De Europese Centrale Bank (ECB) werkt momenteel aan een onderzoek naar een digitale euro. Een invoering hiervan raakt aan vele maatschappelijke aspecten met bijbehorende afwegingen. Waarom is een digitale euro van belang en wat betekent deze voor het publiek, als tot invoering zou worden besloten?
Centrale banken gaan publiek geld digitaliseren
De laatste decennia heeft zich een ware revolutie voorgedaan in de digitalisering van het betalingsverkeer. Contant geld wordt steeds minder gebruikt. Nederland behoort hierbij tot de top van Europa: 80 procent van de aankopen in winkels worden hier digitaal gedaan, terwijl dat in het gehele eurogebied 40 procent is. Ondanks deze verschillen is de trend van contant betalen overal dalend.
Contant geld vervult een belangrijke rol in het monetaire bestel. Het is namelijk publiek geld, uitgegeven door de centrale bank. Dit onderscheidt zich van het geld dat we dagelijks digitaal gebruiken. Dat is geld uitgegeven door een commerciële bank. Het verschil zit in het risico: een commerciële bank kan in principe failliet gaan, een centrale bank niet. Daarom is centralebankgeld risicovrij. In de praktijk is overigens het risico op een faillissement van een commerciële bank klein, doordat de afgelopen tien jaar de toezichtregels aanzienlijk zijn aangescherpt. Burgers worden daarnaast beschermd door het depositogarantiestelsel.
Publiek geld fungeert in de economie als monetair anker in het geldstelsel [1]. Tegoeden aangehouden bij een commerciële bank kunnen altijd worden omgewisseld voor centralebankgeld (bankbiljetten) en andersom. Zonder deze omwisselbaarheid zou een situatie kunnen ontstaan dat geld van de ene bank anders wordt gewaardeerd dan geld van een andere bank. Een dergelijke ’wisselkoers’ zou grote onzekerheid in de markt teweeg brengen, de financiële stabiliteit ondermijnen en de reële economie grote schade kunnen toebrengen [2]. Voldoende en een brede beschikbaarheid van publiek geld is dan ook cruciaal voor het vertrouwen in het geldstelsel.
Een dalend gebruik van contant geld roept de vraag op hoe centrale banken in de toekomst hun rol rond het monetaire anker kunnen blijven vervullen. De discussie hierover kwam in 2020 in een stroomversnelling toen Facebook het plan lanceerde een internationale munt te gaan uitgeven. Het besef groeide dat dit een toekomst zou kunnen inleiden waarin consumenten massaal gebruik maken van door Big Techs en cryptobedrijven ontwikkelde geldsubstituten. Daarmee zou de monetaire soevereiniteit onder druk kunnen komen, met als gevolg dat het mandaat van centrale banken, het bewaken van prijsstabiliteit, hierdoor bemoeilijkt wordt, of in een uiterste situatie, zelfs onuitvoerbaar zou kunnen worden.
Digitaal centralebankgeld (central bank digital currency; CBDC) staat dan ook sinds 2020 volop in de aandacht [3]. Populair gezegd gaat hier om een digitale vorm van het bankbiljet. Uit een onderzoek van de Bank for International Settlements (BIS) komt naar voren dat in 2021 90% van de belangrijkste 81 centrale banken in de wereld werkte aan digitaal centralebankgeld [4].
Invoering niet zonder risico’s
Een eventuele invoering van een digitale euro is niet zonder risico’s. We noemen er twee. Ten eerste zou onbeperkte toegang van het publiek tot de digitale euro onbedoelde effecten op het monetaire systeem met zich mee kunnen brengen. Als rekeninghouders op grote schaal hun deposito’s die ze bij commerciële banken aanhouden, zouden omwisselen voor digitaal centralebankgeld, vermindert dit de financieringsbasis voor kredietverlening van de banken. Kredietverlening zou hierdoor duurder kunnen worden. Ten tweede is er een risico voor de financiële stabiliteit. Als betaaltegoeden ongelimiteerd kunnen worden gesubstitueerd voor digitaal centralebankgeld, kan dit in een crisissituatie de kans op een bankrun (via een ”druk op de knop”) vergroten en de financiële stabiliteit ondermijnen [7]. Om deze risico’s te beperken nemen centrale banken een maximumlimiet mee in het ontwerp van digitaal centralebankgeld. Dit is ook de route die de ECB kiest. ECB-directeur Panetta heeft wel eens aangegeven te denken aan een maximumtegoed van € 3000-€ 4000 per hoofd van de bevolking. De definitieve vaststelling hiervan zal onderdeel zijn van toekomstige besluitvorming.
De ECB is gestart met een onderzoeksfase naar een digitale euro
In oktober 2021 is de Europese Centrale Bank (ECB) gestart met een onderzoeksfase naar een digitale euro. Deze fase duurt tot de herfst van dit jaar, waarna besluitvorming zal plaatsvinden over een vervolgfase. Tegelijk werkt de Europese Commissie (EC) aan een wettelijk kader voor een digitale euro. Een invoering van een digitale euro is een politiek besluit en is voorbehouden aan het Europese Parlement en de Raad.
Invoering van een digitale euro betekent een fundamentele wijziging van het financiële stelsel en raakt aan vele maatschappelijke aspecten met bijbehorende afwegingen. Gedacht kan hierbij worden aan effecten op de financiële stabiliteit, het monetaire beleid en de verhouding publiek-privaat in de bancaire sector. Voor het publiek spelen de aspecten anonimiteit en privacy, veiligheid en gebruiksgemak een relevante rol.
Wat is het doel van een digitale euro?
De ECB ziet drie doelstellingen voor een digitale euro [5]:
- het behouden van publiek geld als monetair anker in een sterk gedigitaliseerde omgeving. De digitale euro moet net zo breed beschikbaar zijn als betaalmiddel in het eurogebied als dat voor bankbiljetten het geval is. Een digitale euro komt niet in de plaats van het huidige contante geld, maar als het digitale complement daarvan.
- het versterken van de strategische autonomie van het eurogebied. Recentelijk gaf president Lagarde van de ECB dit nog eens helder aan: de afhankelijke situatie van Europa van energie (aardgas) van één land, moeten we voor het betalingsverkeer voorkomen [6]. Lagarde duidde hier op de afhankelijkheid van Amerikaanse (en – mogelijk toekomstig – Chinese) betalingsverkeeraanbieders: dominante van deze partijen ligt op de loer als de ECB niet meegaat in de algemene trend van digitalisering.
- het opheffen van de fragmentatie in het Europese betalingsverkeer. Op dit moment zijn er nog veel verschillen in nationale betaalmethoden, die niet op elkaar aansluiten. Universele, overal binnen het eurogebied te gebruiken, betaalmethoden met de digitale euro versterken de interne markt voor betalingsverkeer. Tevens ziet de ECB de digitale euro als katalysator voor verdere innovatie door marktpartijen. Consumenten krijgen door deze publiek-private synergie meer keuze tegen- naar verwachting van de ECB- lagere kosten.
Invoering niet zonder risico’s
Een eventuele invoering van een digitale euro is niet zonder risico’s. We noemen er twee. Ten eerste zou onbeperkte toegang van het publiek tot de digitale euro onbedoelde effecten op het monetaire systeem met zich mee kunnen brengen. Als rekeninghouders op grote schaal hun deposito’s die ze bij commerciële banken aanhouden, zouden omwisselen voor digitaal centralebankgeld, vermindert dit de financieringsbasis voor kredietverlening van de banken. Kredietverlening zou hierdoor duurder kunnen worden.
Ten tweede is er een risico voor de financiële stabiliteit. Als betaaltegoeden ongelimiteerd kunnen worden gesubstitueerd voor digitaal centralebankgeld, kan dit in een crisissituatie de kans op een bankrun (via een ”druk op de knop”) vergroten en de financiële stabiliteit ondermijnen.[7] Om deze risico’s te beperken nemen centrale banken een maximumlimiet mee in het ontwerp van digitaal centralebankgeld. Dit is ook de route die de ECB kiest. ECB-directeur Panetta heeft wel eens aangegeven te denken aan een maximumtegoed van € 3000-€ 4000 per hoofd van de bevolking. De definitieve vaststelling hiervan zal onderdeel zijn van toekomstige besluitvorming.
Hoewel de ECB nog werkt aan het ontwerp, is al wel een aantal kenmerken van een digitale euro bekend. Enkele hiervan worden kort belicht.[8]
Distributiemodel
Onder toezichtstaande instellingen (banken, elektronischegeldinstellingen en betaalinstellingen) dragen zorg voor de distributie van de digitale euro onder het publiek. Tevens verrichten deze voor de digitale euro alle wettelijke activiteiten zoals die bijvoorbeeld van toepassing zijn krachtens de AML/CFT-regelgeving en zijn zij het aanspreekpunt voor eindgebruikers. Af- en bijboekingen verlopen, net als in het huidige betalingsverkeer, via de eigen bank/instelling en deze zijn zichtbaar in de digitale euro wallet, die onderdeel is van de gebruikelijke bankapp. Het is dus niet zo dat consumenten een rekening kunnen openen bij de ECB, zoals vaak wordt gedacht. Wel worden de tegoeden, als verplichtingen, door de ECB geregistreerd.
Gebruikssituaties
Uitgangspunt is dat burgers overal in het eurogebied met de digitale euro kunnen betalen, zoals dat nu ook met contant geld kan: niet alleen in fysieke winkels en tussen consumenten onderling, maar ook voor online aankopen en voor overheidsdiensten. Voor onderlinge betalingen tussen consumenten zal er ook een (mobiele) offline variant beschikbaar komen (een vergelijking met de Chipknip uit het verleden gaat hier op).
Privacy
Een publieke consultatie van de ECB heeft uitgewezen dat privacy als het belangrijkste aspect van de digitale euro wordt beschouwd. De ECB is er echter helder in: volledige anonimiteit is geen haalbare optie. Op betalingen met de digitale euro zullen dezelfde regels van toepassing zijn als op de huidige private betaalmethoden met de vigerende AML/CFT-eisen. Informatie over betalingen zal echter niet met de ECB gedeeld worden door de intermediairs. Onderzocht wordt, samen met de EC, of voor offline betalingen volledige privacy haalbaar is.
Adoptie door publiek is uitdaging
In het debat over digitaal centralebankgeld is nog weinig aandacht besteed aan de adoptie ervan door het publiek. Dit is geen vanzelfsprekendheid. Burgers zegt het onderscheid tussen publiek en privaat geld weinig en een additionele betaalmethode zullen zij vooral beoordelen op de meerwaarde die deze biedt naast aspecten van onder meer gemak, veiligheid, betrouwbaarheid en kosten. In een tweezijdige markt, zoals die van het betalingsverkeer, moeten ook ondernemers geprikkeld worden de digitale euro als betaalmethode te accepteren. Dit zal nog een grote uitdaging blijken te zijn, zeker voor ons land, omdat vergeleken met andere euro-landen het betalingsverkeer hier uitstekend is geregeld. Niettemin kan een digitale euro ook voor ons land toegevoegde waarde bieden uit oogpunt van een grotere digitale toegankelijkheid, makkelijker overal kunnen betalen binnen het eurogebied en als fall back in geval van verstoringen.
Nog veel haken en ogen op te lossen
Voordat een Europees besluit wordt genomen over een invoering van een digitale euro moeten nog belangrijke vervolgstappen worden gezet, bijvoorbeeld rond het business model, om een concreet voorstel uit te werken en moet nog veel (politieke) haken en ogen worden opgelost. In de loop van dit jaar zal hierover meer duidelijkheid ontstaan.