie blijft te vaak steken bij de benodigde technologie of in financiële debacles bij projecten. Voor de verdere digitalisering is het beleidsmatig relevant dat de overheid zelf beseft een iOverheid te zijn. Evident is dat deze ontwikkeling direct invloed uitoefent op de rol, organisatie en dienstverlening van overheden, maar ook op de relatie tussen overheid en burgers en bedrijfsleven.
Open data en social media
De beschikbaarheid van innovatieve technologieën zoals sociale netwerken heeft de verwachtingen van de burgers bij het gebruik van allerlei onlinediensten vergroot. De combinatie van deze nieuwe technologieën en de beschikbaarheid van overheidsinformatie leveren voor burgers en bedrijfsleven een meerwaarde op.
Overheden moeten snel inspelen op ontwikkelingen zoals open data en social media. Zij blijven tegelijkertijd verantwoordelijk voor het robuust functioneren van de bestaande informatievoorzieningen. Net als bij het bedrijfsleven is sprake van een koersverlegging, namelijk een kanteling vanuit een technische benadering naar een informatieperspectief voor bedrijfsvoering en publieke dienstverlening.
Een andere trend is de kanteling van overheidsgegevens voor intern gebruik naar extern gebruik voor publieke dienstverlening, en vervolgens naar het bedrijfsleven voor het maken van nieuwe informatieproducten. Nieuwe vormen van informatisering maken realtime informatie over output van overheid als dienstverlener mogelijk. Als de overheid dit niet regelt zullen derden hiermee aan de slag gaan met mogelijk minder valide informatie op basis waarvan koppen in de kranten zullen worden bepaald, een soort incidentenpolitiek op basis van onjuiste gegevens.
Publiek-private samenwerking
Publiek-private samenwerking wordt veelal gezien als bestuurlijk gedoe, maar biedt wel oplossingsrichtingen. Samenwerkingsgerichtheid vanuit een informatiegestuurde netwerkoverheid is een belangrijk uitgangspunt. Iedere vorm van samenwerking, waaronder publiek-private samenwerking, is ondersteunend aan de hoofdprocessen en draagt bij aan de strategische beleidsontwikkeling van de overheden. PPS-constructies gelden dan ook primair als organisatiemethodiek en bindmiddel bij de ontwikkeling van de iOverheid.
Publiek-private samenwerking moet voor de partners uit het bedrijfsleven herkenbaar en toegankelijkheid georganiseerd zijn. Het leidende principe van wederkerigheid betreft dan vooral de uitwisseling van kennis en informatie, het plegen van inspanningen en het gezamenlijk dragen van risico’s. Ook in financiële zin moeten PPS-arrangementen daar waar mogelijk wederkerig zijn, met een evenwichtige publieke en private financiering van programma’s en projecten. Iedere PPS moet ingebed zijn in een breder bestuurlijk en multidisciplinair kader van het organisatiebeleid en informatiebeleid.
Maatschappelijke kosten-baten
Uitvoeringskosten en ICT zijn relatief kleine kostenposten die het mogelijk maken om grote maatschappelijke besparingen te realiseren. De ICT-besparingsmogelijkheden dienen op de grote geldstromen zichtbaar gemaakt te worden. De volwassenheid van ICT in de publieke sector wordt vaak vergeleken met de private sector. Deze vergelijking gaat eenvoudigweg niet op. Het betreft binnen de overheid niet alleen een hoger niveau, maar ook een ander type van complexiteit. Dit vraagt dan ook meer samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven in plaats van de traditionele bestuurlijke aansturing vanuit het beleid.
Voorgesteld wordt om politiek en bestuurders integraal verantwoordelijk te maken voor beleid en uitvoering op basis van een goede businesscase met zowel de grote als de kleine geldstromen. Dilemma is op welke dossiers de rijksoverheid nog een regierol dient te spelen of zich beperkt tot kaderstelling of facilitering. De rol van de rijksoverheid verandert immers doordat lagere overheden meer verantwoordelijkheden en taken krijgen toebedeeld. Bovendien vindt publieke dienstverlening steeds vaker plaats op basis van samenwerking binnen functionele ketenprocessen.
CIO in strategische rol
Strategisch informatiebeleid is een essentiële voorwaarde voor een betere samenwerking tussen overheidsorganisaties en voor de dienstverlening aan burgers en bedrijfsleven. De sturing van dit samenhangende ontwikkelingsproces bestaat vooral uit het uitdragen van een visie en het scheppen van draagvlak en betrokkenheid. Hiervoor is een zekere mate van bestuursmandaat en overtuigingskracht nodig, maar vooral ervaring met overheidscultuur en overlegprocessen.
In de iOverheid is de sturing en beheersing van ICT verdeeld over verscheidene bestuurslagen. Dit houdt in dat ook uitvoeringsorganisaties en gemeenten met elkaar in gesprek moeten gaan en dat zij de context, hun eigen rol en verantwoordelijkheid in het speelveld moeten leren begrijpen. Het inrichten van deze sturingsprocessen wordt beïnvloed door verschillende politieke en bestuurlijke spanningsvelden. Belangen zullen onderling verschillen, maar bestuurders zullen toch naar een gedeelde aanpak moeten zoeken.