Nieuws

Jeannine Peek: zakendoen zonder praten kan niet

Wat bespreekt Jeannine Peek, de kersverse voorzitter van brancheorganisatie Nederland ICT, eigenlijk met de overheid? Wat is het wensenlijstje van de Nederlandse ICT-industrie en hoe voorkom je steeds weer nieuwe ophef over te intieme contacten tussen ICT-bedrijven en ambtenaren?

Jeannine Peek, voorzitter van Nederland ICT

Nederland ICT heeft formeel een overlegstructuur met de overheid, de iDialoog, maar kennelijk is dat niet afdoende om te voorkomen dat er steeds weer rumoer ontstaat over contacten tussen individuele ICT-bedrijven en mogelijke opdrachtgevers aan de kant van de overheid. Hoe gaat u dat voorkomen?
“Als ik het antwoord zou weten, dan zou ik er goed opstaan. Natuurlijk heb ik ook de publicaties over een aantal ongelukkige voorbeelden gezien en gelezen. Daar zie je dat ook de overheid zelf met dat vraagstuk worstelt en initiatieven heeft ontplooid waar vraagtekens bij worden gezet. Over individuele bedrijven kan en wil ik niets zeggen, maar als branche wil je natuurlijk je kennis en kunde delen met de overheid. Aan de andere kant heeft de overheid behoefte aan informatie die uit de markt komt. De vraag is nu: hoe doe je dat op zo’n manier dat het ongecompromitteerd is en dat is best wel lastig. Wij leren onze salesmensen om hun bedrijf zo goed mogelijk te positioneren, maar dat heeft natuurlijk zijn grenzen. Daar zullen we een oplossing voor moeten vinden die niet langer aanleiding geeft tot allerlei rumoer in de pers. Wat je ook niet wilt is dat we stoppen met praten en dat overheid en bedrijfsleven zaken met elkaar doen zónder met elkaar in gesprek te zijn. Dat kán ook helemaal niet. Ik zou het vervelend vinden als we in een soort kramp schieten en als gevolg van een aantal incidenten helemaal niet meer met elkaar spreken. We moeten dus zoeken naar vormen waarbij je kennis kunt delen zonder dat iedereen daar een ongemakkelijk gevoel bij krijgt.”

Maar voor je het weet bemoeien hoogleraren ambtelijke ethiek zich ermee en vindt de pers al die contacten tussen bedrijven en de overheid maar verdacht. Hoe kun je als brancheorganisatie aan je eigen achterban uitleggen wat er wel en niet kan of kan dat niet omdat bedrijven daarin hun eigen verantwoordelijkheid willen hebben?
“Ik vind dat je altijd met een extra bril naar het zakendoen met de overheid moet kijken. Dat je altijd als er vragen komen moet kunnen uitleggen wat je doet en dat er geen twijfels mogen zijn over de wijze waarop dat gaat. Die vraag moeten individuele bedrijven zich altijd stellen en wij als branchevereniging moeten ze daarbij ondersteunen en onze leden ook behoeden tegen de valkuilen die zich kunnen voordoen bij het zakendoen met de overheid.”

Hoe moet de overheid kennis ophalen bij ICT-marktpartijen? Een groepsgesprek?
“Soms is het lastig om – als je verschillende concurrenten bij elkaar in één ruimte hebt – echt een goede dialoog te hebben. Dus ik kan me ook voorstellen dat je als overheid nadenkt over hoe je op bepaalde thema’s waar je meer informatie vanuit de markt over wilt hebben bedrijven uitnodigt om daarover informatie en kennis aan te leveren. Ook aan de kant van de overheid zie je de worsteling hoe je daarmee moet omgaan. Misschien moet je dan op zoek naar een zakelijke setting waarbij bedrijven hun verhaal kunnen doen zonder dat ze meteen ook naar elkaar hoeven te luisteren. Maak het in elk geval transparant. Geef aan: dit is het onderwerp en dit zijn de bedrijven waarmee we in gesprek zijn.”

De commissie-Elias heeft een serie aanbevelingen gedaan om overheidsaanbestedingen gestructureerder en transparanter te laten verlopen. Allemaal om ongelukken onderweg te voorkomen. Wat doet de industrie aan ‘damage control’?
“We proberen dat onder meer door de zogenaamde ‘haalbaarheidstoetsen’ aan te bieden waarbij verschillende bedrijven vooraf hun inzichten geven over voorgenomen ICT-projecten van de overheid. De commissie-Elias heeft de overheid ook aanbevolen om dat vaker te gaan doen. Aan de kant van de overheid is inmiddels veel ervaring opgedaan met zogenaamde ‘Gateway Reviews’ waarbij de eigen ICT-betrokkenen proberen de kansen en risico’s van projecten goed in te schatten. Ik ben dan ook blij dat men bereid is de daar opgebouwde kennis nu ook te gaan delen met de markt. We gaan in het kader van het iBestuur-congres van begin volgend jaar bekijken hoe dat het beste kan. Dat is een heel goede ontwikkeling die zeker gaat bijdragen aan het verbeteren van de praktijk rondom vaak complexe ICT-aanbestedingen en de uitvoering daarvan.”

Ik zou het vervelend vinden als we in een soort kramp schieten

Aanbestedingen blijven complexe, dure, bewerkelijke en tijdrovende processen voor de industrie. Er zijn steeds vaker partijen die daarom overheidsopdrachten gewoon links laten liggen.
“Wat ik jammer vind is dat veel aanbestedingen – door de voorwaarden die de overheid hanteert – eigenlijk onbereikbaar zijn voor ICTMKB-bedrijven, waardoor er geen sprake is van gelijke kansen op de markt. Je zou willen dat het meer een offertetraject wordt zoals dat in het bedrijfsleven gebruikelijk is, zodat je op basis van gesprekken over de voorstellen die bedrijven doen uiteindelijk als opdrachtgever een keuze maakt op basis van aangedragen ideeën, kundigheid, innovativiteit en prijs. Dat is beter dan de invuloefeningen die bij overheidsaanbestedingen nu nog domineren.”

De overheid hanteert ook haar eigen inkoopvoorwaarden (ARBIT), daar heeft uw branche nogal moeite mee.
“Ja, ik vind het vreemd dat je niet met de verkopende partij praat over de leveringsvoorwaarden. De basis van zakendoen is toch dat je het samen eens wordt over de voorwaarden waaronder je dat doet en het eenzijdig opleggen van voorwaarden is dus eigenlijk heel raar. Volgens mij is het belangrijk om in dialoog te zijn en naar voorwaarden te komen die voor beide werken. Die ARBIT is ook weer zo’n voorbeeld waarbij door de uitgangspunten die de overheid hanteert kleine bedrijven domweg niet aan de bak kunnen komen, omdat ze daaraan nooit kunnen voldoen.”

Bent u tevreden over de wijze waarop de overheid haar eigen digitalisering aanpakt?
“Het zou mooi zijn als de overheid zelf het voorbeeld wordt van hoe je de samenleving met behulp van ICT vormgeeft en vooruithelpt. Als je het belangrijk vindt dat er meer digitaal wordt gedaan, dan moet je je dienstverlening ook zo inrichten dat mensen dat ook als een vooruitgang ervaren. Een digitaal proces dat mensen juist op afstand zet van de overheidsdienstverlening helpt dan natuurlijk niet. Digitaal moet niet betekenen dat burgers geen overheidsorganen meer kunnen bellen of dat ze nooit meer iemand te spreken kunnen krijgen.”

Er is – juist vanuit de technologiewereld – een vrij fors verzet tegen het voorstel van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, in de volksmond de ‘afluisterwet’. Het komt niet vaak voor dat Nederland ICT en ‘Bits of Freedom’ op één lijn zitten. Wat is er aan de hand?
“Wij willen heel graag voorop blijven lopen bij de ontwikkelingen op digitaal gebied. Wij zijn op dit moment de nummer vier op de lijst van digitale economieën. Op het moment dat je dit soort wetgeving gaat introduceren in Nederland alleen en niet in Europees verband, zet je een rem op de vernieuwing en op de kansen dat innovatieve technologiebedrijven zich hier willen vestigen of hier willen blijven. Dat moeten we dus niet willen. De overheid moet beter kijken in welk internationaal kader we zitten en hoe het elders wordt aangepakt. Aan Nederlandse overregulering heb je niks. Daarnaast worden de verantwoordelijkheid en de kosten ook neergelegd bij onze achterban, zoals de datacenters en telecombedrijven en dat vinden we uitermate unfair.”

Kinderen zouden moeten leren dat je een computer ook kunt stúren

Op de ICT-arbeidsmarkt zijn nogal wat zzp’ers – vaak via intermediairs – actief. Blijft dat zo als straks de VAR niet meer bestaat?
“We maken ons veel zorgen over de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) omdat volstrekt onduidelijk is hoe die wet straks wordt toegepast. Heel veel ICT-bedrijven maken gebruik van zzp’ers en dat is een goede zaak. Ze zorgen voor flexibiliteit en brengen vaak specifieke kennis in die bedrijven niet permanent in huis kunnen hebben. De relatie met die mensen of met hun intermediairs was tot nu toe geregeld via de zogenaamde Verklaring Arbeids Relatie (VAR) en op het moment dat je die VAR laat verdwijnen – en dat doet dit wetsvoorstel – is niet langer helder of bedrijven het risico lopen dat ze zzp’ers gedwongen in dienst moeten nemen of achteraf moeten opdraaien voor sociale premies. Er is over dit voorstel onvoldoende nagedacht. Onze bedrijven willen het niet en de betrokken zzp’ers ook niet. We zijn met de overheid in gesprek om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen over hoe de Belastingdienst de uitvoering wil gaan aanpakken.”

Nederland ICT rapporteert regelmatig over dreigende tekorten aan ICT’ers in de toekomst. Hoe zijn die te voorkomen?
“We moeten iets doen aan het structurele tekort aan ICT-arbeidskrachten dat op middellange termijn gaat ontstaan. Ik denk dat we op dit moment een groot tekort hebben aan mensen die láter iets in de ICT zouden willen doen. De vraag is dan hoe je dat kunt bevorderen. Dat begint volgens mij al vroeg. Mijn jongste dochter krijgt op haar basisschool wél de mogelijkheid om Chinees te kiezen, maar waarom krijgt ze niet ook de mogelijkheid om een programmeertaal te leren? Het is heel goed als kinderen leren begrijpen dat je een computer kunt sturen en zich ook bewuster worden van de ICT-intensiteit van de wereld waarin ze leven. Dan gaan ze ICT volgens mij ook veel eerder leuk vinden en neemt de kans toe dat ze zich later op een baan in die sector zullen gaan richten. Het is niet goed dat we steeds meer moeten uitwijken naar Oost-Europa of naar India als het gaat om ICT-werk. Gelukkig zien we inmiddels wel een verhoogde instroom op de ICT-opleidingen op alle niveaus, maar het blijft een van onze zorgdossiers bij onze contacten met de overheid. Mijn punt is dat men ook daar moet inzien dat het een maatschappelijk belang is dat we dit op orde krijgen. De overheid heeft overigens zelf ook goede ICT’ers nodig.”

  • Ruud Leether | 27 oktober 2015, 17:56

    Beste Jeannine,

    Over een ding zijn we het snel eens. De recente publicaties gaan over ongelukkige voorbeelden. Voor het delen van kennis en kunde zet je, anders dan in die voorbeelden, mensen van de werkvloer van zowel overheid als ICT-bedrijven met elkaar aan tafel en daar is, mits een en ander transparant verloopt en het speelveld voor belangstellenden m.i.v. MKB-bedrijven gelijk wordt gehouden, weinig op tegen. Dan je opmerkingen over de ARBIT. Vooropgesteld dat het aanbestedingsrecht, uitzonderingen daargelaten, onderhandelingen met de markt eenvoudig niet toestaat is het inmiddels goede praktijk om het concept-contract direct samen met de aanbestedingsstukken te publiceren. Zo’n concept-contract bestaat behalve uit de ARBIT zelf uit een van de bijbehorende modelovereenkomsten die diverse optionele bepalingen bevatten om in een voorliggend geval contractueel “maatwerk” te kunnen leveren. Onderhandelen mag dan weliswaar niet, open staan voor reacties uit de markt en optionele bepalingen vervolgens waar mogelijk en redelijk ten gunste van alle inschrijvende partijen gebruiken voor “fine tuning”, kan wel. Helaas is uit een eerste evaluatie van de ARBIT gebleken dat overheidsopdrachtgevers nog regelmatig gebruik maken van eigen contractmodellen in plaats van de specifiek voor de ARBIT ontworpen modelcontracten. Dat moet en kan eenvoudig anders en beter.
    Je observatie dat kleine bedrijven door de ARBIT niet aan de bak komen, deel ik niet. De uitgangspunten van de ARBIT zijn alleszins redelijk en dat gelukkig niet alleen naar mijn mening maar ook naar die van diverse juridische commentatoren in de vakpers. Daar kunnen de ICT-Office voorwaarden, mag ik zo vrij zijn, nog een puntje aan zuigen….

    Beste groet,
    Ruud Leether

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren